Verklarende woordenlijst voor het vak CTB1120
balgstuw | stuw van rubber die gevuld wordt met lucht of water om in werking te komen | |
berm | Berm | Horizontaal deel in het talud van een dijk of havendam |
bestek en voorwaarden | tender documents | |
Binnendijks | Gebied aan de landzijde van een dijk | |
Buitendijks | Gebied aan de zeezijde of rivierzijde van een dijk | |
Dijkhoogte | Hoogte van een dijk ten opzichte van het referentieniveau (NAP), dus niet de hoogte van de dijk boven het land | |
Faalkans | Failure probability | De kans dat een constructie zijn functie niet langer kan vervullen (is in het Nederlands niet gelijk aan de bezwijkkans) |
gezette steenglooiing | stone pitching | Glooiong van natuursteen of betonblokken die in een laag ingepast op het talud geplaats zijn |
golfhoogte | Wave height | De verticale afstand tussen de het hoogste punt en het laagste punt van een golf (= twee keer de amplitude). Zie ook Significante Golfhoogte. |
golflengte | Wavelength | De horizontale afstand tussen twee opeenvolgende golftoppen of golfdalen. |
golfperiode | Wave period | De tijd tussen het passeren van twee opeenvolgende nuldoorgangen van de waterstand, dit is vrijwel gelijk aan te tijd tussen het passeren van twee opvolgende golftoppen of golfdalen. |
kwel | Seepage | uittredend grondwater |
landhoofd | overgang van een grondlichaam naar een brug, sluis of viaduct | |
NAP | MWL | Het referentieniveau in Nederland,, dit is vrijwl gelijk aan de gemiddelde zeestand, in het Engels MSL of MWL |
Strijklengte | Fetch | De lengte waarover de wind over het water blaast en golven opgewekt kunnen worden. |
talud, helling, dosering | slope | |
zandmotor | kunstmatige zandbank die voor de kust wordt aangelegd om zand op natuurlijke manier langs de kust te verspreiden | |
zetting | Settlement | de verticale vervorming van grondlagen, hoofdzakelijk ten gevolge van bovenbelasting |