Lijst van Watermeesters (technische auteurs met publicaties in de database)

Watermeesters zijn in dit kader Nederlandse waterbouwkundigen die hun ervaringen vastgelegd hebben om latere generaties de mogelijkheid te geven hierop door te bouwen. De watermeesters zijn dus een subgroep van de waterschrijvers.
Opmerking: Net zo als bij de Waterschrijvers worden alleen overleden auteurs in dit bestand opgenomen
klik op de auteursnaam voor een lijst van publicaties per auteur

geeft een link naar een wikipedia (of gelijksoortige) bladzijde over deze auteur

A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X - Y - Z
Als de naam van de auteur groot is, kunt u daarop klikken, u krijgt dan de informatiebladzijde van deze auteur in het Digitaal Trësor der Hollandsche Waterbouw.

In de kolom referenties is de referentie gegeven in de vorm van een afkorting. Door op de blauwe i te klikken krijgt u een bladzijde met een volledige lijst van afkortingen van de referenties en verklaring in een aparte tab in uw browser. Het symbool geeft een link naar de referentie van de illustratie.
Er is ook een aparte lijst van afkortingen die gebruikt worden in de persoonsbescrijvingen (en dus geen referenties). Deze lijst vindt u hier .

U kunt deze lijst ook openen gesorteerd op geboortedatum of overlijdensdatum.
Door op het wikipedia-logo te klikken opent de betreffende wikipedia bladzijde (of gelijksoortige internetbron) in een nieuw tabblad.
auteur voornamen biografie referenties
Aartsen, Martinus Albertus
1929-1989
(roepnaam: Marten; Meppel 12 feb. 1929 - Idaard 13 juni 1989), ingenieur. Werkte, nadat hij in 1955 als civiel ingenieur was afgestudeerd aan de TH in Delft, enige jaren bij het WL. Hier deed hij modelonderzoek naar de golfbelasting op de schuiven van de Haringvlietsluis: Tangentiale belasting van de segmentschuiven van de uitwateringssluis in het Haringvliet (1960). Sinds 1960 werkte hij bij de PWS van Friesland, de laatste jarenals hoofdingenieur. Hier schreef hij: Voorlopig rapport waterafvoer en ontzilting van Frieslands Noordwesthoek (1963).
i

Agema,

Jan Fokke
1919-2011

(Opmeer 12 sep. 1919 - Zeist 23 apr. 2011), ingenieur, hoogleraar. Werkte van 1935 tot 1979 bij verschillende directies van RWS in functies oplopend van leerling tekenaar tot hoofdingenieur. Studeerde in 1970 af als civiel ingenieur aan de TH in Delft. Was van 1973 tot 1979 hoofd van de Waterloopkundige Afdeling van de Deltadienst. Van 1979 tot 1984 was hij hoogleraar waterbouwkunde aan de TH in Delft, waar hij in 1992 een eredoctoraat ontving. Van zijn weinige publicaties noemen we: Maas-Rijnverbinding; een verkennende studie naar mogelijke scheepvaartverbindingen tussen de Maas en de Rijn alsmede naar effecten daarvan (met H.A. Ferguson en J. Stuip; 1985)
Klik op naam links voor meer publicaties

i Dertien maal Delta (1981) p16; LW 1992 n5 p20-23; Technisch Weekblad (14 april 2007) p6-7.

Alewijn,

Cornelis
1788-1839

(Amsterdam, 15 aug 1788 - Amsterdam, 22 mei 1839 ) Gepromoveerd en kapitein-ingenieur. In 1819 getrouwd in Namen, waar hij betrokken was bij de opbouw van de vesting. Vanaf 1835 voorzitter van het Konl Nederlands Instituut.
Klik op naam links voor meer publicaties

i
Allersma, Egge
1930-2000
(Middelstum 1 sep. 1930 - Emmeloord 27 okt. 2000), ingenieur. Werkte, na in 1955 als civiel ingenieur te zijn afgestudeerd aan de TH in Delft, van 1957 tot 1994 bij het WL, van 1968 tot 1985 als hoofd van de afdeling Hydrodynamica en Morfologie. Deskundige op het gebied van slibtransportmechanismen in kustwateren en estuaria. Schreef onder meer: Morfologisch onderzoek Noordelijk Deltabekken (4 dln., 1988).
i WL-Intern 2000 n105 p9

Augier,

Jean Frédéric
1809-1899

Waterbouwkundige, werkte enige tijd aan de droogmaking van de Haarlemmermeer, werkte aan de opmetingen van de rivieren t.b.v. het peilschalensysteem. Was actief tijdens de waternoden van 1861
Klik op naam links voor meer publicaties
i Ramaer
Baars, Karel Evert
1926-2000
(Den Haag 14 feb. 1926 - Driebergen-Rijsenburg 10 okt. 2000), waterbouwkundige. Werkte van 1950-1988 in verschillende functies bij RWS, nauw betrokken bij het beheer van het Merwedekanaal en het Amsterdam-Rijnkanaal. Zijn enige publicatie is de jubileumuitgave Varend vervoeren; van Amsterdam tot de Rijn - honderd jaar Merwedekanaal (1991).
i

Backer,

Willem Jacob
1829-1898

Werkte aan kanalen in Overijssel en Drenthe, was actief bij de bouw van gemalen (Mastenbroek). Voerde de droogmaking van de Schielandplassen uit (naar een ontwerp van Beijerinck) en maakte de detailontwerpen voor de gemalen daarvan.
Klik op naam links voor meer publicaties

i Ramaer

Bake,

Frans Cornelis
1840-1893

Waterbouwkundige, begonnen als spoorwegingenieur. Werd in 1876 de eerste hoofdingenieur van povinciale waterstaat in Branbant
Klik op naam links voor meer publicaties

i
Bardet, Jean Diederik Menno
1890-1975
(`s-Heerenberg 4 mrt. 1890 - Utrecht 7 mrt. 1975), ingenieur. Studeerde in 1914 af als civiel ingenieur aan de TH in Delft. Was tot aan zijn pensionering in 1953 werkzaam bij de Nederlandse Spoorwegen waar hij, vooral in Noord-Holland en Amsterdam, vele grote werken, waaronder spoorwegstations uitvoerde. Was voorzitter van de Vereniging Oud Utrecht en verleende ook elders medewerking aan tal van cultuurhistorische projecten. Tekende: Kaart van Amstelredam en ommelanden omstreeks 1275(1944) en schreef onder meer: Tocht langs de Lek (1961), Forten rondom Utrecht (1964) en Utrecht als vesting (1973).
i WID6
Barentsen, Willem
1902-1987
(Ritthem 11 febr. 1902 - Serooskerke 24 okt. 1987), waterbouwkundige. Was werkzaam bij RWS in Haarlem en redactielid van het tijdschrift OTAR. Schreef daarin o.m.: De zeedijk van zijn ontstaan tot het jaar 1730 (1961), De zeedijk van 1730 tot 1900 (1962) en Hadden de Zeeuwse bergjes een waterbouwkundige dan wel militaire betekenis? (1973). Bewerkte het tweede deel van de 7e druk (1968) van het leerboek Waterbouwkundedoor M.B.N.Bolderman en A.W.C.Dwars
i OTAR 1988 n6 p206
Barnevelt, van Martinus
1691-1775

(roepnaam: Mart; Gorinchem 30 juli 1691 - Gorinchem 17 jan. 1775), burgemeester. Heeft zich als burgemeester van Gorinchem tevens verdienstelijk gemaakt met plannen en adviezen om rivieroverstromingen te voorkomen, vooral door de aanleg van regulerende werken en overlaten. Schreef daarover o.m. Rivierkundige waarnemingen uit ondervinding opgemaakt, dienstig tot het bepaalen van middelen ter voorkoming van overstroomingen der aangelegenste rivieren in Gelderland en Holland (1773).

i NBW7

Battjes,

Jurjen Anno
1939-0

Nederlandse civiel ingenieur. Hij was hoogleraar in de vloeistofmechanica aan de Technische Universiteit Delft tot aan zijn emeritaat in 2004. Hjj heeft vooral veel onderzoek gedaannaar gofbeweging, en in het bijzonder golfoploop en golfoverslag
Klik op naam links voor meer publicaties

i

Baud,

Frédéric
1795-1832

Waterbouwkundige die een aantal problemen in Friesland heeft opgelost en daarna voor de Koninklijke Academie in Delft een lesboek heeft samengesteld dat grotendeels is afgemaakt door Delprat
Klik op naam links voor meer publicaties
i
Bazlen, Karl Albert
1903-1987
(Zürich in Zwitserland 20 mei 1903 - Den Haag 21 feb. 1987), ingenieur. Studeerde na zijn opleiding aan de TH te Stuttgart in 1927 af aan de TH in Delft. Was daarna tot 1962 werkzaam bij de Dienst der ZZW in Den Haag. Schreef o.m. Zuiderzeeland; nieuw land in wording (1952) en technisch-wetenschappelijke artikelen in de vaktijdschriften w.o. Vijfentwintig jaar Afsluitdijk (1957).
i LW 1962 n3 p88

Beckering Vinckers,

Jan Alexander
1903-1999
(Kampen 1 sep. 1903 - Vaals 22 dec. 1999), ingenieur. Werkte, na in 1926 te zijn afgestudeerd aan de TH in Delft, bij RWS in de directie Utrecht, daarna Noord-Holland. Als laatste was hij HID van de directie Limburg in Maastricht. Schreef onder meer: Verslag van de beproeving der voorhavendijken van de schutsluis teVreeswijk (met W.H. Brinkhorst; 1943), Het Zeegat van Texel en de aangrenzende oevers (1953) en De Maasverbeteringswerken nu en in de toekomst (1962).
Klik op naam links voor meer publicaties
i
Becu, Leendert
1918-2019

(roepnaam: Leen; Cadzand 25 mrt. 1918 - Oostburg 6 mei 2019), waterbouwkundige. Was van 1942 tot 1982 in dienst van RWS in verschillende functies, de laatste jaren als waterbouwkundige bij de bouw van de Oosterscheldekering. Aan de hand van zijn dagboek over de uitvoering van de Deltawerken verscheen in 1986 het technisch-biografische: Dagboek van een waterbouwer 1944-1986.

i

Beelaerts van Blokland,

Alexander Gerard
1886-1977
(Den Haag 15 sep. 1886 - Den Haag 8 nov. 1977), ingenieur. Studeerde in 1909 af als civiel ingenieur aan de TH in Delft. Werkte tot zijn pensionering in 1951 bij RWS, sinds 1937 als HID in de Directie Overijssel en Drenthe, sinds 1945 in de Directie Zuid-Holland. Schreef onder meer: Meppelerdieprapport (met F.S. Langemeijer; 1947)
Klik op naam links voor meer publicaties

i PKN, WID6.

Beer, de

Cornelis
1778-1835

(Groningen 11 okt. 1778 - Grootegast 6 jan. 1835), ingenieur. Was opzichter, later ingenieur bij de waterstaat in Den Briel. Voorstander van overlaten als middel ter voorkoming van rivieroverstromingen. Werd overgeplaatst naar Assen, later naar Groningen; uit die tijd dateert: Verhandeling over het vervaardigen van een kanaal in de provincie Drenthe (1835).
Klik op naam links voor meer publicaties
i
Begemann, Simon Hendrik Anton
1884-1974
Witmarsum 22 apr. 1884 - Haarlem 4 nov. 1974), ingenieur, hoogleraar. Werkte, na in 1907 te zijn afgestudeerd aan de TH in Delft, tot 1933 bij de waterstaat in NOI. Was van 1938 tot 1954 hoogleraar irrigatie en waterkracht aan de TH in Delft. Schreef slechts enkele collegedictaten en artikelen in De Waterstaatsingenieur w.o.Toepassing van de waarschijnlijkheidsleer op hydrologische waarnemingen (1931)
i ING 1974 n49 p974, WID5-6, WND.
Behrens, Willem Karel
1859-1937

(Rotterdam 29 juni 1859 - Delft 30 jan. 1937), ingenieur, hoogleraar. Werkte, na zijn studie aan de PS te Delft, bij RWS in Nijmegen, Den Haag, Gorinchem, Hoek van Holland, Maastricht, Den Haag, Hoorn en Den Bosch. Was van 1900 tot 1924 hoogleraar waterbouwkunde aan de PS (sinds 1905 TH) in Delft en was van 1913 tot 1916 rector magnificus. Daarnaast was hij van 1918 tot 1923 lid van de Staatscommissie Zuiderzee en van 1919 tot 1923 van de Zuiderzeeraad. Een slepende ziekte bepaalde sindsdien zijn verdere leven. Hij schreef o.m. Verbetering van den Maasmond (1897) en Nederland in den strijd tegen het water (1913).

i ING 1937 n10 pA79-A81, WND

Beijerinck,

Martinus Gijsbertus
1787-1854

(Lent 4 april 1787 - Hoorn 7 dec. 1854), landmeter, ingenieur. Vervulde bij de waterstaat verschillende functies vanuit diverse standplaatsen: Kampen, Arnhem, Nijmegen, Zwolle en Den Haag. Verrichtte afvoermetingen op de Grote Rivieren en publiceerde: Onderzoek aangaande de theorieën omtrent de beweging des waters in kanalen, of de vermogens der rivieren, welke het noordelijk gedeelte der Nederlanden doorstroomen (1829).
Klik op naam links voor meer publicaties
i JCBG, NBW1

Beijerinck,

Frederik
1694-1779

(1694 - 1779), landmeter. Door jarenlange ervaring met afvoermetingen op de Grote Rivieren ook wel als rivieringenieur beschouwd. Schreef o.m. het commentaar op de studie van Van Velsen: De rivierkundige verhandeling van Cornelis Velsen van verscheide misvattingen gesuijverd voornamelijk betrekkelijk het Pannerdensch Canaal(1770)
Klik op naam links voor meer publicaties
i JCBG, NBW1
Beijerinck, Willem
1756-1808

Landmeter en waterbouwkundige. Onder leiding van Christiaan Brunings werden tussen 1771 en 1782 door Beijerinck verschillende belangrijke verbeteringen uitgevoerd in de waterverdeling van de Rijntakken. Aan het eind van zijn leven ontwierp hij een plan tot het afsluiten van de Beneden Rijn
i

Beijerinck,

Jan Anne
1800-1874

(Lent 4 dec. 1800 - Den Haag 26 maart 1874), ingenieur. Begon als assistent van Jan Blanken bij de aanleg van het Noordhollands Kanaal. Had een belangrijk aandeel in de totstandkoming van de Zuidplaspolder en de Haarlemmermeer, waarvan de drie gemalen door hem werden ontworpen (1849-1852). Publiceerde o.m. Geschied- en waterbouwkundige beschrijving der droogmaking van den Zuidplaspolder in Schieland (1852) en Proeve van een ontwerp tot afsluiten, indijken, droogmaken en in cultuur brengen van een gedeelte der Zuiderzee (1866). Sloot zijn loopbaan af als hoofdinspecteur van de waterstaat. Zie ook: N.J.van der Lee, H.Linse
Klik op naam links voor meer publicaties

i GPZ, JCBG, TWG 1994 n2 p44, WG, WP7, WVG
Beijerinck, Pieter Johannes Gerardus
1829-1890

Waterbouwkundige, vooral werkzaam in Ned. Indie
i
Beijerinck, Willem Frederick Adolph
1828-1894

(zoon van M.G.Beijerinck; Zwolle 25 dec. 1828 - Hees 24 nov. 1894), ingenieur. Werd, na het volgen van lager en middelbaar onderwijs in Den Haag, als opzichter onder zijn oom J.A.Beijerinck bij RWS in dienst gesteld bij de droogmaking van het Haarlemmermeer, in het bijzonder bij de bouw van het stoomgemaal Cruquius. Werkte van 1856 tot 1887 bij Atlas te Amsterdam als deskundige op het gebied van de stoombemaling, sinds 1863 als directeur. Richtte in 1875 met J.C.de Leeuw een ingenieursbureau op voor stoombemaling van polders in binnen- en buitenland. Schreef Bemaling der middel- en binnendijkschebuitenveldersche polders (met J.C.de Leeuw; 1875)
i JCBG, NBW1
Beijerinck, Martinus
1803-1847

Waterbouwkundige, werkte in Ned. Indie en werd later docent in Delft
i
Beijerinck, Frederik
1766-1838

In het begin van de 19e eeuw werkte hij aan de bovenrivieren, maar had een specifieke aanstelling. Volgens Jan Blanken in een brief van 1816 kwam dit doordat hij zo goed bekend was met de rivieren, dat het onder het bestuur van koning Lodewijk Napoleon niet nodig was hiervoor een vacature open te stellen. Toen de Nederlandse Waterstaat in 1811 opgenomen werd in het Franse Ponts et Chausées werd hij per keizerlijk decreet op 2 februari ingenieur en vanaf 12 maart ingenieur 1e klasse. Bij de reorganisatie van 1816 werd hij hoofdingenieur 2e klasse
i Ramaer
Bekaar, Andries Abraham
1845-1928
(Sluis 13 dec. 1845 - Doetinchem 26 feb. 1928), ingenieur. Werkte bij RWS met verschillende standplaatsen en doorliep alle rangen tot en met die van IG. Ontwierp o.m. het schepradstoomgemaal te Schellingwoude en gold in zijn tijd als één der meest toonaangevende ingenieurs. Van zijn publikaties noemen we slechts: Nota omtrent de metingen van het vermogen der rivier de Dommel en hare nevenrivieren(met W.Verweij; 1870) en Iets over den invloed der afdamming van het Sloe op de Zeeuwschestroomen (1873).
i ING 1925 n50 p1066, ING 1928 n10 pA694.

Bendegom, van

Leonard
1911-1989

(Oostburg 1 jan. 1911 - Doorn 14 mei 1989), ingenieur, hoogleraar. Werkte, na in 1936 te zijn afgestudeerd aan de TH in Delft, twee jaar bij het WL en tot 1956 bij RWS, laatstelijk bij de directie Bovenrivieren te Arnhem. Was van 1956 tot 1975 hoogleraar waterbouwkunde aan de TH in Delft. Schreef o.m. Meetinstrumenten in rivieren (1951), De rivier (inaugurele rede; 1956), enkele collegedictaten w.o.Algemene waterbouwkunde (2 dln.; 1967) en redigeerde Principles of river engineering (met P.Ph.Jansen en J.van den Berg; 1979, herdrukt in 1994)
Klik op naam links voor meer publicaties
i WWN63.

Beresteijn, van

Jhr. Martinus Hendrik
1876-1964
(Meester Cornelis NOI 6 mei 1876 - Apeldoorn 27 sep. 1964), ingenieur. Was, na in 1900 te zijn afgestudeerd aan de PS te Delft, tot 1909 werkzaam bij de Algemene Dienst van RWS. Paste door harmonische analyse een bewerking toe op getijgegevens van de Nederlandse kust en benedenrivieren. Werkte tot 1931 in NOI en van 1935 tot 1941 als hoofdingenieur bij de Algemene Dienst van RWS in Den Haag. Schreef o.m. Getijkrommen van plaatsen aan de Nederlandsche kust en benedenrivieren (1911).
Klik op naam links voor meer publicaties
i ING 1964 n44 pA669.

Berger, den

Matthijs
1707-1762

(Enkhuizen ca. 1707 - Enkhuizen 1762), opzichter. Werd in 1743 aangesteld als opzichter van 's lands werken op het Eijerland, Vlieland en Terschelling. In 1747 werd hij opzichter van De Schans op Texel en was daarnaast ook werkzaam op de eilanden Wieringen en Urk. Hij schreef: Nieuw ontwerp om den Drechterlandschen Noorder Zeedijk door middel van hardsteene blokken of blauwe zarken secuur te stellen (1742).
Klik op naam links voor meer publicaties
i
Berger, den Leendert
1743-1892

Waterbouwkundige op Texel
i Ramer
Biemond, Cornelis
1899-1980
(roepnaam: Cees; Amsterdam 16 apr. 1899 - Leiden 28 aug. 1980), ingenieur. Werkte, na in 1923 te zijn afgestudeerd aan de TH in Delft, tot 1937 bij PW van Amsterdam. Gaf leiding aan de bouw van vele bruggen w.o. de Berlagebrug. Was lid van de Zuiderzeeraad en betrokken bij het ontwerp van het Amsterdam-Rijnkanaal. Was van 1937 tot 1964 directeur van Gemeentewaterleidingen Amsterdam en van de Watertransportmij. Rijn-Kennemerland. Schreef n.a.v. de Februariramp een kritisch artikel in De Groene Amsterdammer (14 feb. 1953). Voorts: o.m. De watervoorziening van Amsterdam (1940), Water (1968) en Zevenhonderd jaar watervoorziening van Amsterdam (1968).
i CPE, H2O 1980 n19 p471 e.v., PKN, WID5-6, WWN63.

Biezeveld,

Nicolaas
1909-2005
(roepnaam: Klaas; Batavia NOI 16 nov. 1909 - Apeldoorn 4 juni 2005), ingenieur. Na in 1933 te zijn afgestudeerd aan de TH in Bandung, werkte hij in NOI bij de Hollandsche Beton Mij. Was sinds 1940 in dienst van RWS, tot 1956 bij de afdeling Dijksverhogingen, in 1944 en 1945 bij de Dienst Droogmaking Walcheren. Van 1957 tot 1961 was hij als hoofd van de afdeling Werken van het Drie-Eilandenplan te Goes belast met de afsluiting van de Zandkreek en het Veerse Gat. Daarna was hij tot 1975 hoofd van de afdeling Afsluitingswerken van de Deltadienst. Van zijn publicaties noemen we: Deltadammen in Zeeland (1967).
Klik op naam links voor meer publicaties

i LW 1961 n4 p138, LW 1975 n6 p36.

Bijker,

Eco Wiebe
1924-2012

(Utrecht 29 juni 1924 - Bilthoven 27 feb. 2012), ingenieur, kustmorfoloog, hoogleraar. Werkte, na in 1949 als civiel ingenieur te zijn afgestudeerd aan de TH in Delft, tot 1969 bij het WL. Was sinds 1955 hoofd van het Laboratorium De Voorst en sinds 1960 adjunct directeur van het WL. Promoveerde in 1967 in Delft op de schaalbepaling van kustmodellen met beweeglijke bodem. Was van 1969-1989 hoogleraar in de kustwaterbouwkunde aan de TU in Delft. Schreef in de periode 1953-2000 diverse onderzoeksrapporten en:Varen is noodzakelijk, leven...? (inaugurele rede; 1969).
Klik op naam links voor meer publicaties

i LW1961 n3 p104
Bijl, Johannes Gotlieb
1881-1939

(Amsterdam 26 juli 1881 - Haarlem 22 aug. 1939), ingenieur. Werkte, na zijn studie aan de TH in Aken en Delft, tien jaar in de Haarlemmermeer bij de aanleg van de spoorlijn Haarlem-Hoofddorp-Aalsmeer en Hoofddorp-Leiden, daarna als polderingenieur. Schreef o.m. De Haarlemmermeerpolder (1927) en Polderproblemen in de loop van drie eeuwen (1933). IJverde voor inrichting van het v.m. stoomgemaal Cruquius als poldermuseum (1936).
i ING 1939 pA349-A350.

Blanken,

Adrie Jansz.
1766-1824

(broer van Jan Blanken; Haastrecht 11 juli 1766 - Gouda 3 mei 1824), landmeter, ingenieur. Had bij de waterstaat de leiding over het beheer van de vestingwerken van Nieuwersluis tot Muiden, het herstel van de grote zeesluis te Muiden, de vervening van de Krimpenerwaard en ontwierp plannen tot droogmaking van de Haarlemmermeer en afsluiting van de Hollandse IJssel. Schreef als hoofdingenieur van Zuid-Holland, met F.W.Conrad Sr. en S.Kros, Rapport wegens het onderzoek omtrent eene uitwatering te Catwyk aan Zee (1803). Zie ook: C.Brunings (2), I.P.Delprat.
Klik op naam links voor meer publicaties
i JCBG, NBW1

Blanken,

Jan
1755-1838

(Bergambacht 15 nov. 1755 - Vianen 17 juli 1838), waterbouwkundige. Legde zich vooral toe op het ontwerp van kunstwerken voor de landsverdediging. Was van 1808-1827 IG van de Waterstaat en was voorstander van de normalisatie van de Grote Rivieren en de aanleg van scheepvaartkanalen, w.o. het Noordhollands Kanaal. Met Christiaan Brunings en Adriaan Goudriaan behoorde hij tot de belangrijkste adviseurs van Koning Willem I op waterstaatkundig gebied. Van zijn publicaties noemen we: Memorie van geschiedkundige aanteekeningen over de vroegere binnendijksche waterontlastingen door sluizen en waterleidingen tot in de buitenrivieren en de daarop gevolgde stichting der windwatermolens etc.(1834). Zie ook: J.A.Beijerinck.
Klik op naam links voor meer publicaties

i De Physique Existentie dezes Lands (1987), JCBG, NBW1, NGL, WP7, WT.
Bleckman, Theodoor
1829-1911
(Rotterdam 2 dec. 1829 - Velp 29 nov. 1911), ingenieur. Een veelzijdig man die in uiteenlopende functies werkzaam was bij de waterstaat in Groningen, Den Haag, Middelburg en Arnhem. Ontwikkelde apparatuur voor riviermetingen, verrichtte waterpassingen over de Ooster- en Westerschelde en gaf leiding bij de aanleg van het Kanaal door Zuid-Beveland. Werkte, speciaal voor de waterbouwkundige terminologie, mee aan het Woordenboek der Nederlandsche Taal (1864 e.v.) van De Vries en Te Winkel. Schreef o.m. De verbetering der Nederlandsche hoofdrivieren (1880).
i NBW9

Bleiswyk, van

Pieter
1724-1790

(Delft 1724 - Delft 1790), pensionaris [stadsadvocaat] van Delft. Studeerde rechten, wis- en natuurkunde en promoveerde in 1744 op Specimen physico-mathematicum inaugurale de Aggeribus quod annuente deo ter opt. max.. Dit werk is vertaald door Esdré in 1788: Natuur- en wiskundige verhandelingen over het aanleggen en versterken van dijken. Hij was curator van de Leidse Hoogeschool. Ref.: De physique existentie dezes lands (1987)
Klik op naam links voor meer publicaties

i NBW10

Blocq van Kuffeler, de

Victor Jean Pierre
1879-1963

(aangesproken als: Van Kuffeler; Rhenen 22 maart 1879 - Den Haag 1 juni 1963), ingenieur. Was, na in 1900 te zijn afgestudeerd aan de PS te Delft, in verschillende functies werkzaam bij RWS, sinds 1919 bij de Dienst der ZZW. Volgde in 1929 H.Wortman op als DG, welke rang hij van 1935 tot 1946 bekleedde als HID, opgevolgd door J.F.R.van de Wall. Wegens zijn verdiensten voor de afsluiting en gedeeltelijke droogmaking van de Zuiderzee werd hem in 1949 door de TH in Delft een eredoctoraat verleend. Was lid van de Zuiderzeeraad en de Deltacommissie. Van zijn publicaties noemen we: Verslag der onderzoekingen ... voor ... den aanleg van een gedeelte van de afsluiting der Zuiderzee en indijking en droogmaking van de Wieringermeer (3 dln., 1914), De ontwikkelingsgang bij de Zuiderzeewerken(1950) en Veertig jaar Zuiderzeewerken (rede bij aftreden uit de Zuiderzeeraad, 1960). Zijn naam werd gegeven aan het gemaal van Zuidelijk Flevoland bij Almere. Zie ook: J.G.Schilthuis.
Klik op naam links voor meer publicaties

i BJ64, ED, E.Hermsen Dr.ir.S.Smeding (1988), ING 1963 pA406, LW 1959 n2 p77, TWG 2006 n2 p66-77, WID5-6, WND, WWN63, ZJI.
Blokland, Piet
1920-1976
(Sliedrecht 18 mrt. 1920 - Utrecht 7 aug. 1976), ingenieur. Was, na in 1950 afgestudeerd te zijn aan de TH in Delft, werkzaam bij RWS. Was betrokken bij de bouw van kaden en muren in de haven van Den Helder, bij de Rijnkanalisatie, de Volkerakwerken en van 1953 tot 1972 bij ontwerp en bouw van de uitwateringssluizen in het Haringvliet. Was sinds 1971 HID van de Dir. Sluizen en Stuwen te Utrecht. Schreef o.m. Rijnkanalisatie(met K.van Til en A.Eggink; 1960) en De schutsluizen in het Volkerak (1965).
i ING 1976 p725, LW 1976 n9 p23.
Blom, Willem Johannes Stefanus Josinus
1838-1917
(Gorinchem 22 mrt. 1838 - Arnhem 12 juni 1917), ingenieur. Studeerde in 1858 af als civiel ingenieur aan de KA in Delft. Werkte bij verschillende directies van RWS in onder meer Gelderland en Utrecht, Groningen en Friesland en tot zijn pensionering in 1903 bij de Directie van de Waterstaat in Den Haag. Hij schreef: Het Apeldoornsch kanaal (1897).
i
Boeschoten, Johan Carel
1909-1987
(Bussum 26 mrt. 1909 - Zaandam 2 dec. 1987), waterbouwkundige. Was heel zijn werkzame leven in dienst van RWS, sinds 1932 als leerling-opzichter op Wieringen en van 1935 tot 1937 als opzichter in Den Helder. Werkte daarna tot zijn pensionering bij de Directie Noord-Holland als hoofd van de dienstkring Terschelling, Den Helder en Nieuwediep en laatstelijk als hoofd van het arrondissement Noordzeekanaal. Hij schreef onder meer: Rapport over de aanleg van een stuifdijk op de Vliehors en de toestand van de overige stuifdijken op de eilanden Vlieland en Terschelling (1954) en De ontwikkeling van het Noordzeekanaalgebied (1966).
i
Bokhoven, Willem
1924-2009
(Gouda 1 sep. 1924 - Middelburg 21 mrt. 2009), ingenieur. Werkte, na in 1950 als civiel ingenieur te zijn afgestudeerd aan de TH in Delft, bij baggermaatschappij Zanen Verstoep en sinds 1954 als chef van de afdeling havenwerkenbij de Dienst GW van Rotterdam. In die tijd schreef hij onder meer: Eemhaven; aanleg en verdere uitbouw van de Eemhavens (1971). Van 1974-1986 was hij directeur van het Laboratorium voor Grondmechanica te Delft.
i WWN1
Bokkel Huinink, ten Hugo
1902-1976
(Geervliet 4 sep. 1902 - 's-Gravenzande 24 apr. 1976), ingenieur. Werkte, nadat hij in 1924 afstudeerde aan de TH in Delft, bij RWS in verschillende functies. Zijn bijzondere verdienste was het herstel van de in de Tweede Wereldoorlog vernielde grote bruggen in ons land. Was van 1954 tot zijn pensionering HID van de Directie Bruggen in Den Haag, opgevolgd door H.Kuiper. Van zijn publicaties vermelden we: Opruiming en herstelling van de bruggen voor gewoon verkeer over de groote rivieren en belangrijke kanalen(met H.J.Romeijn; 1945) en Bruggen over de Maas (1962)
i ING 1976 p455, LW 1962 n4 p141, LW 1967 n5 p237-238.
Bolderman, Marie Bernard Nanning
1874-1915
(Zutphen 13 okt. 1874 - Amsterdam 17 feb. 1915), ingenieur, leraar. Werkte, na zijn studie aan de PS te Delft, van 1895 tot 1904 bij RWS en daarna tot 1908 als leraar waterbouwkunde aan de KMA in Breda. Was sindsdien werkzaam bij PW van Amsterdam en initiatiefnemer tot het afnemen van examens voor waterbouwkundige opzichters. Zijn naam blijft verbonden aan het Beknopt leerboek der waterbouwkunde (met A.W.C.Dwars; 1913). Zie ook: W.Barentsen, W.H.J.van der Hooft
i ING 1915 n8 p151-152
Bolomey, Jan Gijsbert Willem
1901-1980
(Den Haag 12 mrt. 1901 - Den Haag 26 mei 1980), genie-officier, ingenieur. Was, na zijn opleiding aan de KMA in Breda, van 1923 tot 1930 werkzaam als genie-officier. Daarna werkte hij tot 1946 als hoofdingenieur bij GW van Groningen en tot 1963 als directeur van GW in Den Haag. Zette zich in voor de verbetering van wetenschappelijke documentatie en informatievoorziening en vestigde de aandacht op de aanpak van het afvalwaterprobleem. Schreef onder meer: De Waddenzee en het afvalwater (1969-1970).
i LW 1961 n2 p69, WID6

Bolstra,

Melchior
1704-1779

(Leiden 1704 - Leiden 1779), landmeter, cartograaf. Was sinds 1731 in dienst van het Hoogheemraadschap van Rijnland als landmeter en studeerde enige tijd wiskunde in Leiden. Verrichtte metingen van de ligging van bodem, oevers en kustlijn en adviseerde over de verdediging ervan. Maakte een atlas van 24 bladen van de waterstaatkundige toestand van Rijnland. Publiceerde over de verzanding van de Grote Rivieren, hoge rivierstanden en maatregelen ter voorkoming van overstromingen zoals in Memorie van nadere consideratiën over de middelen welke aangewend zouden kunnen worden, om het eminente gevaar .... te ontwijken, of merkelijk te doen verminderen (met J.Lulofs; 1763)
Klik op naam links voor meer publicaties
i NBW6

Bolten,

Christiaan Izaäk
1801-1892

(Alkmaar 14 mei 1801 - Den Haag 2 nov. 1892), ingenieur. Werkte voor de waterstaat te Nieuwe Diep bij de aanleg van het Noordhollands Kanaal. Vanuit Leeuwarden regelde hij de vervening en de vorming van slibfondsen in de gemeenten Aengwirden, Schoterland, Haskerland en Opsterland. Schreef: Memorie omtrent den tegenwoordigen toestand van den binnenlandschen waterstaat in de provincie Friesland ... verbeteringen aan de kanalen van algemeeneafstrooming en scheepvaart (1860).
Klik op naam links voor meer publicaties
i JCBG, NBW5.
Boltje, Wessel Geert
1902-1991
(Apeldoorn 4 dec. 1910 - Amersfoort 17 okt. 1991), ingenieur. Werkte, na in 1938 aan de TH in Delft te zijn afgestudeerd, in NOI en sinds 1953 bij het Hoogheemraadschap Noordhollands Noorderkwartier te Alkmaar, laatstelijk als directeur van de technische dienst. Schreef o.m. Rapport binnenwaterkeringen (5 dln., 1959-1960) en De Hondsbossche Zeewering door de eeuwen heen(1970).
i LW 1962 n2 p104, ING 1992 n1 p39.
Bom, van der Frederik Lambertus
1902-1994
(Amsterdam 8 okt. 1902 - Den Haag 21 mrt. 1994), ingenieur. Was, na in 1924 te zijn afgestudeerd aan de TH in Delft, sinds 1925 in verschillende functies werkzaam bij de Dienst der ZZW. In 1940 werd hij hoofd van de afdeling Noordoostpolder. Volgde in 1961 F.J.B.G.Geers op als HID en werd in 1967 in die functie opgevolgd door M.Klasema. Was secretaris van verschillende secties van het KIVI. Schreef diverse artikelen in de technische vaktijdschriften w.o. De Noordoostelijke polder der Zuiderzeewerken (3 afl., 1942-1946) en, met C.J.van den Bout en J.C.le Nobel, De Zuiderzeewerken; Zuidelijk Flevoland (1965)
i AB, ED, LW 1967 n5 p239, WID5-6
Bongaerts, Paul Henri Victor
1879-1944
(Roermond 22 juni 1879 - Amsterdam 13 juni 1944), ingenieur. Was oprichter en directeur van het Adviesbureau voor Civiel-Ingenieurswerken, later Bongaerts, Kuyper en Huiswaard te Den Haag. Schreef o.m. Het nieuwe Linge-gemaal (met A.van der Mast; 1944-1945).
i ING 1945 pA125, NP 1999
Boode, Marinus Fransiscus
1915-2006
(roepnaam: Rien; Delft 19 juli 1915 - Den Haag 19 mei 2006), cartograaf. Werkte sinds 1937 bij de Meetkundige Dienst van RWS in Delft, gespecialiseerd in het opmeten en karteren van de Nederlandse rivieren. Begon als tekenaar, werkte zich op tot chef cartograaf en was de laatste jaren tot zijn pensionering in 1979 werkzaam als landmeetkundig hoofdambtenaar. Van zijn publicaties noemen we: De rivierkaart in gewijzigde vorm (1964) en Honderdvijftig jaar rivierkaarten van Nederland (1979).
i
Bordes, de Jan Philip
1817-1899

(Amsterdam 7 juli 1817 - Den Haag 5 jan. 1899), genie-officier, ingenieur. Was, na in 1837 te zijn afgestudeerd aan de KMA in Breda, vele jaren in dienst van de Genie. Speelde sinds 1860 een belangrijke rol in de aanleg van spoorwegen in ons land. Ook op Java werden sinds 1863 de eerste spoorlijnen onder zijn leiding aangelegd. Was in de periode van 1878 tot 1885 tweemaal voorzitter van het KIVI. Schreef o.m. De haven van het Nieuwe Diep (1860)

i GGK, ING 1899 11 feb., NBW1, WT.

Boreel,

Jhr. Jacob Lucas
1883-1939

(roepnaam: Jaap; Wijk aan Duin 1 apr. 1883 - Middelburg 18 dec. 1939), ingenieur. Studeerde in 1907 af als civiel ingenieur aan de TH in Delft. Werkte sinds 1921 als hoofd van de technische dienst van het Waterschap Walcheren en was de ontwerper van het naar hem genoemde in 1929 gebouwde gemaal in Middelburg. Schreef: Het gemaal van den polder Walcheren (1930) en La digue maritime de Westkapelle (1938)
Klik op naam links voor meer publicaties

i
Bos, Goosen Siger
1908-2004
(Petten 24 sep. 1908 - Epse 25 juli 2004), ingenieur, hoogleraar. Werkte, na in 1935 te zijn afgestudeerd als civiel ingenieur aan de TH in Delft, tot 1939 bij de Dienst PW van Amsterdam, daarna bij GW van Enschede. Was in 1946 medeoprichter en tot 1972 directeur van Ingenieursbureau Witteveen en Bos in Deventer en daarna tot 1978 hoogleraar waterbouwkunde aan de TH in Delft. Van zijn weinige publicaties noemen we: Algemene civiele techniek (collegedictaat; 1972-1976) en Ir. W.G. Witteveen (1891-1979), zijn tijd, zijn werk (1980).
i Ref.: Jaap van der Graaf. Prof. Ir. G.S. Bos, een leven vol civiele techniek (2006).
Bosscha, Hugo Constantijn
1827-1898
(Deventer 9 oktober 1827 - Utrecht 1 juli 1898), ingenieur. Werkte sinds 1859 als technisch directeur bij de ijzergieterij en machinefabriek van zijn schoonvader J.L. Nering Bögel in Deventer. Schreef, naast een aantal technische verhandelingen over pompen en bemaling, een beknopte biografische bijdrage: Meededeeling omtrent Wybe Adam, Nederlandsch ingenieur in de zeventiende eeuw (1895).
i
Bourdrez, Joseph Jean Léonard
1862-1924

(Middelburg 16 sept. 1862 - Den Haag 28 nov. 1924), ingenieur, leraar. Was aanvankelijk leraar Frans in Engeland en sinds 1886 leraar Engels in Vlissingen. Verhuisde in 1890 naar Delft en slaagde in 1894 aan de PS als civiel ingenieur en in 1895 als bouwkundig ingenieur. Vestigde zich te Breda als architect, stedenbouwkundige en als eigenaar van een betonfabriek. Was daarnaast sinds 1898 leraar aan de KMA. Schreef enkele artikelen w.o. De Westkapelsche zeedijk en Domburgsche zeeweringen (1897)
i ING 1925 n4 p84.
Bout, van den Cornelis Jacobus
1910-1978
(Nijmegen 31 dec. 1910 - Leeuwarden 7 jan. 1978), ingenieur. Werkte, na in 1938 te zijn afgestudeerd aan de TH in Delft, tot 1975 bij de Dienst der ZZW te Kampen, Lemmer, Vollenhove en Den Haag, laatstelijk als hoofd van de afdeling Dijken en Scheepvaartwegen. Schreef o.m. De Zuiderzeewerken; Zuidelijk Flevoland (met F.L.van der Bom en J.C.le Nobel; 1965) en Poldervaarten in Zuidelijk Flevoland (1967)
i ING 1978 p104.
Braam van Vloten, van Pieter
1871-1940
(Dordrecht 3 jan. 1871 - Den Haag 2 mrt. 1940), werktuigkundig ingenieur. Werkte, na in 1895 te zijn afgestudeerd aan de PS in Delft, onder meer bij het seinwezen van de Staats Spoorwegen, sinds 1905 bij 's Rijks Kustverlichting, laatstelijk als chef-hoofdingenieur van de technische dienst. Schreef: Een en ander omtrent de Nederlandsche kustverlichting (1916).
i ING 1940 pA117-A118; WID1.
Brade, Willem Christiaan
1791-1858

(Noordlaren 11 nov. 1791 - Brussel 27 april 1858), genie-officier, architect, schilder.Volgde in het Franse leger zijn officiersopleiding. Maakte studie van de spoorwegbouw in Engeland en gaf in ons land de aanzet tot aanleg van de spoorwegen. Was in 1837 mede-oprichter van de Hollandsche IJzeren Spoorweg Maatschappij en tevens haar eerste ingenieur-directeur (in 1839 opgevolgd door F.W. Conrad Jr.). Opperde in 1845 plannen om Amsterdam van drinkwater te voorzien vanuit de Vecht of de Lek. Zijn meest bekende werk is het Handboek der waterbouwkunde(1844).

i CPE, NBK

Brandligt,

Laurens
1730-1800

(Amsterdam ca. 1730 - Haarlem ca. 1800), zeevaarder. Was aanvankelijk beurtschipper van Amsterdam op Rouen, Bremen en Hamburg; later kapitein op de vaart naar Suriname. Schreef drie publicaties over de slechte toegankelijkheid van Amsterdam vanuit zee w.o. Scylla en Charybdis; behelzende een project ter verbetering der zeegaten en het vaarwater van Texel en aanwinning van eenige duizend morgen land (1780)
Klik op naam links voor meer publicaties
i BW
Brandsma, Wybe Johanneszn.
1842-1917
(Lemmer 13 apr. 1842 - Lemmer 28 juni 1917), opzichter. Was vele jaren hoofdopzichter van de Prins Alexanderpolder en schreef diverse rapporten zoals Studiën over het verzanden van riviermonden toegepast op en beschouwd in verband met den Waterweg door den Hoek van Holland, benevens een plan tot het maken van een voldoend diepen waterweg door den Hoek van Holland(1878) en Polderbemaling (1897) en artikelen in o.m. De Ingenieur. Was de eerste Nederlander die aandrong op waterloopkundig onderzoek en daarin gesteund werd door J.Kraus
i WND

Breen, van

Leendert Gerardus
1876-1964

(Terneuzen 22 mei 1876 - Woudenberg 26 maart 1964), waterbouwkundige. Werkte vele jaren met verschillende standplaatsen bij RWS, laatstelijk in de rang van waterbouwkundige. Zijn naam leeft voort als de auteur van het klassieke werk Holland's rijshout (1920).
Klik op naam links voor meer publicaties
i
Breggen, van der Joan
1872-1926
(Gouda 20 maart 1872 -Winterswijk 1 januari 1926), ingenieur, leraar. Was, na te zijn afgestudeerd als civiel ingenieur aan de PS in Delft, korte tijd in dienst van RWS in Den Haag. Van 1898 tot 1924 was hij leraar wis- en natuurkunde en leraar tekenen aan de RHBS in Winterswijk. Schreef in de periode 1896-1923 leerboeken over wiskunde en mechanica, een artikel Herziening van de merken van het Amsterdams Peil (1897) en over woonomstandigheden, watervoorziening en afvalwaterlozing in de Gelderse Achterhoek en een artikel De geologie van Winterswijk (1923).
i
Brevet, Abraham Johannes
1830-1889

(IJzendijke 15 dec. 1830 - Maastricht 9 juli 1889), ingenieur. Werkte in dienst van de waterstaat aan de spoorweg van Antwerpen naar Moerdijk. Daarna te Den Haag, Gorinchem, Utrecht, Zutphen (kanaal Apeldoorn-Dieren), Maastricht, Leeuwarden (uitbreiding haven van Harlingen en dam op de Pollen) en Middelburg. Schreef: Memorie behoorende bij het ontwerp voor het maken eener haven te Harderwijk (1865) en, met T.J.Stieltjes: Het kanaal van Apeldoorn naar Dieren (1865).
i NB W2
Brinkhorst, Willem Herman
1885-1952
(Dieren 20 jan. 1885 - Utrecht 5 nov. 1952), ingenieur. Werkte, na in 1907 te zijn afgestudeerd aan de TH te Delft, zijn hele leven bij RWS, o.m. in Den Haag, Alkmaar, Den Bosch, Vlissingen en Utrecht. Was van 1935 tot 1950 HID van RWS in de Directie Utrecht en van 1944 tot 1945 waarnemend DG van RWS. Publiceerde in De Ingenieur o.m. De keersluis te Vlissingen (met C.de Groot; 1929) en De werken van het Amsterdam-Rijnkanaal tussen de Vaartsche Rijn bij Jutphaas en de Lek bij Vreeswijk (1934).
i ING 1953 pA33-A34, PKN, WID5.
Broecke, van den Jacob Pieter
1906-1985
(roepnaam: Jaap; Zierikzee 3 aug. 1906 - Veere 6 nov. 1985), technisch hoofdambtenaar. Was tot zijn pensionering werkzaam bij de Inspectie der Domeinen in Middelburg, de laatste jaren als hoofdopziener. Schreef in de periode daarna de boeken: Beschermd door dijk en duin; bladzijden uit de geschiedenis van de Zeeuwse strijd tegen het water (1975) en Middeleeuwse kastelen in Zeeland (1978). Daarnaast schreef hij diverse artikelen in het tijdschrift Zeeland Magazine, waaronder: Acht eeuwen dijken en polders in Zeeland (1983-1984).
i

Broek, van den

Gerrit-Jan
1879-1935

(Dordrecht 8 nov. 1879 - Bad Nauheim 6 okt. 1935), ingenieur. Werkte, na in 1902 te zijn afgestudeerd als civiel ingenieur aan de PS te Delft, vanuit diverse standplaatsen bij RWS, onderbroken door buitenlandse havenstudies o.a. met J.Kraus en O.C.A.van Lidth de Jeude. Schreef, met H.Wortman, Geschiedenis en beschrijving van het Noordzeekanaal(1909). Ontwikkelde sinds 1923 het eerste Rijkswegenplan (1927), werd HID van de directie Wegenverbetering en was mede-oprichter van het Rijkswegenbouwlaboratorium (1927). Overwerkt bezocht hij de bezweken golfbreker van Leixoes in Portugal, waarna hij overleed in een kuuroord te Bad Nauheim
Klik op naam links voor meer publicaties

i ING 1936 n2 pA11-A13, JCBG, TWG 2001 n2 p48-53, WT.

Bruggeman,

Albert Gijsbertus
1913-2005
(Rotterdam 21 feb. 1913 - Den Haag 11 mei 2005), ingenieur. Studeerde, na de opleiding weg- en waterbouwkunde aan de MTS in Utrecht, aan de TH in Delft waar hij in 1940 afstudeerde als civiel ingenieur. Werkte van 1941 tot 1978 bij de PWS van Zuid-Holland, laatstelijk als adjunct HID belast met waterkering en waterhuishouding. Was, na de stormvloedramp van 1953, nauw betrokken bij de dichting van het dijkgat bij Ouderkerk a/d IJssel en het dijkherstel op Goeree-Overflakkee. Schreef: Nieuw land; overzicht van onze landaanwinning (1951), Enige waterstaatkundige facetten van de afsluiting der zeegaten (met F.P.Mesu; 1954) en Veilig land; overzicht der Deltawerken (1960)
Klik op naam links voor meer publicaties
i LW 1962 n6 p222.
Bruggen, van Jacobus Pieter
1896-1985
(Veendam 29 april 1896 - Rotterdam 26 november 1985), ingenieur. Trad na het behalen van zijn HBS-diploma in 1913 in het leger en studeerde in 1922 af als civiel ingenieur aan de TH in Delft. Sprak en bestudeerde zeer vele talen. Trad in 1924 in dienst van GW van Rotterdam en werd in 1945 directeur. Leidde ontwerp, bouw en realisatie van de Maastunnel te Rotterdam en schreef daarover o.m. De Maastunnel (1945). Was mede-oprichter en directeur van Nedeco in Den Haag. Vestigde zich in 1953 als raadgevend ingenieur te Rotterdam
i WT p172.

Bruijn, de

Maximiliaan
1896-1977
(Rotterdam 18 juli 1896 - Wenum Wiesel 24 feb. 1977), ingenieur. Studeerde in 1922 af aan de TH in Delft. Werkte bij RWS, vele jaren bij de Directie Benedenrivieren, laatstelijk bij de Deltadienst als hoofd van de afdeling Deltawerken Noord. Schreef o.m. De afdamming van de Brielse Maas (1949-1951), De betekenis van de stormvloedkering aan de mond van de Hollandse IJssel(1957) en De afsluiting van het Haringvliet (1958)
Klik op naam links voor meer publicaties
i

Brunings,

Christiaan
1736-1805

(neef van Chr. Brunings (1756); Neckerau 3 nov. 1736 - Den Haag 16 mei 1805), waterbouwkundige. Als 'Inspecteur-Generaal van 's lands rivieren' kwamen sinds 1769 onder zijn leiding vele verbeteringen tot stand aan de Grote Rivieren. Behoorde, met Jan Blanken en Adriaan Goudriaan, tot de belangrijkste adviseurs van Koning Willem I op waterstaatkundig gebied. Schreef o.m.: Verzameling van rapporten, verbaalen en verdere stukken, betreffende de doorsnijdingen en werken, welke sedert de convertie van den jaare 1771 op de bovenrivieren, tusschen Emmerik en Arnhem zijn aangelegd ...(2dln., 1798). Zie ook: J.H.Ferrand.
Klik op naam links voor meer publicaties

i M.DendermondeDe dijken (1957), GWG, GTW, HZH, JCBG, NBW1, P.van Schaik Christiaan Brunings 1736-1805; waterstaat in opkomst (1984), WND, WP7.
Brunings, Christiaan
1756-1826

(neef van Chr. Brunings(1737); Homburg 13 aug. 1756 - Leiden 30 maart 1826), opzichter. Was in dienst van het Hoogheemraadschap van Rijnland voor het kwartier van Spaarndam. Leidde de droogmaking van de Nieuwkoopse en Mijdrechtse Plassen en ontwierp, met A.Blanken, een plan voor droogmaking van de Zuidplas en de Waverveense Plassen. Schreef o.m. Verhandeling over den voordeligsten hoek, onder welken men de puntdeuren eener sluize kan zaamenvoegen (1797). Zie ook: A. de Reus
i JCBG, NBW1, WND.
Brunings, Christiaan
1756-1826

Waterbouwkundige, neef van Christiaan (1736). Hij was in dienst van het Hoogheemraadschap van Rijnland voor het kwartier van Spaarndam. Leidde de droogmaking de Nieuwkoopsche en Zevenhovensche polder en klom vervolgens op tot hoofdingenieur bij Rijkswaterstaat, belast met de dienst Droogmakingen. Hij ontwierp, met Arie Blanken, een plan voor droogmaking van de Zuidplas en de Waverveense Plassen.
i Ramer
Brunings, Christiaan
1810-1873

Waterbouwkundige, provinciaal ing. in Gelderland, betrokken bij traktaat met Belgie over de vaarweg naar Rotterdam
i Ramaer
Burgdorffer, Abraham Cornelius
1862-1932

(Kampen 18 nov. 1862 - Rotterdam 13 dec. 1932), genie-officier, ingenieur. Diende, na in 1883 zijn opleiding aan de MA te Breda te hebben voltooid, tot 1888 bij het leger in NOI. Was van 1891 tot 1899 genie-officier in Haarlem, daarna adjunctdirecteur en van 1910 tot 1922 directeur van GW in Rotterdam als opvolger van G.J.de Jongh. Vervulde een belangrijke rol in de ontwikkeling van de havens en oeververbindingen van Rotterdam. Werd voor zijn inzet na de overstroming van 13-14 Januari 1916 onderscheiden met de watersnood-medaille. Zijn meest bekende publicatie is het boekje Oeververbindingen te Rotterdam(1921).

i ING 1922 (n3 p59 en n18 p355), ING 1933 n13 pA117-A118, NRC 28 april 1922.
Burger, Adriaan
1899-1991
(Dreischor 17 okt. 1899 - Utrecht 27 nov. 1991), ingenieur. Werkte, na in 1925 te zijn afgestudeerd aan de TH in Delft, tot 1927 in Doetinchem en sindsdien bij RWS in Hoek van Holland, bij de aanleg van het Julianakanaal, in Utrecht, Den Haag, Leeuwarden en Groningen. Was sinds 1953 HID in de Directie Gelderland te Arnhem. Schreef enige tijdschriftartikelen w.o. Het Friese Kanalenplan (1949). Zie ook: F.Volker.
i EF, WID6

Burgt, van der

Johan Henri
1897-1977

(IJmuiden 3 juli 1897 - Leeuwarden 10 aug. 1977), ingenieur. Was, na in 1921 te zijn afgestudeerd aan de TH te Delft, werkzaam in verschillende functies bij RWS: te Roermond, Hoorn, Leeuwarden en Rotterdam. Daarna als HID in de directies Bovenrivieren, Noord-Holland, Zuid-Holland en sinds 1953 in Zeeland. Was, na de Februariramp van 1953, belast met de leiding van de Dienst Dijkherstel Zeeland. Schreef voornamelijk in technisch-wetenschappelijke tijdschriften, o.m. De kustverdediging langs het oostelijke deel van de Noordzee en in het bijzonder van Nederland(1933) en Veranderingen in den zeebodem van het Zeegat van het Vlie en in de kustlijn der Waddeneilanden Vlieland en Terschelling (1936) en een hoofdstuk in De Technische Vraagbaak deel W: Stranden en zeeduinen (1951). Vanuit historisch oogpunt interessant is: Het technische beheer van de Nederlandse kust en van het Nederlandse deel van het continentale plat (1968). Zie ook: C.T.C.Heyning
Klik op naam links voor meer publicaties
i ING 1977 p694, LW 1962 n4 p131, WID6.

Burgt, van der

Cornelis (Cees)
1925-2019

ingenieur. Was, na in 1950 als civiel ingenieur te zijn afgestudeerd aan de TH in Delft, vele jaren werkzaam bij verschillende directies van RWS: tot 1955 Zuid-Holland (in 1953 bij dijkherstel in Zeeland), tot 1969 Landaanwinning en Lauwerszeewerken, tot 1971 HID van Benedenrivieren en tot 1985 HID van de Directie Noordzee. Tot 1990 was hij directeur van de Industriële Raad voor de Oceanologie. Hij nam in 1964 en 1968 deel aan de historische wadlooptochten naar Rottum en was van 1971-1990 Nederlands afgevaardigde naar het PIANC. Schreef, naast artikelen in vaktijdschriften, het boekje De Lauwerszee is dicht (met Pieter Terpstra; 1969) en Mijn levensverhaal (autobiografisch; 2013);
Klik op naam links voor meer publicaties

i WWN1 p.227
Buuren, van Johannes Antonius Marie
1884-1970
(Schiedam 8 aug. 1884 - Den Haag 26 april 1970), ingenieur, jurist, minister. Was, na in 1905 te zijn afgestudeerd aan de PS in Delft, als ingenieur werkzaam in NOI bij wegenaanleg, irrigatie, drinkwatervoorziening en havenwerken. Studeerde in 1922 te Leiden af in de rechten en promoveerde in 1929 aan de TH in Delft op Beschouwingen over de economie en het beheer der zeehavens. Was van 1933 tot 1936 directeur van het departement van VW te Bandung en van 1937 tot 1939 minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid.
i BDD, PKN, WID5-6

Caland,

Pieter
1827-1902

(zoon van A.Caland; Zierikzee 21 juli 1827 - Den Haag 12 juli 1902; begraven op Oud Eik en Duinen), ingenieur. Man over wiens grote verdiensten veel is geschreven; gold in zijn tijd als een ingenieur van groot kaliber. Vooral als ontwerper van de Nieuwe Waterweg verwierf hij grote bekendheid; te Rotterdam werd voor hem een monument opgericht. Was van 1874 tot 1876 voorzitter van het KIVI. Hij schreef o.m. Nota over de doorgraving van den Hoek van Holland (1871).
Klik op naam links voor meer publicaties
i AWN3, M.P.de Bruin Waken en bewaren (1981), Eeuwfeest Oranjesluizen (1972), EZ, GGK, GN, GTW, HLR, HNJ, ING 1902 p604, JCBG, NBW5, NGL, J.A.Ringers: Caland en de betekenis van zijn werk voor Rotterdam(1953), SGN, SWW 1972 n4 p15-30, WP7, WT, WWA.

Caland,

Abraham
1789-1869

(Westkapelle 22 maart 1789 - Middelburg 11 april 1869), ingenieur. Heeft in verschillende functies belangrijk werk verricht op het gebied van waterkering en waterhuishouding in Zeeland en Vlaanderen, en adviseerde in waterstaatkundige projecten elders in ons land. Van zijn vele publikaties noemen we: Handleiding tot de kennis der dijksbouw en zeeweringkunde (1833), Eenige beschouwingen over eene Noordzeehaven voor Amsterdam en de afdamming van het IJ bij het Pampus (1863) en Historisch overzicht en opmerkingen betrekkelijk de ontwerpen tot verbinding van de Noord- met de Zuiderzee langs Amsterdam(1869)
Klik op naam links voor meer publicaties

i J.P.van den Broecke: Beschermd door dijk en duin (1975), M.P.de Bruin Waken en bewaren(1981), EZ, GGK, JCBG, NBW5, OTAR 1951 n7 p281-290, WP3.
Caland, Marinus
1858-1925
(zoon van Pieter Caland; Brielle 5 mei 1858 - Den Haag 8 mei 1925), ingenieur. Werkte, na in 1877 als civiel ingenieur te zijn afgestudeerd aan de Polytechnische School in Delft, in verschillende functies bij Rijkswaterstaat. Sinds 1908 was hij HID van de Directie Zeeland, sinds 1911 van Noord Brabant en van 1916 tot 1924 van Zuid Holland. Van zijn weinige publicaties noemen we: De Hondsbossche-Pettemer Zeewering (1897).
i

Canter Cremers,

Jacobus Johannes
1879-1925

(roepnaam: Jaap; zoon van G.G.G.Canter Cremers; Culemborg 1 sep. 1879 - Cairo 21 juni 1925), ingenieur, tekenaar. Was, na in 1902 te zijn afgestudeerd aan de PS te Delft, werkzaam bij RWS in Hoek van Holland, Brielle en Den Haag. Was van 1911 tot 1918 directeur van de vissershaven van IJmuiden. Werkte sindsdien bij RWS te Rotterdam, laatstelijk als HID, aan de verbetering van de Rotterdamse Waterweg en schreef daarover Eenige beschouwingen over benedenrivieren (1911). Kreeg voorts bekendheid door metingen met een zandtransportmeter van eigen ontwerp. Tijdens een verblijf in Egypte, om te adviseren over de waterverdeling van de Nijl, kwam hij vroegtijdig aan de gevolgen van typhuste overlijden. Zijn onderzoekingen naar de invloed van getijden en van het dichtheidsverschil van zout en zoet water op de stroming werden voortgezet door Johan van Veen. Opmerkelijk was zijn buitengewoon tekentalent
Klik op naam links voor meer publicaties

i ING 1925 (n26 p561, n30 p641, n50 p1070-1072), WND
Canter Cremers, Gerhard Gozen Geurt
1839-1904
(Groningen 27 aug. 1839 - Culemborg 6 okt. 1904), genie-officier, dijkgraaf. Was belast met aanleg en beheer van militaire verdedigingswerken vanuit Amersfoort, Veenendaal (aanleg omleidingskanaal in de Grebbelinie), Nijmegen, Gorinchem (Hollandse Waterlinie), Everdingen en Den Haag. Was commissaris van de ontginningsmaatschappij Helenaveen, sinds 1883 dijkgraaf te Culemborg. Schreef: De bedijkingen langs de hoofdtakken van den Rijn; de LekdijkBovendams (1897).

i ING 1905 bijlage p9, NBW7.
Castendijk, Robertus Joan
1849-1931
(Haarlem 31 aug. 1849 - Den Haag 1931), ingenieur. Doorliep, na in 1872 te zijn afgestudeerd aan de PS te Delft, alle rangen bij RWS tot en met die van IG. Was werkzaam in de provincies Drenthe, Noord-Brabant en Utrecht. Leverde een belangrijke bijdrage aan de waterstaatkundige toestand van de Waal en schreef daarover: Boven-Rijn en Waal (1897).
i ING 1931 n50 pA512

Conrad,

Jan Willlem
1795-1853

(Gravenhage, 1 oktober 1795 - Zwolle, 4 april 1853) Zoon van Frederik Willem Conrad Sr. Ingenieur bij Rijkswaterstaat. Hij volgde de militaire school in Den Haag en het Lycée Charlemagne in Parijs. In 1815 trad hij in dienst bij Rijkswaterstaat, waar hij begon als tekenaar en zich opwerkte tot hoofdingenieur. Als zodanig was hij betrokken bij de aanleg van diverse waterwegen. Hij ontwierp ook diverse spoortrajecten, waaronder het traject van Harlingen naar Groningen, en van Leeuwarden naar Meppel.
Klik op naam links voor meer publicaties

i R.A. van Sandick: Conrad een Nederlandsche Waterstaatsdynastie (Eigen Haard, 1903)
Conrad, Martinus Hendrik
1798-1854

(zoon van F.W.Conrad; Spaarndam 25 jan. 1798 - Arnhem 20 juni 1854), ingenieur. Was werkzaam bij de aanleg van diverse scheepvaartkanalen in ons land vanuit Breda, Helmond, Brugge, Den Haag en Arnhem. Adviseerde bij de aanleg van de Donau-Thiess verbinding. Schreef o.m., met H.F.Fijnje van Salverda, Polderdistrict De Bommelerwaard boven den Meidijk (1851)
i NB W2
Conrad, Martinus Johannes
1773-1810

Nederlands waterbouwkundige. Hij werkte aan de strandhoofden bij de Hondsbossche zeedijk en werd daarna kort genieofficier. Hij verliet de militaire dienst en werd opzichter van de Baardwijkse Overlaat.
i Ramaer

Conrad,

Jan Frederik Willem
1825-1902

(kleinzoon van F.W.Conrad Sr.; Maastricht 28 mei 1825 - Den Haag 12 aug. 1902), ingenieur. Een man van zeer grote verdienste op het gebied van ontwerp en aanleg van scheepvaartkanalen, waarvoor hij, als adviseur, ook betrokken was bij de aanleg van het Panama- en Suez Kanaal. Was in de periode 1882 -1902 vijfmaal voorzitter van het KIVI. Schreef over uiteenlopende technische onderwerpen w.o. Verhandeling over de Hondsbossche Zeewering (1864) naar een prijsvraag waarvoor hij met de eerste prijs bekroond werd en Schutsluis Willem III aan de invaart van het Noordhollandsch Kanaal tegenover Amsterdam (1897)
Klik op naam links voor meer publicaties
i EZ, GGK, NBW2, J.W.Welcker Het leven van Jan Frederik Willem Conrad (1904).

Conrad Jr,

Frederik Willem
1800-1870

(Spaarndam 15 feb. 1800 - München 1 feb. 1870), ingenieur. Een zeer veelzijdig man die aan verschillende projecten in binnen- en buitenland gewerkt heeft, vooral aan spoorwegen, kanalen en rivieren. Gold in zijn tijd als een ingenieur van groot kaliber. Mede-oprichter en eerste voorzitter van het KIVI (1847-1860). Stichter van de Conrad-premie, die eens per vijf jaar door het KIVI wordt uitgereikt. Heeft zeer vele publikaties op zijn naam staan, waarvan we slechts noemen: De kleine kanalen (1849). Was ook een verdienstelijk dichter. Overleed te München op terugreis uit Egypte waar hij de opening van het Suezkanaal had bijgewoond.
Klik op naam links voor meer publicaties

i GGK, GN, HZH, JCBG, NBW2, NGL, WP7

Conrad Sr,

Frederik Willem
1769-1808

(Delft 23 dec. 1769 - Halfweg 6 feb. 1808), waterbouwkundige. Groeide op in een weeshuis en ontwikkelde zich, eerst als opzichter bij het Hoogheemraadschap van Rijnland en later als rivierendeskundige, tot een zeer kundig man die het in 1808 bracht tot IG van de Waterstaat. Schreef, met A.BlankenJzn. en S.Kros: Rapport wegens het onderzoek omtrent eene uitwatering te Catwyk aan Zee (1803). Hij overleed op jonge leeftijd aan roodvonk
Klik op naam links voor meer publicaties

i GN, GTW, JCBG, NBW2, WND.

Coppoolse,

Cornelis Willem
1902-1976
(Serooskerke, 11-6-1902 - Den Haag, 14-8-1976) Wiskundige (drs), is begonnen als wiskundeleraar, vanaf 1939 Rijkswaterstaat studiedienst benedenrivieren en vervolgens directie Waterhuishouding en waterbeweging waar hij per 1 juli 1967 met pensioen ging.
Klik op naam links voor meer publicaties
i

Croix, du

Willem Karel
1861-1934
(Alkmaar 31 okt. 1861 - Leiden 29 jan. 1934), ingenieur. Werkte als hoofdingenieur bij RWS in Maastricht, later in Haarlem waar hij verantwoordelijk was voor de bouw van de Middensluis in IJmuiden. Hij schreef hierover: Bouw der nieuweschutsluis te IJmuiden (1897). In 1916 leidde hij als IG van RWS het herstelwerk na de overstroming van de Anna Paulownapolder.
Klik op naam links voor meer publicaties
i

Cruquius,

Nicolaas Samuelsz.
1678-1754

(eigenlijk: Nicolaas Kruik; Delft 2 dec. 1678 - Spaarndam 5 feb. 1754), waterbouwkundige, cartograaf. Was aanvankelijk landmeter, sinds 1733 belast met het toezicht op de uitwateringswerken in het Hoogheemraadschap van Rijnland. Maakte een ontwerp voor droogmaking van het Haarlemmermeer en een plan voor doorgraving van de Hoek van Holland. Kreeg voorts bekendheid door zijn kaart van het Hoogheemraadschap van Delfland. Van zijn geschriften noemen we: Rapport van den professoren 's Gravesande en Wittichius en van den landmeter Cruquius, wegens haaregedaane inspectie van de Merwede van Gorinchem af beneedenwaarts, en wegens de voorgeslagen middelen tot voorkoming van inundatiën(1730). Naar hem is genoemd het in 1846 in gebruik genomen stoomgemaal bij Heemstede, sinds 1934 ingericht als museum. Zie ook: J.G.Bijl, Z.W.Sneller.
Klik op naam links voor meer publicaties
i JCBG, WND, WP7
Déking Dura, Adrianus
1849-1919
(Dordrecht 12 aug. 1849 - Amsterdam 28 nov. 1919; begraven in Den Haag), ingenieur. Werkte, na zijn studie aan de PS te Delft, als opzichter bij de waterstaat in Friesland, daarna te Zaltbommel en Zwolle. Was van 1882 tot 1906 hoofdingenieur van de PWS van Overijssel. Schreef o.m. Verbetering van de kleine rivieren (1887) en Het regime van de kleine rivieren in Overijssel(1889), beide over de Overijsselse Vecht. Was bestuurslid van het KIVI en lid van PS van Zuid-Holland. Werd in Amsterdam overreden door een tram. Zie ook: J.P.Hofstede.
i C.v.Heel. Ir. Adrianus Déking Dura, 1849-1919 (1982), ING 1919 n49 p919, ING 1920 n13 p221-225
Dam, van Jan Cornelis
1931-2004
(Schiedam 26 april 1931 - Pijnacker sep. 2004), ingenieur, geohydroloog, hoogleraar. Studeerde in 1954 af als civiel ingenieur aan de TH in Delft en promoveerde daar in 1964 op een methode van geo-elektrisch onderzoek vangrondwaterstroming. Hij was in dienst van het RID in Den Haag en tot 1968 van RWS bij de Directie Waterhuishouding en Waterbeweging, waarna hij tot 1993 hoogleraar in de hydrologie en waterhuishouding was aan de TH in Delft. Van zijn publicaties in de periode van 1960-2004 noemen we, naast zijn bekende collegedictaten: Geo-elektrisch en geologisch onderzoek van de polder Geestmerambacht (met S. Jelgersma; 1963), Waterhuishouding en hydrologie (inaugurele rede; 1968) en Hydrologie, grondslag voor water- en milieubeheer (uittreerede; 1993).
i
Deckers, Johannes Hubertus Franciscus
1888-1951
(Heeze 3 jan. 1888 - Sint Oedenrode 1 mei 1951), ingenieur, bestuurder. Studeerde in 1915 af aan de LHS in Wageningen en promoveerde daar op: De waterstaatstoestanden in Noord-Brabant binnen het stroomgebied van de Maas voorheen en thans, uit een economisch en landbouwkundig oogpunt beschouwd (1927). Werkte van 1931-1949 als landbouwconsulent in Oostelijk Noord-Brabant. Was daarna watergraaf van Het stroomgebied van de Aa en lid van de EK als deskundige op het gebied van landbouw en waterstaat.
i

Delprat,

Isaac Paul
1793-1880

(Den Haag 25 nov. 1793 - Den Haag 14 mei 1880), officier, leraar. Werkte, na zijn opleiding aan de militaire school in Den Haag, enige tijd bij de waterstaat onder A.Blanken. Was, na in 1813 te zijn gepromoveerd aan de Ecole des Ponts et Chaussées te Parijs, werkzaam als assistent in het onderwijs aan de artillerie- en genieschool in Delft. Sinds 1828 was hij leraar wis- en natuurkunde aan de MA te Breda. Was van 1860 tot 1866 voorzitter van het KIVI. Van zijn publicaties noemen we: Waarnemingen en berekeningen wegens het vermogen der sluizen te Katwijk (met P.Kock; 1853) en Invloed der digting van het Kanaal van Sint Andries op den waterstand van de Waal tusschen Hulhuizen en Bommel (1875)
Klik op naam links voor meer publicaties

i GGK, NBW6.
Deure, van der Pieter
1685-1760

Bovenkarspel - Grootebroek Ontwerp tot een minst kostbaare, zeekerste en schielijkste herstelling van de zorgelijke toestand der Westfriesche zeedijken, zonder dat het voortknagend zeegewormte daaraan eenige hindernis kan veroorzaken(met P.Straat; 1733; nader ontwerp: 1735)
i BW

Dibbits,

Herman Anne Marie Cato
1902-1988
(Velp 16 april 1902 - Wageningen 20 sep. 1988), ingenieur. Was, na in 1924 te zijn afgestudeerd aan de TH in Delft, enige jaren werkzaam in het bedrijfsleven en van 1931 tot 1967 bij RWS. Werkte tot 1946 bij de Directie Wegen, daarna bij de Rijksluchtvaartdienst en bij de Directie Landaanwinning van RWS. Was sinds 1956 hoofd van de afdeling Deltawerken Zuid en van 1964 tot 1967 HID van de Directie Utrecht. Behoort, door zijn duidelijke en motiverende stijl, tot de beste technisch-wetenschappelijke schrijvers. Zijn eerste boek, Nederland waterland, een historisch technisch overzicht (1950) heeft nog nauwelijks aan betekenis ingeboet. Voorts schreef hij De dijken, een nationale uitgave (met M.Dendermonde; 1953) en vele tijdschriftartikelen over o.m. landaanwinning en de Deltawerken. Zie ook: A.G.Maris.
Klik op naam links voor meer publicaties

i AB, LW 1961 n3 p90, WID6, WWN63
Diesen, van Gerrit
1826-1916

(Den Haag 21 mei 1826 - Den Haag 5 april 1916), ingenieur. Studeerde in 1848 af aan de KA in Delft. Veelzijdig man onder wiens leiding grote spoorbruggen zijn gebouwd zoals die te Culemborg in 1868. Namens het KIVI werkte hij mee aan het Woordenboek der Nederlandsche Taal van De Vries en Te Winkel. Werd in 1894 hoofdinspecteur van de waterstaat en schreef o.m. Toestand van de Maas langs Noort-Brabant bij hoogen waterstand (1872). In 1906 werd hij benoemd tot erelid van het KIVI en in 1907 werd hem door de TH in Delft een eredoctoraat verleend

i BWN1, GTW, ING 1906 21 mei, ING 1916 n15 p287, WT.
Diggelen, van Bernard Pieter Gesienus
1815-1868

(Middelburg 31 jan. 1815 - Statenzijl 23 nov. 1868), ingenieur. Werd als twintigjarig waterstaatsingenieur, met standplaats Zwolle, belast met de IJssel boven Katerveer. Won in 1842 een prijsvraag met een plan ter verbetering van de bevaarbaarheid van het Zwolsche Diep: Verhandeling over de verbetering van het Zwolsche Diep; eenige beschouwingen betreffende den physieken toestand der lage bodems in ons vaderland (1843). Hij was de tweede die een plan indiende voor afsluiting van de Zuiderzee: De Zuiderzee, de Friesche Wadden en de Lauwerszee, hare bedijking en droogmaking (1849). Als lid van de TK adviseerde hij in de aanleg van de Staatsspoorwegen en andere grote werken in ons land. Zijn laatste standplaats was Assen van waaruit hij, tijdens een inspectie van de Statenzijl, in een hevige driftbui ter plekke overleed. Zie ook: J.Kater.
i
Dirks, Justus
1825-1886

(Bergen op Zoom 12 jan. 1825 - Amsterdam 25 dec. 1886), ingenieur. Begon zijn loopbaan bij de waterstaat in Zeeuws Vlaanderen, vervolgens te Den Bosch en Gorinchem. Was hoofdingenieur bij de aanleg van het Noordzeekanaal en de afsluiting van het IJ te Amsterdam. Schreef o.m. Nota betreffende de werken van de Amsterdamsche Kanaalmaatschappij (1870). Adviseerde daarnaast in de aanleg van havens in Chili en het Suez-kanaal in Egypte. Algemeen beschouwd als schepper van het Noordzeekanaal, werd in 1923 een monument voor hem opgericht bij de sluizen te IJmuiden. Zie ook: J.G.van Gendt, K.van Rijn.
i ING 1923 n41 p852, JCBG, NBW5, OTAR 1973 n11 p486-492, T.de Vries Eene plaats van grooten omvang (1976), WT.
Dixhoorn, van Jacobus
1928-2005

(roepnaam: Co; Oosterhesselen 8 aug. 1928 - Den Haag 28 maart 2005), ingenieur. Studeerde in 1954 af aan de TH in Delft en trad in dienst van RWS. Had in de periode van 1960 tot 1975 de leiding over de verbeteringswerken van de haventoegangen naar Den Helder, IJmuiden, Scheveningen en Europoort (Hoek van Holland). Was van 1975 tot 1981 HID in de directie Limburg en van 1981 tot 1988 DG van RWS. Hij schreef onder meer: Het systeem De Muralt in Zeeuwsch Vlaanderen en zijn gedragingen tijdens de stormvloed van 1953 (1953) en Nieuwe havenmond Hoek van Holland (1971).

i WB 1998 n12 p462-463.

Does, van der

Jhr Gerrit Willem
1895-1963
(Maassluis 28 feb. 1895 - Vught 23 dec. 1963), ingenieur. Werkte, na te zijn afgestudeerd als civiel ingenieur aan de TH in Delft, bij RWS aan de kanalisatie van de Maas. Schreef in die periode: De stuw in de Maas te Sambeek (1928) en Waterdruk onder defundeering van stuwen en andere waterkeerende kunstwerken (1931). Hierna was hij hoofdingenieur in het arrondissement Zutphen.
Klik op naam links voor meer publicaties
i
Doffegnies, Felix
1856-1924
(Zevenaar 28 juni 1856 - Den Haag 8 okt. 1924), ingenieur. Werkte, na te zijn afgestudeerd als civiel ingenieur aan de PS in Delft, in verschillende rangen en functies bij RWS, laatstelijk als secretaris-generaal van het Departement van Waterstaat. Hij schreef onder meer: De afsluiting van de Maas bij Andel (met C.F.M.H. Schnebbelie; 1897).
i NG 1924 p1008.
Doorn, van Cornelis Johannes
1837-1906

(Hal 5 jan. 1837 - Amsterdam 24 feb. 1906), ingenieur. Werd, na in 1860 te zijn afgestudeerd aan de KA in Delft, toegevoegd aan T.J.Stieltjes voor het ontwerp van de spoorwegen op Java. Werd in 1863 belast met de aanleg van sluizen en een stoomgemaal voor de afsluiting van het IJ bij Schellingwoude. Was van 1872 tot 1880 met I.A.Lindo werkzaam in Japan voor de verbetering van de waterhuishouding. Schreef een afdeling van het handboek Waterbouwkunde(1885) onder redactie van N.H.Henket. Zijn grafmonument bevindt zich op de Oosterbegraafplaats te Amsterdam. Zie ook: G.A.Escher

i ING 1906 5 mei, JS, NBW4.

Dronkers,

Jo Johannis
1910-1973

(Poortvliet 24 mei 1910 - Den Haag 20 feb. 1973), wiskundige. Studeerde van 1928 tot 1934 wis- en natuurkunde in Leiden. Kwam in 1934 in dienst van RWS bij de Studiedienst Benedenrivieren onder Johan van Veen, later bij de Centrale Studiedienst onder J.B.Schijf. In 1939 promoveerde hij in Leiden op een onderwerp uit de zuivere wiskunde. Werkte van 1944-1947 voor de Dienst Droogmaking Walcheren en figureerde in Het verjaagde water (1947) van A.den Doolaard als "de rekenmeester". Had als hoofdwiskundige een belangrijk aandeel in de voorstudies voor het Deltaplan; werd in 1963 hoofd van de Waterloopkundige Afdeling van de Deltadienst van RWS. Schreef o.m. Een getijberekening voor benedenrivieren(1935), De waterbeweging op het geïnundeerde Walcheren (1946) en Tidalcomputations in riversandcoastal waters (1964) dat door het KIVI bekroond werd met de Conrad-medaille. Zie ook: J.Th.Thijsse.
Klik op naam links voor meer publicaties

i EZ, ING 1973 p384, LW 1961 n3 p100, LW 1965 n5 p272, TWG 1996 p6, WND.
Duin, van Jacobus Mattheus
1921-2009
(Zierikzee 21 dec. 1921 - Maastricht 5 aug. 2009), ingenieur. Werkte, na in 1952 te zijn afgestudeerd als civiel ingenieur aan de TH in Delft, tot 1960 bij de Directie Noord-Holland van RWS in Haarlem. Was daarna werkzaam bij de Kon. Mij. Wegenbouw N.V. in Utrecht en van 1965 tot zijn pensionering in 1986 als hoofdingenieur-adviseur bij de PWS van Limburg in Maastricht. Was medeoprichter van het Drielanden Ingenieurs Kontakt. Van zijn publicaties noemen we: Van terp tot klepcaisson (1954), Nederland verovert nieuw land (1954), Water, wind en zand (1956) en De brug en het verkeer (in het maandblad Maasland; 1965-1967).
i
Dwars, Adriaan Wilhelm Carel
1874-1946

(Osaka 9 juni 1874 - Nijmegen 18 dec. 1946), ingenieur, leraar. Studeerde in 1896 af als civiel - en in 1897 als bouwkundig ingenieur aan de PS te Delft. Was bij GW te Utrecht belast met de bouw van bruggen en viaducten en tot 1909 werkzaam in Santiago de Chili, laatstelijk als hoogleraar. Was van 1909 tot 1917 directeur van de MTS in Utrecht. Richtte in 1917 met A.Groothoff en B.A.Verhey te Rotterdam een ingenieursbureau op waaruit DHV te Amersfoort is ontstaan. Was tot 1934 directeur van DHV, daarna raadgevend ingenieur. Schreef: Beknopt leerboek der waterbouwkunde (met M.B.N.Bolderman; 1913). Zie ook: W.Barentsen.

i D.HilleniusDe geschiedenis van het Technisch Adviesbureau voor de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (1992).
Eb, van der Wijnand Jan
1904-1966
(Batavia 11 mei 1904 - Den Haag 11 sep. 1966), ingenieur. Was, na te zijn afgestudeerd als civiel ingenieur aan de TH in Bandoeng, in dienst van de Staatsspoorwegen bij de Afdeling Constructie en Bruggen, eveneens in Bandoeng. In Nederland werkte hij als hoofdingenieur bij de Hoofdafdeling Staalconstructies van de RWS Directie Bruggen in Den Haag. Hij kreeg bekendheid als ontwerper van de Van Brienenoordbrug in Rotterdam. Zijn enige publicatie, The design andconstruction of the Van Brienenoord Bridge acrosstheriver Nieuwe Maas (1968), werd na zijn plotseling overlijden voltooid door zijn collega E. Ypey
i H. ten Bokkel Huinink: Ter herdenking ir. W.J. van der Eb 1904-1966 (1966).

Edelman,

Taco
1908-1983
(Amsterdam 1 juli 1908 - Steggerda 31 juli 1983), ingenieur, kustmorfoloog. Was, na in 1932 te zijn afgestudeerd aan de TH in Delft, werkzaam bij RWS, laatstelijk als hoofd van de afdeling Kustonderzoek van de Directie Waterhuishouding en Waterbeweging in Den Haag. Schreef diverse artikelen over de historisch-geografische - en geomorfologische aspecten van het Nederlandse kustgebied zoals: De Waterstaatskaart van Nederland(1958), Oude ontginningen van de veengebieden in de Nederlandse kuststrook (1958), Riviermonden ten tijde van de Romeinen (1962), De historische veranderingen in de natuurlijke gesteldheid van het Nederlandse Waddengebied(1964), De wegen en plaatsnamen van de Peutinger kaart (1966), Onderzoekingen naar de eigenaardige indeling van de oude Hollandse kustgouwen (1972), Bijdrage tot de historische geografie van de Nederlandse kuststreek (1974) en Uit de historie van de lage landen bij de zee (1975).
Klik op naam links voor meer publicaties
i
Eelde, van Anthon Gerhard Alexander
1862-1950
(Utrecht 30 mrt. 1862 - Bloemendaal 26 juni 1950; begraven in Utrecht), ingenieur. Werkte als jong ingenieur bij de waterstaat in Friesland en schreef daarover: De nieuwe sluis- en dijkwerken te Lemmer(1897). Sinds 1900 werkte hij als raadgevend ingenieur in Afrika. In Zuid Afrika was hij betrokken bij de aanleg en reparatie van spoorlijnen en was enige jaren vice-consul in Johannesburg. In de jaren twintig was hij werkzaam in Noord Afrika.
i

Eerde, van

Lamoraal Albertus Aemilius
1910-1975
(Winschoten 13 dec. 1910 - Overveen 29 okt. 1975), geoloog. Werkte van 1937-1947 als assistent bij de studiedienst van RWS Directie Landaanwinning in Baflo.Studeerde in 1950 af als geoloog aan de RU in Utrecht en werkte als hoofdgeoloog bij de Geologische Dienst in Haarlem. Van zijn publicaties noemen we: De landaanwinning van het Noorderleegs Buitenveld (1942) en Geologisch onderzoek van de Gelderse Vallei (1971).
Klik op naam links voor meer publicaties
i
Egelie, Carolus Franciscus
1896-1970
(Rotterdam 15 jan.1896 - Maastricht 28 feb. 1970), ingenieur. Trad, na in 1920 te zijn afgestudeerd aan de TH in Delft, in dienst van RWS in Limburg. Daarna was hij van 1940-1961 werkzaam als HID van de PWS van Limburg. Schreef onder meer: Enige bijzonderheden betreffende de stuw te Grave (1927) en De problemen van de scheepvaartwegen in het gebied van de Maas (1954).
i WID6
Eggink, Anton
1904-1969
(Bronkhorst 5 nov. 1904 - Utrecht 28 juli 1969), ingenieur. Was, na voltooiing van zijn studie Weg- en Waterbouwkunde aan de TH te Delft in 1927, werkzaam bij verschillende directies van RWS. Was van 1948 tot zijn dood HID van de Directie Sluizen en Stuwen van RWS in Utrecht. Schreef artikelen over diverse waterbouwkundige projecten in De Ingenieur en Land en Water. Kreeg vooral bekendheid als tunnelbouwer en schreef daarover Nederland Tunnelland (1967). Zie ook: P.Blokland.
i BJ70, ING 1969 n34 pA542, LW 1969 n4 p51
Eggink, Hendrik Jan
1923-2002
(Laren 1 mrt. 1923 - Vught 20 dec. 2002), landbouwkundig ingenieur. Was, na in 1949 te zijn afgestudeerd aan de LHS te Wageningen, tot 1967 werkzaam bij het RIZA. Was van 1955 tot 1963 hoofd van het laboratorium te Sappemeer en Baflo, van 1963 tot 1967 afdelingshoofd van het RIZA in Voorburg. Promoveerde in 1965 te Wageningen op Het estuarium als ontvangend water van grote hoeveelheden afvalstoffen; afvoer van het veenkoloniaal afvalwater naar de Eems. Was één van de initiatiefnemers voor oprichting van de STOWA en was van 1967 tot 1986 werkzaam als directeur van de Gemeenschappelijke Technologische Dienst Oost-Brabant te Boxtel.
i
Ehrhardt, Hein
1926-2020
Goes 16 mei 1926 - Leeuwarden 23 mrt. 2010), ingenieur. Was, nadat hij in 1952 als civiel ingenieur was afgestudeerd aan de TH in Delft, zijn hele werkzame leven in dienst van de PWS van Friesland, de laatste jaren als adjunct directeur. Vanwege zijn verdiensten voor cultuur en geschiedenis van de stad Leeuwarden werd hij in 2006 ondercheiden als ereburger. Hij schreef onder meer: Verbetering van de vaarweg naar Drachten (1960), Scheepvaart in Friesland (1963) en Waterkwaliteitsbeheersing in Friesland (1969).
i
Eijsvoogel, Willem Frederik
1894-1977
(Nieuwer Amstel 26 okt. 1894 - Wageningen 28 juli 1977), ingenieur. Werkte, na in 1921 te zijn afgestudeerd aan de TH in Delft, in NOI belast met de leiding van diverse irrigatieprojecten. Was van 1945 tot 1946 hoofd van het Departement van Waterstaat in NOI en van 1946 tot 1965 hoogleraar in de hydraulica aan de LHS te Wageningen, sinds 1960 rector. Schreef verschillende artikelen w.o. De plaats van de weg- en waterbouwkunde in de cultuurtechniek (1955), De afsluiting en gedeeltelijke droogmaking van de Zuiderzee (1957) en twee hoofdstukken in De Technische Vraagbaak deel W (1951).
i WID5-6, WWN63.
Elink Sterk, Augustus
1839-1899

(Den Haag 12 jan. 1839 - Haarlem 10 feb. 1899), ingenieur. Was, als bouw- en werktuigbouwkundige bij de Staatsspoorwegen, o.m. belast met de aanleg van de spoorlijn van Arnhem naar Zutphen. Was daarna opzichter, later ingenieur en stoomwerktuigkundige van de Haarlemmermeerpolder. Schreef o.m. De droogmaking en drooghouding van de Haarlemmermeer(1897)
i AHO, NBW6
Elzelingen, van Johannes Marcus Willem
1859-1929

(Gorinchem 18 aug. 1859 - Den Haag 27 dec. 1929), ingenieur. Was, na zijn studie aan de PS in Delft, van 1882 tot 1888 werkzaam bij RWS in Den Haag, daarna bij PWS in Zeeland, vanaf 1896 als hoofdingenieur bij PWS van Groningen en sinds 1908 als hoofdingenieur bij PWS in Zuid-Holland. Was mede-oprichter van een bureau voor ontwatering (de latere Cultuurtechnische Dienst) en lid van de Zuiderzeeraad. Van zijn publicaties noemen we: Memorie en bijlagen betreffende het waterschap Westerkwartier (1898), De provinciale vaarwegen in Zuidholland (1911) enVerhandeling over de kustverdediging van Delfland(met A.Groothoff, 1914)
i HZH, ING 1927 n53 p1149-1150, ING 1928 n8 p49-50, RKS.
Engel, Hein
1930-2008
(Willemstad, Curaçao 31 mrt. 1930 - Den Haag 9 december 2008), ingenieur. Na in 1954 te zijn afgestudeerd aan de TH in Delft, werkte hij voor OW op Curaçao, daarna bij verschillende diensten van RWS, waar hij o.m. de leiding had over de bouw van de Coentunnel en de Beneluxtunnel (voltooid in 1966 resp. 1967). Van 1975 tot 1986 was hij, als opvolger van H.A. Ferguson, HID van de Deltadienst van RWS. Hij was coauteur van De Nederlandse Delta; een compromis tussen milieu en techniek in de strijd tegen het water (met E.K. Duursma en T.J.M. Martens; 1982). Ref.: Dertien maal Delta (1981).
i
Engelman, Jacob
1757-1826

(Zutphen 1757 - Zutphen 31 mei 1826), ingenieur. Werkte van 1784 tot 1804 bij de Waterstaat als landmeter-ingenieur belast met de inspectie van de Grote rivieren en het herstel van beschadigde rivierdijken. Schreef voor een prijsvraag van de Kon. Hollandsche Mij. der Wetenschappen: Verhandeling over de droogmaking van het Haarlemmermeer en aangelegen veenplassen, doormengd met landbouwkundige aanmerkingen (1820).
i
Epie, l' Zacharias
1695-1760

(Enkhuizen ca. 1695 - Enkhuizen ca. 1760), jurist, bestuurder. Studeerde in 1715 af in de rechtswetenschappen aan de Hogeschool in Franeker bij RuardusAndala. Was schepen van Enkhuizen en werd beschouwd als een vermaard filosoof en waterbouwkundige. Rond 1730 stelde hij voor de Zuiderzee en Waddenzee af te sluiten als maatregel tegen het paalwormprobleem. Hij publiceerde in de periode 1715-1753 onder meer: Onderzoek over de oude en tegenwoordige natuurlijke gesteldheijd van Noord-Holland en West-Friesland, deszelfs rivieren en landen etc. (1734).
i BW5
Ermerins, Jan Gerrit
1852-1911
(Borssele 14 nov. 1852 - Middelburg 18 mei 1911), ingenieur. Werkte, na zijn studie aan de PS te Delft, bij RWS in Terneuzen, Vlissingen, Den Haag, Tiel, Nijmegen, Goes, Utrecht, Heusden en Vlissingen. Nam om gezondheidsredenen in 1901 op eigen verzoek ontslag. Schreef o.m. Beschrijving van de onderloopsheid der sluizen en de verzanding voor den havenmond van het Kanaal door Walcheren te Veere en de aangewende middelen tot herstel (1902).
i ING 1911 n20 p533
Ermerins, François
1827-1915
(roepnaam: Frans; Middelburg 30 mei 1827 - Den Haag 27 dec. 1915), genieofficier. Werkte, na zijn opleiding aan de KMA in Breda, als ingenieur bij de Genie aan verschillende militaire projecten. Hij schreef onder meer: Het Hollandsch Diep (1870).
i

Escher,

George Arnold
1843-1939

(Den Haag 10 mei 1843 - Den Haag 14 juni 1939), ingenieur. Werkte, na in 1863 te zijn afgestudeerd aan de PS in Delft, bij de Staatsspoorwegen in Alkmaar en daarna bij RWS in Arnhem en op Walcheren. Verbleef met C.J.van Doorn enige jaren in Japan. Werkte sinds 1879 bij RWS in Maastricht, sinds 1881 te Breda en van 1890 tot 1908 te Arnhem als hoofdingenieur van Groningen en Friesland belast met de verbetering van de havens van Harlingen, Stavoren en Delfzijl. Schreef o.m. Verslag betreffende het Hoornsche Diep in de provincie Groningen (1896) en Verslag betreffende het Peizerdiep in de provincie Groningen (1896).
Klik op naam links voor meer publicaties

i JS, WT

Esdré ,

Jan
1748-1823

Als zoon van een militiecommandant te Curaçao geboren. Latijnse school in 's-Hertogenbosch, daarna studie in Leiden, promotie in 1773. Na zijn promotie werd hij docent in Dordrecht en in 1760 verhuisde hij naar zijn ouders in Heusden.In 1787 hielp hij daar de orde te handhaven en werd daardoor belastingontvanger in Heusden. Om politieke redenen kreeg hij van 1795 ontslag hiervoor. In 1813 werd hij weer aangesteld. Naast zijn dissertatie en de vertaling van het werk van Van Bleiswyk schreef hij ook een Mineralogisch zak-Laboratorium (1780), een Inleiding tot de kennisse der natuurlijke wijsbegeerte in 6 delen (1782-1788)
Klik op naam links voor meer publicaties
i
Espinasse, de l' Carel Coenraad Johannes
1892-1959
(Haarlemmermeer 30 sep. 1892 - Scheveningen 10 okt. 1959), ingenieur. Studeerde in 1916 af als civiel ingenieur aan de TH in Delft. Na verblijf in het buitenland, woonde hij sinds 1938 in Den Haag en schreef zijn enige bekende publicatie: Inpolderingen in Noord Groningen (1945).
i
Exalto, Johannes Aaldert
1909-1986
(Heukelum 6 nov. 1909 - Zwijndrecht 24 juli 1986), waterbouwkundige. Werkte van 1935 tot 1974 bij RWS - aanvankelijk als opzichter - laatstelijk als waterbouwkundige. Werkte te Gorinchem, Leeuwarden, Groningen, bij de Dienst Dijkherstel Zeeland, als hoofd van de dienstkring Terneuzen en sinds 1960 van de dienstkring IJmuiden. Schreef artikelen in OTAR en Polytechnisch Tijdschrift zoals: Honderd jaar betonblokken voor havenhoofden te IJmuiden (1975) en Honderd jaar Noordzeekanaal (1976).
i

Faddegon,

Pieter PZn
1807-1889

(Gorinchem 30 juli 1807 - Stellenbosch 19 aug. 1889), werktuigbouwkundige, uitvinder. Was horlogemaker te Haarlem, later te Alkmaar. Sloot in 1839 een contract voor de productie van een 'waterbraker' (een soort vijzel). Diende in 1848 een plan in voor afsluiting van de Zuiderzee:De indijking en droogmaking van de Zuiderzee en het IJ, met kanalen vanaf den IJssel bij Arnhem, langs Amsterdam tot in de Noordzee (met J.Kloppenburg; 1848). Emigreerde naar Zuid Afrika en schreef daar, met zijn vader: Herschepping van Nederland door de droogmaking der Zuiderzee als Staatsdomein (1885).
Klik op naam links voor meer publicaties
i GPZ, WG

Ferguson,

Herman Arend
1911-1997
(Voorburg 25 feb. 1911 - Voorburg 10 april 1997), ingenieur. Was, na in 1938 te zijn afgestudeerd aan de TH in Delft, tot 1976 in dienst van RWS. Begon bij de studiedienst van de Directie Benedenrivieren, in 1945/46 bij de Dienst Droogmaking Walcheren; figureerde als "Rafelding" in Het verjaagde water (1947) van A.den Doolaard. Werkte daarna als hoofd van de studiedienst te Vlissingen en na de Februariramp van 1953 bij de Dienst Dijkherstel Zeeland. Van 1956 tot 1960 was hij hoofd van de Waterloopkundige Afdeling van de Deltadienst, daarna van het arrondissement Rotterdamse Waterweg. Was van 1962 tot 1969 HID in de directie Benedenrivieren en van 1969 tot 1976 van de Deltadienst. Schreef o.m. Herstellings- en verbeteringswerken na de ramp van 1 februari 1953 (1954), De verbetering van de toegang uit zee naar de Nieuwe Waterweg (1967), Delta-visie; een terugblik op veertig jaar natte waterbouw in Zuidwest Nederland (1988), Dialoog met de Noordzee (over het ontstaan van de Nederlandse Delta en de invloed van de mens daarop; 1991) en Benedenrivieren in de jaren zestig; persoonlijke herinneringen van een hoofdingenieur-directeur (1995). Voor zijn wetenschappelijke onderbouwing van het Deltaplan ontving hij in 1987 een eredoctoraat van de TU te Delft. Zie ook: J.Th.Thijsse.
Klik op naam links voor meer publicaties

i BDD, De Delta, een Alma Mater? (1976), Dertien maal Delta (1981), WWN1.

Ferrand,

Jean Henri
1792-1866

(Den Haag 21 maart 1792 - Den Haag 21 sep. 1866), ingenieur. Begon als landmeter onder C.Brunings (2) bij de opmeting en droogmaking van de Nieuwkoopse - en Zevenhovense Plassen. Vervolgens had hij Assen, Goeree, Goes, Bergen (Henegouwen) en Arnhem als standplaats. Hier ontwikkelde hij zich als een kundig rivieringenieur die in 1849 tot inspecteur van de waterstaat werd benoemd. Zijn meest bekende publicatie is Memorie over de verdeeling der wateren van den Boven-Rijn, tusschen de Waal, den Neder-Rijn en den IJssel (1847). Zie ook: J.A.van der Kun.
Klik op naam links voor meer publicaties
i JCBG, NBW1, WG, WP3.

Fijnje van Salverda,

Henri François
1796-1889

Amsterdam 21 sep. 1796 - Nijmegen 2 juli 1889), ingenieur. Na zijn studie aan de artillerie- en genieschool te Delft, werkte hij bij de waterstaat in achtereenvolgens Groningen, Arnhem, Luxemburg, Arnhem, Utrecht en Nijmegen, en doorliep daarbij alle rangen. Zijn inzending voor een prijsvraag over de bemaling van de Haarlemmermeer werd beloond met de gouden erepenning: Verhandeling over de middelen tot opbrengen van water door stoomkracht etc. (1844). Zijn grootste verdienste bewees hij echter als rivierdeskundige. Zie ook: M.H.Conrad, L.A.J.W.Sloet van de Beele.
Klik op naam links voor meer publicaties

i BNE, GWG, A.Huet: Ter nagedachtenis aan H.F.Fijnje van Salverda(1894), JCBG, NBW1.
Fijnje van Salverda, Johannes Gerardus Wybo
1822-1900

(zoon van H.F.Fijnje van Salverda; Arnhem 22 nov. 1822 - Arcachon, Frankrijk 3 sep. 1900), ingenieur. Was, na in 1842 te zijn afgestudeerd aan de MA in Breda, werkzaam als ingenieur bij de waterstaat in Maastricht, Utrecht, Den Haag en Den Briel. Werkte sinds 1853 bij de aanleg van de spoorlijn Antwerpen-Rotterdam en was sinds 1870 voorzitter van de raad van toezicht op de spoorwegdiensten te Utrecht. Verhuisde in 1889 naar Frankrijk. Schreef o.m. Het slibgehalte van het water van eenige Nederlandsche rivieren (1882) en Beschouwingen over eenige rivieren waaronder Nederlandsche in verband met de handels- en scheepvaartbelangen etc. (4 dln.; 1884-1888).

i ING 1902 p91-132, NBW1.

Franx,

Cornelis
1893-1981
(Bovenknijpe 6 feb. 1893 - Wassenaar 15 juni 1981), ingenieur. Was, na in 1920 te zijn afgestudeerd als civiel ingenieur aan de TH in Delft, in dienst van GW Rotterdam. Bij de bouw van de Parksluizen, omstreeks 1930, verrichtte hij oudheidkundig bodemonderzoek ter plaatse. Sinds die tijdwas hij, tot zijn pensionering, adjunct-directeur van GW. Schreef in de periode van 1933-1965 onder meer: Geo-hydrologisch onderzoek ten behoeve van een complex werken te Rotterdam (1933), De strijd tegen het water in het middeleeuwsche Rotterdam (1945), Merkwaardige oude funderingen blootgelegd in Rotterdam (1948) en De ontwikkeling van de kademuurbouw in Rotterdam (1957).
Klik op naam links voor meer publicaties
i

Fries,

Gerrit Piet
1901-2003
(Terschelling 5-11-1901, Terschelling 7-5-2003). Hij is in 1937 afgestudeerd en in 1938 bij de Dienst Zuiderzeewerken begonnen. Hij had de leiding voor de bouw van de gemalen bij De Lemmer en bij Urk. In 1962 was hij secretaris van de NEN commissie Gewapend Beton.
Klik op naam links voor meer publicaties
i

Frijlink,

Hendrik Christoffel
1922-2011
(roepnaam: Hein; Mamoedjoe NOI 9 dec. 1922 - Rijswijk 15 apr. 2011), ingenieur. Studeerde in 1950 af als civiel ingenieur aan de TH in Delft. Werkte van 1949 tot 1953 bij het WL in Delft waar hij een formule ontwikkelde voor de berekening van bodemtransport in rivieren. Werkte vanaf 1953 bij Nedeco in Den Haag, van 1963 tot 1985 als directeur.
Klik op naam links voor meer publicaties
i WWN1
Geers, Frederik Jan Bernardus Gerhard
1896-1987
(Borculo 7 juni 1896 - Den Haag 16 jan. 1987), ingenieur. Was, na in 1921 te zijn afgestudeerd aan de TH in Delft, werkzaam bij de Dienst der ZWW. Volgde in 1956 J.F.R.van de Wall op als HID, in 1961 opgevolgd door F.L.van der Bom. Schreef een hoofdstuk in De Technische Vraagbaak deel W: Rijswerk (1951). Verder o.m. De Noord-Oost-Polder der Zuiderzeewerken (1943), Het herstel van den Wieringermeerdijk (1945), De dijken van Oostelijk Flevoland (1954) en De Zuiderzeewerken in hun ontwikkeling (1961).
i LW 1961 n4 p136-138, WWN63, ZJI.

Gelinck,

Willem Godefridus Cornelius
1873-1946
(Den Haag 23 jan. 1873 - Heemstede 20 juli 1946), ingenieur. Doorliep, na zijn studie aan de PS te Delft, vele rangen bij RWS en was sinds 1921 hoofdingenieur in Noord-Holland. Was sinds 1921 lid van de Staatscommissie Zuiderzee. Zijn grote verdienste was de totstandkoming van de zeer grote Noordersluis te IJmuiden waarover hij schreef: De werken te IJmuiden in verband met den bouw van de groote sluis (1924). Werd gepensioneerd als IG-titulair van de RWS.
Klik op naam links voor meer publicaties
i ING 1946 pA480, Jaarboek Haarlem (1946), NP 1967.
Geus, de Arie
1788-1849

(Werkendam 25 okt. 1788 - Den Bosch 13 sept. 1849), ingenieur. Begon als landmeter en opzichter onder C.Brunings (2), werd DG van de bruggen en wegen in Den Bosch en werkte vervolgens als hoofdingenieur van de provincie Noord-Brabant. Werkte mee aan het Aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden van A.J.van der Aa. Schreef o.m. Geschiedkundige beschrijving der overlaten in de provincie Noord-Braband (1844).
i JCBG, NBW2.
Glerum, Anthony
1932-2011
(roepnaam: Toon; Enschede 12 aug. 1932 - Wassenaar 1 sep. 2011), ingenieur, hoogleraar. Werkte, na in 1956 als civiel ingenieur te zijn afgestudeerd aan de TH in Delft, bij de directie Sluizen en Stuwen van RWS in Utrecht, waar hij in 1977 H.C. Wentink opvolgde als hoofd van de afdeling tunnelbouw. Was van 1980-1993 hoogleraar constructieve waterbouwkunde aan de TU in Delft, als opvolger van P.A. van de Velde. Hij gold als een expert in tunnelbouw, met name van tunnels geboord volgens de schildmethode. Publiceerde in de periode 1962-2000 onder meer: De spuisluis in het Haringvliet (1962), Wereldhaven van morgen: de bouw van de nieuwe havenmond bij Hoek van Holland (met J. van Dixhoorn;1967) en Kennis, kunde, kunstwerken (inaugurele rede; 1981).

i
Glopper, de Robert Jan
1928-2010
(roepnaam: Rob; Sleen 30 nov. 1928 - Kampen 15 dec. 2010), bodemkundige. Studeerde cultuurtechniek aan de LHS in Wageningen waar hij in 1956 afstudeerde als landbouwkundig ingenieur. Werkte tot 1963 bij de Directie Landaanwinning van RWS in Baflo en tot 1989 bij de Landbouwkundige hoofdafdeling van de RIJP in Kampen. Van zijn publicaties noemen we: Grasmat op dijken (1957) en Landaanwinning in het Waddengebied (1964).
i
Goemans, Tom
1942-2002
(Rotterdam 8 jan. 1942 - Amersfoort 21 aug. 2002), ingenieur, hoogleraar. Was, na in 1964 te zijn afgestudeerd als werktuigbouwkundig ingenieur aan de TH in Delft, aldaar werkzaam als wetenschappelijk medewerker en promoveerde er in 1972. Werkte enige jaren bij RWS als hoofd van de afdeling Bedrijfsbeheer van de Deltadienst. Als buitengewoon hoogleraar beleidsanalyse was hij verbonden aan de TU in Delft en van 1981-1988 was hij directeur van SIBAS (Samenwerkende Instellingen t.b.v. Beleidsanalytische Studies) te Delft. Van zijn publicaties over de periode van 1969-1995 noemen we : Analyse Oosterschelde alternatieven (de zogenoemde Witte Nota; met anderen; 1976) en The Delta project; The Netherlands experiencewith a megaproject for flood protection (met Tj. Visser; 1987).
i

Gorkum, van

Jan Egbert
1780-1862

(Arnhem 28 nov. 1780 - Vuren 9 feb. 1862), genie-officier, ingenieur. Genoot zijn opleiding aan de artillerie- en genieschool te Zutphen. Was onder generaal C.R.T. Krayenhoff belast met opmetingen voor een algemene kaart van ons land die in 1821 gereed kwam. Nam deel aan het ontwerp van de verdediging van de steden Amsterdam, Antwerpen en Bergen op Zoom. Vervaardigde diverse militair-strategische kaarten van verschillende delen van ons land en schreef in de periode 1807-1862 een aantal publicaties waaronder: Gemotiveerd voorstel ... met een ontwerp van een kanaal ter vereeniging der rivieren de Maas en de Schelde als middel ter verdediging van Neerlands grondgebied, ontginning en verbetering van zijne gronden en bevordering van zijn handel en doorvoer (1855).
Klik op naam links voor meer publicaties

i BW; M.D. Lammerts. Generaal Jan Egbert van Gorkum 1780-1862 (1950).

Goudriaan,

Adrianus François
1768-1829

(Ameide 1 aug. 1768 - Rijswijk 1 juni 1829), waterbouwkundige. Werkte in verschillende functies bij de waterstaat vanuit diverse standplaatsen: Amsterdam, Oost-Vlaanderen, Nieuwediep, Alkmaar, Medemblik, Amsterdam, Kampen, Breda en Den Haag. Werd in 1827 IG van de waterstaat. Behoorde, met Christiaan Brunings en Jan Blanken, tot de belangrijkste adviseurs van Koning Willem I op waterstaatsgebied. Van zijn publicaties noemen we slechts: Verhandeling over de afdamming van het IJ (1824).
Klik op naam links voor meer publicaties

i JCBG, De physique existentie dezes lands (1987), NBW1, M. Westphal: Adrianus Francois Goudriaan (1768-1829): biografie van een omstreden Inspecteur-Generaal uit de beginjaren van 's Rijks Waterstaat (1998), WND.

Goudriaan,

Barend
1728-1805

Landmeter en waterbouwkundige, wekte aan de Haarlemmermeerplannen en bij Texel. Hij was later verantwoordelijk voor de baggerwerken in Amstedam
Klik op naam links voor meer publicaties

i Westphal,, M., Adrianus François Goudriaan (1768-1829) : biografie van een omstreden Inspecteur-Generaal uit de beginjaren van 's Rijks Waterstaat

Goudriaan,

Bernardus Hermanus
1796-1842

Zoon van Adrianus Goudriaan, heeft de uitvoering van de Zuid-Willemsvaart geleid. Hij is daarna spoorwegingenieur geworden
Klik op naam links voor meer publicaties

i Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 1
Graaff, de Gerardus Bastiaan Remond
1891-1969
(Den Haag 8 mei 1891 - Den Haag 4 feb. 1969), ingenieur. Was, na in 1918 te zijn afgestudeerd aan de TH in Delft, werkzaam bij RWS, sinds 1955 als hoofdingenieur bij de Hoofddirectie van de Waterstaat in Den Haag. Was van 1956 tot 1962 erevoorzitter van de Vereniging "Eendracht maakt Macht". Schreef o.m. Enige vraagstukken op het gebied van de waterhuishouding in Nederland (1948) en was daarmee de eerste in ons land die het begrip 'waterhuishouding' een duidelijker en ruimer inhoud gaf.
i ING 1969 pA141

Greve,

Antonie
1796-1857

Begonnen als landmeter, opgewerkt tot hoofdingenieur in Zuid Holland. Onderzoek naar het zeegat van Goeree
Klik op naam links voor meer publicaties

i ramaer

Groen,

Pier
1912-1995

(Sneek 6 dec. 1912 - Niersen gem. Epe 11 mei 1995), oceanograaf, hoogleraar. Studeerde wis- en natuurkunde aan de VU van Amsterdam en in Leiden en promoveerde in 1942 in de natuurkunde aan de VU van Amsterdam. Was sinds 1941 wetenschappelijk medewerker van het KNMI in De Bilt en sinds 1952 hoogleraar in de meteorologie en geofysische wetenschappen aan de VU van Amsterdam. Schreef o.m. Zeegolven (met R.Dorrestein; 1949), De wateren der wereldzee (1951) en De uitwerking van de wind over de Groninger Waddenzee op de hoogwaterstanden van Delfzijl (met G.Verploegh; 1955). Het wiki-icoon geeft een pdf-download.
Klik op naam links voor meer publicaties

i VVU, WID6, WWN63.
Groenendaal, Jan
1857-1930
(Heerewaarden 7 aug. 1857 - Hurwenen 28 aug. 1930), ingenieur. Was, na in 1880 te zijn afgestudeerd aan de PS in Delft, tot 1881 werkzaam voor RWS bij de normalisering van de Waal en tot 1892 bij de aanleg van het Merwedekanaal te Gorinchem. Daarna was hij van 1892-1918 werkzaam als hoofdingenieur bij het Hoogheemraadschap van Delfland. Schreef onder meer: De zeeweringen en duinen van het Hoogheemraadschap van Delfland (1897).
i

Groot, de

Albertus Theodorus
1870-1928
(Beverwijk 16 nov. 1870 - Arnhem 7 feb. 1928), ingenieur. Was, na in 1894 te zijn afgestudeerd aan de PS te Delft, werkzaam bij RWS in Den Haag, Terneuzen en Brielle. Van 1905 tot 1912 was hij vanuit Alkmaar belast met het onderhoud van de Noord-Hollandse kust. Had daarna, met standplaats Rotterdam, de leiding over de werken aan de Rotterdamse Waterweg en in Hoek van Holland. Trad in 1922 op als adviseur voor het Suezkanaal en in 1924 voor het Kanaal van Korinthe. Was sinds 1925 HID van RWS in Groningen en Overijssel. Schreef als vaarwegdeskundige het voortreffelijke boek De waterweg langs Rotterdam naar zee, 1866-1916 (met A.B.Marinkelle; 1916).
Klik op naam links voor meer publicaties
i ING 1928 n20 pA138-A141
Groot, de Cornelis
1898-1983
(Rotterdam 19 feb. 1898 - Utrecht 15 sep. 1983), ingenieur. Was, na in 1923 te zijn afgestudeerd aan de TH in Delft, van 1925 tot 1931 in dienst van RWS bij de aanleg van havenwerken te Vlissingen en Breskens. Was van 1931 tot 1946 betrokken bij de aanleg van het Amsterdam-Rijnkanaal, tot 1950 hoofdingenieur in het arrondissement Leeuwarden en tot 1963 HID van RWS in de Directie Utrecht. Schreef o.m. De keersluis te Vlissingen (met W.H.Brinkhorst; 1929) en Het Amsterdam-Rijnkanaal (1952).
i WID6
Groothoff, Arnold
1883-1971
(Gantung NOI 1 mei 1883 - Amersfoort 9 juni 1971), ingenieur, industrieel adviseur. Werkte na in 1904 te zijn afgestudeerd aan de PS te Delft in zeer uiteenlopende tijdelijke betrekkingen o.m. in Perzië en NOI. Was mede-oprichter van ingenieursbureau Dwars, Groothoff en Verhey te Amersfoort, later als DHV bekend. Richtte zich op adviserende taken en bedreef economische en technische journalistiek. Schreef o.m. Historisch-technisch dijkonderzoek in Noordholland (1917).Zie ook: J.M.W.van Elzelingen.

i BWN3, ING 1971 n26 pA445, PKN, WID5-6.
Haersolte, van baron Jan Willem Jacobus
1877-1950
(Zwolle 28 sep. 1877 - Den Haag 21 mrt. 1950), marine-officier. Was, na zijn opleiding aan het KIM, van 1901 tot 1904 werkzaam bij de marine, tot 1912 als inspecteur bij de spoorwegen, tot 1918 als ingenieur bij de Octrooiraad en sindsdien tot zijn dood als directeur van het Instituut voor Scheepvaart en Luchtvaart te Rotterdam. Schreef o.m. Het gulden boek der zee (1914), Onze visscherij op Noord- en Zuiderzee (1924) en Vaar wel! (ca. 1934).
i Nederlandsch Adelsboek 1994 p72-73.

Hakkeling,

Berend
1900-1990

roepnaam: Bé; Muntendam 28 okt. 1900 - Ter Apel 5 nov. 1990), waterbouwkundige, redacteur. Werkte zich op van timmermansleerling tot hoofdwaterbouwkundige bij de RWS. Was van 1922 tot 1934 werkzaam bij de bouw van de Noordersluis te IJmuiden, daarna bij de aanleg van het Amsterdam-Rijnkanaal en bij het beheer van de Rotterdamse Waterweg. Redigeerde sinds 1955 vele jaren het tijdschrift OTAR en schreef daarin o.m. De schutsluis c.a. te Wijk bij Duurstede (met J.C.Visser; 1939), Het sluizencomplex te Ravenswaaij(1940), Zink- en aanverwante werken, en De bijzondere ontwikkeling van het rivierengebied benedenstrooms van Rotterdam (1970).
Klik op naam links voor meer publicaties
i

Haring,

Jacobus
1913-1989

(roepnaam: Jaap; Hoorn N.H. 30 mrt. 1913 - Den Haag 25 feb. 1989), onderwijzer, ambtenaar, schaker. Was aanvankelijk onderwijzer, maar werkte sinds 1943 bij RWS, de laatste jaren als technisch hoofdambtenaar bij de Waterloopkundige Afdeling van de Deltadienst in Den Haag. Hier schreef hij onder meer: Hydrometrisch onderzoek van de Waterloopkundige Afdeling der Deltadienst (1965) en Historische ontwikkeling van het vloed- en ebvolume en van het profiel van de getijwateren en rivieren in het noordelijk bekken gedurende de periode 1879-1966 en een prognose voor de toestand na de afsluiting van het Haringvliet (1970). In de periode 1965-1975 was hij internationaal schaakmeester voor probleemcomposities en was hij secretaris van de Nederlandse Bond van probleemvrienden.
Klik op naam links voor meer publicaties

i
Harmsen, Willem Jacobus Hendrikus
1886-1954

(Zutphen 4 jan. 1886 - Den Haag 11 jan. 1954), ingenieur. Werkte na zijn studie aan de PS te Delft zijn hele leven bij RWS. Verwierf bekendheid sinds hij in 1928 vanuit Den Haag belast was met ontwerp en bouw van verkeersbruggen over de Grote Rivieren: Keizersveer, Zaltbommel, Arnhem, Nijmegen, Vianen, Moerdijk, Hedel, Hendrik-Ido-Ambacht en Dordrecht. Schreef daarover: Bruggenbouw in verband met de aanleg van het Rijkswegennet in Nederland (1939). Volgde in 1945 L.R.Wentholt op als DG van RWS en kreeg in 1947 een eredoctoraat van de TH te Delft (promotor: J.W.Thierry). Werd in 1951 als DG opgevolgd door A.G.Maris. Was lid van de Deltacommissie en van 1953 tot 1954 erevoorzitter van de Vereniging "Eendracht maakt macht" (vakbond van waterstaatsambtenaren).

i AB, BDD, DLW, GTW, ING 1954 pA85-A86, WID5, WT.
Hasselt, van Johannes
1850-1917

(roepnaam: Johan; Sneek 5 mei 1850 - Heemstede 5 februari 1917), ingenieur. Werkte, na zijn studie aan de PS te Delft, korte tijd bij de waterstaat en een jaar als leraar aan de KMA te Breda. Daarna, als zelfstandig raadgevend ingenieur, ontwerper van o.m. enige stoomgemalen en in 1881 grondlegger van het ingenieursbureau J.van Hasselt en de Koning te Nijmegen. Was vanaf 1888 tevens in dienst van de Duinwater Maatschappij te Amsterdam; droeg in 1894 de leiding van het bureau over aan J.de Koning. Werd in 1896 directeur van de Gemeentewaterleidingen in Amsterdam en was van 1900 tot 1907 directeur van PW van Amsterdam. Van Hasselt was lid van de Raad van Bestuur van het KIVI. Hij schreef o.m. Rapport over den waterstaatkundigen toestand van het waterschap van Vollenhove en over de middelen daarin verbetering te brengen (met J.de Koning; 1912). Zie ook: J.de Koning

i BWG1, CPE, Hakoerier (1981),Honderd jaar Haskoning (1981), ING 1917 n6 p110, ING 1917 n16 p282-285, RHN p15.
Havelaar, Jacob Petrus
1840-1918

(Rotterdam 23 feb. 1840 - Den Haag 17 april 1918), ingenieur, minister. Was werkzaam bij verschillende waterstaatswerken: beheer van de Lekdijk-Bovendams, bouw van de Maasbrug bij Roermond, leider van grondboringen in het zuidelijk deel van de Zuiderzee en verbetering van de afwatering rond Coevorden. Schreef o.m. Memorie over den Lekdijk-Bovendams (1878). Als minister van waterstaat bevorderde hij de afvoerverbetering van de kleine rivieren in het oosten van ons land. Was lid van de EK en TK en directeur van Posterijen en Telegrafie

i BD1,WG
Heemskerck van Beest, van den Jhr. Jacob Eduard
1890-1963
(Utrecht 6 jan. 1890 - Leiden 12 juni 1963), ingenieur. Werkte, na in 1915 te zijn afgestudeerd aan de TH in Delft, tot 1919 bij RWS in IJmuiden. Was daarna in dienst van PW van Amsterdam, van 1947 tot 1951 als directeur, en sindsdien als zelfstandig raadgevend ingenieur. Schreef artikelen inDe Ingenieur en Polytechnisch Tijdschrift alsmede enkele monografieën w.o. Honderd jaar Publieke Werken 1850-1950 (1950) en De IJ-oever verbinding (1950).
i PKN, WID5-6.
Hemert, van Alphonse Constant Charles Godefridus
1857-1926

waterbouwkundig ingenieur. Hij was oprichter en oud-directeur van de Hollandsche Maatschappij tot het maken van werken in Gewapend Beton en van de Hollandsche Aanneming Maatschappij.

i van Maanen, W.C.in de Ingenieur 1926

Henket,

Nicolaas Hubert
1829-1904

(Sint Pieter 7 nov. 1829 - Den Haag 12 mei 1904), waterbouwkundige, hoogleraar. Deed, na zijn opleiding tot landmeter, veel praktijkervaring op bij verschillende waterstaatswerken. Assisteerde T.J.Stieltjes bij de aanleg van spoorwegen op Java. Deze droeg hem, ondanks zijn beperkte opleiding, voor als hoogleraar aan de PS te Delft, waarvan hij van 1895 tot 1897 directeur was. Schreef o.m. Kanaal van Amsterdam door de Geldersche Vallei naar de Waal (1879). Redigeerde, met C.M.Schols en J.M.Telders, het handboekWaterbouwkunde (1885). Zie ook: C.J.van Doorn.
Klik op naam links voor meer publicaties

i DLW, ING 1905 p438, NBW6

Heurn, van

Jhr Johan
1854-1903

(Den Bosch 30 oct. 1854 - Den Haag 25 jan. 1903), ingenieur. Na zijn studie aan de PS te Delft was hij tot 1883 in dienst van de PWS van Noord-Brabant betrokken bij de verlegging van de Maasmond. Later, bij de Algemene Dienst van de waterstaat in Den Haag werkte hij aan de verbetering van de waterhuishouding in oostelijk Noord-Brabant en aan de bouw van de vissershaven te Scheveningen. Won diverse technische prijsvragen. Was redacteur van De Ingenieur en publiceerde daarin diverse artikelen w.o.De opheffing der gemeenschap van Waal en Maas te Heerewaarden(1888) en De Zuiderzee en het tijdperk der Middeleeuwen (1892).
Klik op naam links voor meer publicaties

i NG 1903 7 maart, NBW4.
Heyning, Cornelis Theodoor Christiaan
1888-1986
(Bogor NOI 27 feb. 1888 - Den Haag 5 okt. 1986), ingenieur. Werkte, nadat hij in 1911 was afgestudeerd aan de TH in Delft, tot 1917 bij de spoorwegen in NOI. Was daarna in dienst van RWS te Roermond, IJmuiden en van 1938 tot 1945 werkzaam als HID in de directie Utrecht en in 1943 als waarnemend DG van RWS. Was tenslotte DG van de Rijksgebouwendienst in Den Haag. Schreef artikelen in De Ingenieur w.o. Het kanaal van Wessem naar Nederweert (met J.H.van der Burgt; 1928).
i PKN, WID5-6

Heyst, van

David Adriaan
1879-1966
(Leiden 16 jan. 1879 - Den Haag 1 juni 1966), ingenieur. Was, na zijn studie aan de PS te Delft, in dienst van RWS werkzaam te Brielle, Den Haag, Breda en Zutphen. Sinds 1926 hoofdingenieur van de Algemene Dienst van RWS in Den Haag. Schreef naar aanleiding van de zware stormvloed: Aanteekeningen omtrent de gevolgen van zware stormvloeden tusschen 1500 en 1825 voorgekomen, van de dijken en polders langs het zuidwestelijk deel der Zuiderzee (1916). Was lid van de Centrale Taalcommissie voor de Techniek.
Klik op naam links voor meer publicaties
i ING 1966 pA365, WID5-6.
Hofstede, Joan Pieter
1858-1928
(Bandjermasin NOI 15 nov. 1858 - Nijmegen 16 jan. 1928), ingenieur. Werkte, na in 1882 te zijn afgestudeerd aan de PS te Delft, bij de PWS van Drenthe waar hem in 1910 eervol ontslag werd verleend als ingenieur-chef. Van hem is slechts bekend: Rapport betreffende onderzoek naar de middelen tot verbetering van den waterafvoer bij Zwartsluis naar zee (met A.Déking Dura; 1898).
i ING 1928 n5 pA27

Hogerwaard,

Martinus Bartholomeus George
1842-1925
(Delft 2 sep. 1842 - Den Haag 16 mei 1925), ingenieur. Werkte, nadat hij in 1863 was afgestudeerd aan de KA in Delft, bij RWS achtereenvolgens in Den Haag, Den Bosch, Den Haag, Middelburg, Veere, Vlissingen, Den Bosch, Utrecht, Gorinchem en Zutphen. Ontving in 1876 de Zilveren Watersnoodmedaille. Was sinds de oprichting in 1881 hoofdingenieur belast met de leiding van de PW in Zeeland te Middelburg. Schreef het zeer uitvoerige standaardwerk De oeververdediging in Zeeland sedert 1860(12 dln., 1884-1908).
Klik op naam links voor meer publicaties
i M.P.de Bruin Waken en bewaren (1981), EZ, ING 1925 n39 p830-832.

Homan van der Heide,

Jan
1865-1945

na opleiding naar Ned. Indie, daarna advies irrigatie in Thailand. In 1914 terug in Nederland, kort bij RWS. Werd een vriend van Musssert. Na de oorlog geinterneerd en tijdens internering overleden
Klik op naam links voor meer publicaties

i Bothof, Gerrit (oktober 2012). Een waterkoning in woelig vaarwater. Gearchiveerd o
Hooft , van der Willem Herman Johan
1896-1990

(Aardenburg 27 dec. 1896 - Goes 30 okt. 1990), waterbouwkundige, leraar. Begon zijn loopbaan als opzichter en sinds 1919 als technisch ambtenaar van RWS bij werken aan het Wilhelminakanaal. Was van 1927 tot 1937 directeur van de Zeeuwsche Beton Maatschappij. In 1922 mede-oprichter en leraar van het Zeeuwsch Technisch Instituut te Goes; van 1937 tot 1974 eigenaar en directeur hiervan. Was van 1952 tot 1961 tevens leraar civiele techniek aan de HTS te Vlissingen. Bewerkte, van de 7e druk (1968) van het leerboek Waterbouwkunde door M.B.N.Bolderman en A.C.W.Dwars, de delen 3 (met P.J.Colijn) en 5 (met P.Barentsen).

i E.P.de Vries. Vijftig jaar bij de tijd; geschiedenis van de HTS-Vlissingen 1947-1997 (1997).
Hoogenboom, Bartel
1842-1924
(Renesse 29 sep. 1842 - Leiden 21 sep. 1924), ingenieur. Doorliep, na zijn studie aan de KA te Delft, alle rangen bij de waterstaat t/m die van IG van de RWS. Werkte aan de aanleg en verbetering van vaarwegen zoals de Zuid- Willemsvaart, de haven van Hoorn en de toegang tot Enkhuizen. Schreef o.m. De uitgevoerde werken tot verbetering van het Krabbersgat bij Enkhuizen (1883)
i ING 1924 p762

Hoolwerff, van

G.H.
1909-1990
(12-08-1909, Bilthoven 13-08-1990) {geboorte en overlijdensdatum niet zeker) Afgestudeerd in juni 1939 aan de TH Delft, daarna gaan werken bij de Dienst Zuiderzeewerken. In 1954 overgeplaatst als hoofdingenieur naar de Afdeling Afwikkeling Regiecontracten van de Deltadienst. In 1963 Officier in de Orde van Oranje-Nassau. In 1949 secretaris van Rotary in Kampen.
Klik op naam links voor meer publicaties
i
Hopmans, Johannes Jacobus
1898-1976
(Naarden 13 feb. 1898 - Den Haag 23 mrt. 1976), ingenieur. Studeerde in 1920 af als scheikundig ingenieur aan de TH in Delft en trad datzelfde jaar in dienst van het toen opgerichte Rijksinstituut voor Zuivering van Afvalwater in Den Haag. Was tot 1928 gedetacheerd in Groningen voor onderzoek van het veenkoloniaal afvalwater. Van 1957 tot 1964 was hij HID van het RIZA, sinds 1958 in Voorburg. Van zijn publicaties in de periode van 1944-1971 noemen we: Bestrijding van de vervuiling van de beken in Twenthe (1951), Gezondheidszorg voor de Nederlandse oppervlaktewateren (1955) en Stand van de maatregelen ter bestrijding van de verontreiniging van de Rijn (1961).
i 50 Jaar zuivering van afvalwater (1970).
Hora Siccama, Harco Theodorus
1842-1921

lid van de adellijke familie Siccama, Nederlands waterbouwkundige, hoofd openbare werken in Demerara en gemeenteraadslid in Den Haag. Actief voor de aanleg van een haven in Scheveningen.

i
Houwink, Jacobus
1846-1924
(Meppel 26 okt. 1846 - Meppel 16 sep. 1924), civiel ingenieur, koopman. Na enige jaren als technicus in Duitsland te hebben gewerkt, vestigde hij zich in 1880 te Meppel als adviserend ingenieur en handelaar in landbouwmachines. Adviseerde op het gebied van waterhuishouding en infrastructuur en schreef: Ontwerp eener bemaling voor het Eerste Dijksdistrict van Overijssel, het Meppeler Diep en den Hasselter Polder (1909).
i
Hubrecht, Willem Herman
1839-1888

(Leiden 16 juni 1839 - Haarlem 10 apr. 1888), ingenieur. Werkte, na in 1861 te zijn afgestudeerd aan de KA te Delft, in verschillende functies bij de waterstaat. Was vanaf 1867 belast met rijks- en provinciale waterstaatstaken in Utrecht en sinds 1887 tevens in Noord-Holland. Schreef o.m. De afsnijding van de bogt van den Neder-Rijn boven Wijk bij Duurstede door den uiterwaard De Roodvoet in 1868-1874 (1875) en Verslag der Staatscommissie tot het instellen van een onderzoek omtrent de verbetering van het Zwolsche Diep (1879).
i ING 1888 14 april, NBW6
Huenges, Peter Carl
1868-1940
(Venlo 26 jan. 1868 - Maastricht 27 dec. 1940), ingenieur. Was, nadat hij in 1889 aan de PS in Delft was afgestudeerd als civiel ingenieur, enige tijd werkzaam als buitengewoon opzichter van de RWS bij de uitvoering van werken aan de Heerewaardense overlaten. Had van 1891 tot 1928 de leiding over de PWS van Limburg, vanaf 1910 als hoofdingenieur. Nam het initiatief tot hoogwaterberichtgeving langs de Limburgse Maas (aanvankelijk telegrafisch uitgevoerd, sinds 1926 via de radio). Was lid van onder meer de Staatscommissie voor de aanleg van scheepvaartwegen in Zuid Limburg (het latere Julianakanaal).
i ING 1941 nA16
Huet, Adrien
1836-1899

(Amsterdam 15 apr. 1836 - Delft 5 juni 1899), ingenieur, hoogleraar. Begon zijn loopbaan als arbeider in een machinefabriek, volgde praktijkonderwijs en behaalde na twee jaar studie aan de KA te Delft het diploma civiel ingenieur. Deed veel praktijkervaring op in Engeland en ontwierp plannen voor verschillende belangrijke waterbouwkundige projecten in Nederland. Leraar, later hoogleraar aan de PS te Delft. Van zijn talrijke publikaties noemen we Ontwerp eener vrije verbinding van Neêrlands hoofdstad met de Noordzee (1863) en Landaanwinning in de Zuiderzee (1890).

i H.F.Fijnje van Salverda. Ref.: DLW, GPZ, NBW6, WND.

Huis in 't Veld,

Hans
1947-0

Begon bij Rijkswaterstaat Deltadienst, was betrokken bij de afronding van de Brouwersdam en vervolgens de aanleg van de Oesterdam en Philipsdam. Ging daarna naar de meetdienst voor de Oosterscheldewerken en werd hoofd bouwbureau Stormvloedkering. Na afloop Deltawerken erd hij hoofd Natte Werken van de Bouwdienst. Stapte in 1990 over naar het bedrijfsleven, werd directeur van DHV en later van TNO. Hij had veel commissariaten bij bouwbedrijven.
Klik op naam links voor meer publicaties

i

Huitema,

Taeke
1872-1974

(Holwerd gem. Westdongeradeel 22 feb. 1872 - Zeist 9 dec. 1974), waterbouwkundige, redacteur. Werkte van 1892 tot 1927 bij RWS, eerst als opzichter op Schokland, later als dienstkringhoofd te Vreeswijk, Winschoten, Hansweert, Sneek en Den Haag. Was na pensionering adviseur van de straatklinkerindustrie. Was in 1915 mede-oprichter en tot 1955 redacteur en zeer productief schrijver van OTAR. Schreef daarnaast het alom erkende standaardwerk Dijken (1947) en voor het KNAG het artikel Het ontstaan van de terpen in het noorden van ons land en het opslibben van het zeekleigebied waarin men de terpen aantreft(1958). De Vereniging van Waterstaatkundige Ambtenaren van de RWS benoemde hem in 1927 tot erevoorzitter.
Klik op naam links voor meer publicaties
i OTAR 1967 n8 p199-200, OTAR 1972 n2 p36, OTAR 1974 n12 p426-427.
Idsinga, van Matthijs Adolf
1835-1907

(Tilburg 27 feb. 1835 - Ophemert 31 mrt. 1907), ingenieur. Was van 1879 tot 1899 hoofdingenieur bij de PWS van Gelderland. Schreef o.m. Nota betreffende de ontwerpen tot verbetering van de afwatering der Geldersche Vallei (met K.van Rijn; 1887) en De Heerenwaardensche overlaten (1890)
i NP1931
IJsselsteijn, van Hendrik Albert
1860-1941

(Zierikzee 6 dec. 1860 - Den Haag 13 feb. 1941), ingenieur, minister. Was, na in 1881 te zijn afgestudeerd aan de PS te Delft, werkzaam bij GW van Rotterdam, sinds 1892 als adjunct-directeur. Heeft, onder G.J.de Jongh, veel bijgedragen tot de ontwikkeling van Rotterdam als wereldhaven. Werd in 1908 DG bij de Inspectie van de Arbeid en was van 1918 tot 1922 minister van Landbouw, Nijverheid en Handel. Was initiatiefnemer voor de oprichting in 1920 van het tegenwoordige Rijksinstituut voor Integraal Zoetwaterbeheer en Afvalwaterbehandeling. Trad in 1922 toe als lid van de Zuiderzeeraad. Schreef o.m. De haven van Rotterdam (1908).

i BWN2, WBV, WID1.

Jacob, 's

Frederik Bernard
1850-1935

Nederlandse ingenieur en (oud-)liberaal politicus. Hij bekleedde diverse openbare ambten waaronder het burgemeesterschap van Rotterdam. Hij was adjunct directeur van de Staatsspoorwegen en was betrokken bij de aanleg van het Merwedekanaal
Klik op naam links voor meer publicaties

i

Jansen,

Pieter Philippus
1902-1982

(Dordrecht 11 aug. 1902 - Bussum 5 juli 1982), ingenieur, hoogleraar. Was, na in 1926 te zijn afgestudeerd aan de TH te Delft, tot 1931 werkzaam voor de Dienst der ZZW bij het ontwerp en uitvoering van de sluizen in de Afsluitdijk. Was daarna tot 1946 in dienst van RWS o.m. bij de bouw van het stuwcomplex bij Lith en van 1944-1947 als hoofd van de Dienst Droogmaking Walcheren. Als de slimme doortastende ingenieur "Van Hummel" figureerde hij in Het verjaagde water (1947) van A.den Doolaard. Was van 1946 tot 1968 hoogleraar waterbouwkunde aan de TH in Delft. Was nauw betrokken bij het dijkherstel na de stormvloedramp in 1953, was lid van de Deltacommissie en, als opvolger van J.W.de Vries, van 1956 tot 1962 HID van de Deltadienst van RWS. Schreef verschillende artikelen in De Ingenieur w.o. Mededeelingen inzake de droogmaking van Walcheren (2 afl., 1946) en redigeerde Principles of river engineering (met L.van Bendegom en J.van den Berg; 1979, herdrukt in 1994). Zie ook: J.Volkers, C.J.Witteveen.
Klik op naam links voor meer publicaties

i DBD 1982 n101 p3, ING 1962 pA677, ING 1982 n27 p5, LW 1962 n5 p184, WID5, WP7, WVG, WWN63.
Jansen, Marinus Albertus
1899-1981
(Vorden 10 nov. 1899 - Arnhem 9 mei 1981), waterbouwkundige. Was van 1917 tot 1967 in verschillende functies werkzaam bij RWS, sinds 1955 als waterbouwkundige bij het Arrondissement Rijn en IJssel van de Directie Bovenrivieren te Arnhem. Schreef een hoofdstuk in de Technische Vraagbaak deel W: Rivieren (met K. van Til en E.M.H. Schaank; 1951).
i LW 1967 n5 p258
Jong, de Jan
1868-1914
(Heerenveen 24 mrt. 1868 - Groningen 20 dec. 1914), ingenieur. Werkte, nadat hij in 1891 was afgestudeerd aan de PS te Delft, bij de PWS van Overijssel aan de verbetering van de Schipbeek en de Overijsselse Vecht. Was sinds 1897 werkzaam bij PWS van Groningen waar hij in 1908 J.M.W. van Elzelingen opvolgde als hoofdingenieur. Hij schreef onder meer: Gewijzigd ontwerp tot verbetering van de Schipbeek (met G. Broekema en A. Déking Dura; 1893).
i ING 1914 n52 p1020, RKS p38-39.
Jong , de Cornelis Hermanus
1919-1993
(Terschelling 9 apr. 1919 - Leidschendam 8 nov. 1993), ingenieur. Werkte, na in 1948 aan de TH in Delft te zijn afgestudeerd als civiel ingenieur, tot zijn pensionering bij de Dienst der ZZW in Den Haag, vanaf 1965 als hoofd van de afdeling wiskunde. Van zijn publicaties noemen we: Het onderzoek ten behoeve van de waterhuishouding van het IJsselmeer (1961)
i
Jongh, de Gerrit Johannes
1845-1917

(bijnaam: Brutale Gerrit; Willemstad 4 juli 1845 - Den Haag 31 jan. 1917), genie-officier. Was, na in 1865 te zijn afgestudeerd aan de KMA in Breda, werkzaam bij de genie als bouwer van vestingen en andere militaire objecten. Was van 1879 tot 1910 directeur van GW te Rotterdam. Heeft zeer veel bijgedragen aan de verbetering van de infrastructuur en de aanleg van havencomplexen in Rotterdam, NOI en elders in de wereld. Was lid van de TK en van PS van Zuid-Holland. Te Rotterdam werd een monument opgericht ter zijne nagedachtenis. Van zijn weinige publicaties noemen we: De haven van Rotterdam (1890). Zie ook: H.A.van IJsselstein

i BWN1, WWA
Jonker, Luciën Alexander
1917-2012
(Lieshout 4 juli 1917 - Bilthoven 12 sep. 2012), ingenieur. Werkte, na in 1949 als civiel ingenieur te zijn afgestudeerd aan de TH in Delft, tot aan zijn pensionering bij de Directie Sluizen en Stuwen van RWS in Utrecht, sinds 1961 als hoofdingenieur A. Onder zijn leiding werden schutsluizen gebouwd of verbouwd in Dieren, Veere, in de Zandkreek- en Grevelingendam en bij Born. Hij schreef onder meer: Stormvloedkering in de Hollandsche IJssel nabij Krimpen (1955) en Bestaande en nieuwe sluizen in de vaarweg van Zuid-Limburg naar het Noorden (1962)
i LW 1962 n4

Josephus Jitta,

Jacob Paul
1893-1991

(roepnaam: Paul; Amsterdam 14 jan. 1893 - Hoogeveen 19 okt. 1991), ingenieur. Was, na in 1918 te zijn afgestudeerd aan de TH in Delft, werkzaam bij RWS. Was tot 1928 betrokken bij de bouw van de zeer grote Noordersluis te IJmuiden. Was vervolgens arrondissementsingenieur te Zutphen en sinds 1931 werkzaam bij de aanleg van het Amsterdam-Rijnkanaal als hoofd van het bouwbureau. Werd in 1946 HID van de Directie Sluizen en Stuwen te Utrecht en was van 1948 tot 1958 HID bij de Hoofddirectie van RWS in Den Haag. Ontving in 1946 van het KIVI de Conrad-medaille voor zijn grote verdiensten op waterbouwkundig gebied. Schreef vele tijdschriftartikelen over sluizenbouw w.o. De deuren en de afsluitcaisson voor de deurkassen van de nieuwe schutsluis te IJmuiden (1927) alsmede het magistrale werk Sluizen en andere waterbouwkundige kunstwerken in en langs kanalen (1947).Download interview met hem hier
Klik op naam links voor meer publicaties

i AB, ING 1991 n11 p44, WID5-6, WND;
König, Adrianus Anthonie Henri Willem
1867-1944

(Den Haag 13 feb. 1867 - Den Haag 6 feb. 1944), ingenieur, minister. Werkte, na zijn opleiding aan de PS te Delft, in verschillende functies bij RWS, laatstelijk als HID van de Directie Limburg. Was van 1918 tot 1922 minister van Waterstaat en tot 1924 DG van de PTT. Zijn enig bekende artikel luidt Verbetering van den waterweg van Zwolle naar zee (1897).

i ING 1945 pA126, PKN, WID1
Kalkwijk, Pieter Wiert
1911-1994
Wiert (Wirdum gem. Loppersum 13 nov. 1911 - Zoetermeer 10 apr. 1994), waterbouwkundige. Werkte van 1936 tot 1975 bij RWS, aanvankelijk als opzichter, later als technisch hoofdambtenaar bij de afdelingen Landaanwinningswerken en Inrichtingszaken van de Deltadienst in Den Haag. Schreef artikelen in Land en Water,Polytechnisch Tijdschrift en Weg en Waterbouw, alsmede het boek De strijd tegen het water (1955).
i
Kamps, Lambert Floris
1908-1946
Floris (Leermens 9 nov. 1908 - Baflo 11 jan. 1959), hydrobioloog. Studeerde biologie aan de RU van Groningen en promoveerde daar op De Chinesewolhandkrab in Nederland (1937). Werkte als hoofdingenieur van RWS bij de Directie Landaanwinning en stond aan het hoofd van de wetenschappelijke afdeling in Baflo. Schreef verder: Slibhuishouding en landaanwinning in het Oostelijk Waddengebied (1957).
i LW 1959 n1 p34
Kant, Jan Adriaan
1914-2001

('s-Heer Abtskerke, 27 november 1914 – Vlissingen, 18 februari 2001) Hij heeft zich onderscheiden bij de droogmaking van Walcheren na de Tweede Wereldoorlog en bij de watersnoodramp in februari 1953. Voor dit laatste ontving hij van de Noorse koning Haakon, bij zijn bezoek aan het rampgebied, het ridderkruis in de orde van Sint-Olaf. Hij was de uitvinder van verschillende producten op het gebied van oeververdediging, zoals voor het bekleden van hellingen. Zijn bekendste uitvinding is de Basalton-betonzuil en het systeem voor het machinaal zetten ervan. Basalton is en wordt over de hele wereld toegepast bij waterkeringen en glooiingen,
i
Kapteijn, Paulus Johannes
1855-1910
(Zevenhoven 23 sep. 1855 - Almelo 17 juli 1910), ingenieur. Studeerde in 1877 af als civiel ingenieur aan de Polytechnische School in Delft en werkte bij Publieke Werken in Amsterdam, laatstelijk als onderdirecteur. Was daarna ingenieur en voorzitter van het in 1884 opgerichte waterschap De Regge in Almelo. Van zijn publicaties noemen we: Algemeene regelen voor de verbetering van de Regge en van de vertakkingen welke bij hooge standen water uit de Schipbeek aanvoeren (1893) en De Reggeverbetering (1897).
i
Kasteele, van de Leonard
1817-1856

(Den Haag 10 dec. 1817 - Santpoort 28 juni 1856), ingenieur. Was na zijn studie in Delft werkzaam bij de Algemene Dienst van de Waterstaat en vervolgens arrondissementsingenieur te Utrecht en Zwolle. In 1850 werd hij ingenieur-directeur van de Overijsselsche Kanaalmaatschappij. Wegens zijn slechte psychische gesteldheid werd hij opgenomen in Meerenberg waar hij twee jaar later overleed. Schreef, met zijn voorganger T.J.Stieltjes, Rapport over de verbinding van de Eems bij Hanekensveer met de Overijsselsche kanalen te Almelo(1851).
i NBW5
Kater, Jan
1827-1896

(Monnikendam 9 dec. 1827 - Groningen 29 aug. 1896), ingenieur. Werkte, na zijn studie en promotie in 1850 aan de KA te Delft, met B.P.G.van Diggelen aan diens plan uit 1849 tot afsluiting en droogmaking van de Zuiderzee. Maakte, in dienst van de Provincie Groningen te Appingedam, een plan voor realisatie van de Johannes Kerkhovenpolder. Werkte sinds 1865 als hoofdingenieur van de PWS te Leeuwarden, Zwolle en Groningen en gaf leiding aan de bouw en verbetering van diverse scheepvaartkanalen. Schreef Staat van alle bevaarbare vaarten en kanalen met de daarin gelegen schut- en uitwateringssluizen in de provincie Groningen (1869).

i NBW7, RKS

Kemper,

Pieter Hendrik
1847-1928
* (Den Helder 14 juli 1847 - Den Haag 7 juni 1928; begraven op Oud Eik en Duinen), ingenieur, redacteur. Was, na in 1867 te zijn afgestudeerd aan de PS te Delft, werkzaam bij RWS met verschillende standplaatsen, sinds 1911 als HIG. Vervulde daarnaast een belangrijke rol bij het KIVI als lid van de Raad van Bestuur, als voorzitter (1912-1916) en als mede-oprichter en redacteur van De Ingenieur (1886), waarvoor hij in 1922 werd benoemd tot erelid. Kemper had de leiding bij de aanleg van het Merwedekanaal, waarover hij het rapport Beschrijving van het kanaal van Amsterdam naar de Merwede (met atlas; 1895) samenstelde. Ook was hij samensteller van het zeer verdienstelijke Repertorium der literatuur van den waterstaat van Nederland (1883; 2e verm. dr. 1915).
Klik op naam links voor meer publicaties
i GGK, ING 1912 n40 p801, ING 1922 (n29 p585 en n36 p690), ING 1928 n24 pA177-A179, JCBG.

Kerckhoff, van

Petrus Cornelis
1858-1887

(Utrecht, 1858 - 's-Gravenhage, 8-11-1887) Volgde de HBS in Utrecht, ging in 1876 naar de PS in Delft en studeerde daar 1881 af als Civiel Ingenieur. Begon dat jaar als Adspirant Ingenieur bij de Rijskwaterstaat bij de aanleg van het Merwedekanaal. Was betrokken bij de bouw van de sluizen in het kanaal.Hij ging in 1884 naar Amsterdam waar hij werkte aan het ontwerp voor de haven- en sluiswerken in IJmuiden. In 1885 kreeg hij ook een onderwijsopdracht in Delft. In "De Ingenieur" van 25-6-1887 werden zijn gedachten over de Noordhollandse Zeegaten uitgebreid bediscussierd. Hij schreef o.a Voorziening van de boorden der kanalen in Nederland tegen afslag (tijdsch. Kon. Inst. van Ingenieurs (1888).
Klik op naam links voor meer publicaties
i ING 12-11-1887
Kerk, van de Jacob
1910-1996
(Haarlem 30 dec. 1910 - Oosterbeek 2 juli 1996), ingenieur. Studeerde weg- en waterbouwkunde aan de MTS te Haarlem en slaagde in 1936 met lof als civiel ingenieur aan de TH in Delft. Werkte sinds 1937 bij RWS, aanvankelijk bij het arrondissement Noordzeekanaal, in 1945/46 bij de Dienst Droogmaking Walcheren en bij de Dienst Dijkherstel Zeeland na de Februariramp van 1953. Volgde in 1961 A.G.Maris op als DG van de RWS en werd bij zijn pensionering in 1974 opgevolgd door J.W.Tops. Zijn meest bekende publicatie is Zestig jaren veranderingen in de organisatie van de Rijkswaterstaat 1920-1980 (1985).
i AB, ED, LW 1974 n6 p35, WWN63.
Kerkhof, Bernard Johan
1879-1955
Johan (Wisch 7 mei 1879 - De Bilt 25 aug. 1955), wegenbouwkundige, schilder. Begon als opzichter, later als technisch ambtenaar bij RWS. Was vervolgens directeur van verschillende bedrijven in de wegenbouw. Was daarnaast een erkend schilder/tekenaar van landschappen en stillevens en ontwerper voor de plateelfabriek Rozenburg in Den Haag. Schreef enkele leerboeken voor het technisch onderwijs w.o. Kribben en bleeslagen (1911), Practische hydrometrie (1912) en Waterbouwkundig vragenboek (1913).
i NBK, WID5
Kessener, Herman Joseph Nicolaas Hubert
1882-1959
(Roermond 1 mrt. 1882 -Den Haag 5 aug. 1959), ingenieur. Studeerde in 1908 af als scheikundig ingenieur aan de TH in Delft. Deed van 1908-1912 onderzoek naar mogelijkheden van zuivering van het afvalwater uit de strokarton- en aardappelmeelfabrieken te Sappemeer en Foxhol. Dit leidde in 1920 tot de oprichting van het Rijksinstituut voor Zuivering van Afvalwater (RIZA) te Voorburg waarvan hij de eerste directeur werd. De door hem uitgevonden Kessener-borstel in het belucht-slibproces kreeg grote bekendheid. Naast publicaties in buitenlandse tijdschriften schreef hij: De zuivering van het afvalwater ten plattelande (1941).
i PKN, WID6

Keurenaer,

Augustus
1845-1910
(Padang, NOI 28 aug. 1845 - Maastricht 18 dec. 1910), ingenieur. Werkte, na te zijn afgestudeerd aan de PS in Delft, bij verschillende diensten van RWS, laatstelijk als HID in de directie Limburg. Schreef o.m. Plan tot watervrijmaking van 's-Hertogenbosch en een gedeelte der landen tusschen de Zuid-Willemsvaart en de rivier de Dommel(1877) en De waterbeweging in het Krabbersgat bij Enkhuizen (1893).
Klik op naam links voor meer publicaties

i ING 1910 n52 p1026.

Keurenaer,

Johannes Augustus
1810-1875

('s Gravenhage, 21 november 1810 - Oosterhout, 10 juli 1875) was een Nederlands militair en de derde en laatste directeur van de Koninklijke Akademie te Delft van 1859 tot 1864 als opvolger van Lewis Cohen Stuart. Deze opleiding ging daarna over in de Polytechnische school te Delft. Keurenaer bleef in Delft actief als onderwijsinspecteur voor het middelbaar onderwijs, en was commissaris van een plaatselijke teken- en industrieschool. Op 31 augustus 1847 was hij een van de mede-oprichters geweest van het Koninklijk Instituut van Ingenieurs. Hij schreef onder meer: Terugblik op de resultaten van het onderwijs aan de Kon. Akademie te Delft (1874) en Over de bouwmiddelen en de wijze van uitvoering bij de geniewerken in de vallei van Ambarawa op Java (1851)
Klik op naam links voor meer publicaties

i Wikipedia
Keverling Buisman, Albert Sybrandus
1890-1944

(Hardinxveld 2 nov. 1890 - Bandung 20 feb. 1944), ingenieur, hoogleraar. Studeerde in 1912 cum laude af als civiel ingenieur aan de TH in Delft. Werkte sinds 1914 bij de Hollandsche Beton Groep op Java. Kreeg bekendheid, na de treinramp in 1918 bij Weesp, door onderzoek naar de oorzaak van afschuiving van de spoordijk. Hij werd in 1919 benoemd tot hoogleraar toegepaste mechanica aan de TH in Delft, met als specialisme grondmechanica en sonderingstechniek. Met G.H. van Mourik Broekman richtte hij in 1934 het Laboratorium voor Grondmechanica in Delft op. Sinds 1939 was hij tevens hoogleraar aan de TH in Bandung. Hij schreef onder meer: De toegepaste mechanica en het zuinig ontwerpen (1919) en Verslag betreffende de Voorhavendijken bewesten Gouda (met G.H. van Mourik Broekman; 1935).

i A. Verruijt. Prof. Ir. A.S. Keverling Buisman, grondlegger van de grondmechanica in Nederland (2009).
Klasema, Marten
1912-1974

(Drachten 12 mei 1912 - Leersum 1 nov. 1974), ingenieur. Was, na in 1937 te zijn afgestudeerd aan de TH in Delft, korte tijd werkzaam bij het WL in Delft. Was meermalig Elfstedentochtrijder en maakte jarenlang deel uit van de Nationale Atletiekploeg voor de Olympische Spelen. Werkte sinds 1938 bij de Dienst der ZZW in Den Haag, Kampen, Urk en Enkhuizen. Had een belangrijk aandeel bij het herstel van de door oorlogshandelingen vernielde Wieringermeerdijk in 1945 en het dijkherstel op Schouwen-Duiveland in 1953. Hij volgde in 1967 F.L.van der Bom op als HID, welke functie van 1972 tot 1975 werd waargenomen door J.Middelburg en in 1975 werd overgedragen aan W.F.Hooning. Klasema was internationaal erkend als deskundige op het gebied van de dijkbouw. Schreef o.m. Bedijking van Zuidelijk Flevoland (1961) en een historisch overzicht van de ZZW onder de titel Vijftig Zuiderzeejaren (met J.Th.Thijsse, J.J.Weeda, J.Middelburg en J.C.le Nobel; 1969). Zie ook: J.B.Schijf.

i ING 1974 n49 p974, LW 1961 n4 p136-138, LW 1967 n5 p239-240, LW 1974 n11 p17, WW p16, ZJI
Klein, Jacobus Lambertus
1907-2005
(Edam 20 april 1907 - Voorburg 22 mei 2005), ingenieur, hoogleraar. Was, na in 1930 te zijn afgestudeerd als civiel ingenieur aan de TH in Delft, een jaar in dienst van het WL in Delft. Van 1931 tot 1936 was hij werkzaam bij PW van Amsterdam. Vervolgens was hij tot 1972 in dienst van PWS van Zuid-Holland, sinds 1952 als HID en enige jaren later hoofddirecteur van PWS en PPD samen. Daarnaast was hij sinds 1954 buitengewoon hoogleraar waterbouwkunde aan de TH in Delft voor het vak polders en van 1960 tot 1969 ook civiele planologie. Hij was lid van onder meer de Commissie Inrichting Deltawerken, de Oosterscheldecommissie en de Raad van de Waterstaat. Hij schreef o.m. Wisselende aspecten van ons polderwezen (1954) en Randstad en delta (1956).
i HZH, LW1972 n3 p48-49, WID6.

Kleinjan,

Izaak Leendert
1900-1967
(13-10-1900 - 17-11-1967) Medewerker van Studiedienst Benedenrvieren, later HiD, van de directie Overijssel/Drenthe (1951-1958) en daarna van de directie Bovenrivieren (1959-1965).
Klik op naam links voor meer publicaties
i

Kley, van der

Jan
1921-1981
(Uffelte 22 juli 1921 - Uffelte 8 mei 1981), ingenieur. Studeerde in 1947 af als civiel ingenieur aan de TH in Delft. Werkte vele jaren bij de Directie Algemene Dienst van RWS, later als hoofdingenieur bij de Hydrometrische Afdeling van de Directie Waterhuishouding en Waterbeweging in Den Haag. Was sinds 1969 werkzaam als wetenschappelijk hoofdmedewerker aan de TH in Delft. Schreef in de periode 1964-1974, naast enkele artikelen op archeologisch gebied, onder meer: Het ontstaan en de geschiedenis, de functie en de betekenis van de waterstaatskaart en de kartografische aspecten ervan (1965), het boek Vaarwegen in Nederland; een beschrijving van de Nederlandse binnenvaartwegen (1967) en het leerboek Polders en dijken (met H.J. Zuidweg; 1969).
Klik op naam links voor meer publicaties
i

Klink,

Dirk Jacobus
1892-1960

(Voorburg 1 mrt. 1892 - Kaapstad 12 mrt. 1960), ingenieur. Was, na in 1916 te zijn afgestudeerd aan de TH in Delft, tot 1928 in dienst van RWS. Bij de Maaskanalisatie ontwikkelde hij zich als deskundige op het gebied van sluizen en stuwen. Als ontwerper van het Julianakanaal liet hij in Berlijn modelproeven uitvoeren. Was vervolgens directeur van de Oranje Nassaumijnen en sinds 1934 adjunct-directeur van de Ned. Mij. voor Havenwerken te Amsterdam. Schreef enkele artikelen w.o. De nabij Maastricht in uitvoering zijnde werken in het Julianakanaal (1927).
Klik op naam links voor meer publicaties

i ING 1960 n47 pA622, PKN, WID5-6, WND
Kolff, Arnoldus Catharinus
1886-1970
(Middelharnis 18 nov. 1886 - Oosterbeek 4 apr. 1970), ingenieur. Was, na in 1911 te zijn afgestudeerd aan de TH in Delft, vele jaren werkzaam als hoofdingenieur bij het Hoogheemraadschap van Delfland en daarna bij de PWS van Groningen. Schreef o.m. Rapport over de kustverdediging van Delfland ten noorden van Scheveningen (1927)
i ING 1970 pA349, NP 1994

Kolkman,

Paul
1927-2018

Nederlands waterbouwkundig ingenieur, gespecialiseerd in sluizen en stuwen. Hij is bij de TU Delft afgestudeerd in 1956 en daar gepromoveerd in 1976. Vanaf zijn afstuderen was hij werkzaam bij het Waterloopkundig Laboratorium. Hij heeft zich vooral bezig gehouden met het dynamisch gedrag van (veelal stalen) waterbouwkundige constructie-elementen, zoals de schuiven van stuwen. Hij heeft op dit vakgebied heel veel gepubliceerd en was ook wereldwijd toonaangevend. Daarnaast heeft hij veel werk gedaan aan de ontwikkeling voor de scheiding van zout en zoet water bij sluizen.
Klik op naam links voor meer publicaties

i
Kommers, Adriaan
1786-1854

Adriaan (Raamsdonk 25 apr. 1786 - Bergen op Zoom 28 okt. 1854), landmeter. Werkte als landmeter bij waterstaat en kadaster. Wierp zich op als ingenieur en misfunctioneerde als zodanig bij de waterstaat te Haarlem en Assen. Schreef De ontworpen kanalisatie van Drenthe uit het ware oogpunt beschouwd en in hare waarde geschetst (1847). Zie ook Wikipedia
i JCBG, NBW6

Konijnenburg, van

Emile
1869-1956
(Den Haag 7 okt. 1869 - Den Haag 27 apr. 1956), ingenieur. Werkte, na in 1892 te zijn afgestudeerd als civiel ingenieur aan de PS te Delft, in verschillende functies, afwisselend bij RWS en in het Midden Oosten. Was van 1906 tot 1914 werkzaam bij de rivierverbetering van de Maas, tot 1918 bij werken in het Suezkanaal en de haven van Suez en tot 1930 als HID van RWS, belast met de verbeteringswerken van de Maas. Ontwierp plannen voor de havens van Jaffa, Haifa, Beiroet en Tripoli. Schreef o.m. het driedelige standaardwerk De Nederlandsche Scheepsbouw vanaf zijn oorsprong (1895-1905) en Scheiding van Maas en Waal; beschrijving van den vroegeren waterstaatkundigen toestand in Noordbrabant, alsmede van de werken uitgevoerd voor de verlegging van den Maasmond(1906). Was een verdienstelijk tekenaar en schilder van landschappen en dieren
Klik op naam links voor meer publicaties

i ING 1956 pA371-A372, NBK, PKN, WID5-6
Konijnenburg, van Willem
1897-1979
(zoon van E.v.Konijnenburg; Den Bosch 8 mrt. 1897 - Rotterdam 20 aug. 1979), ingenieur, leraar. Studeerde in 1920 af aan de TH in Delft en promoveerde aldaar in 1929 met lof op Het beheer onzer waterschappen uit een economisch oogpunt beschouwd. Was tot 1942 werkzaam bij de Directie der Domeinen voor landaanwinningswerken te Ulrum. Verbleef van 1951 tot 1959 in Canada en was daarna werkzaam als leraar aan het Thomas More college in Den Haag
i
Koning, de Jacobus
1855-1906
(Muiderberg 9 juni 1855 - Hilversum 24 mrt. 1906), ingenieur. Was na zijn studie aan de PS te Delft werkzaam als opzichter bij RWS belast met stroommetingen op de Grote Rivieren. Sloot zich in 1881 aan bij zijn vriend J.van Hasselt te Nijmegen en vormden samen de maatschap J.van Hasselt en de Koning. Richtte zich, als cultuurtechnisch ingenieur, vooral op de ontginning van 'woeste gronden' en de 'verbetering' van de kleine rivieren in het oosten van ons land. Schreef daarover vele rapporten en artikelen w.o. De waterstaatkundige toestand van het waterschap van Vollenhove en over de middelen om daarin verbetering te brengen (met J.van Hasselt; 1912) en verzorgde deel 3 (over bruggen) van het handboek Waterbouwkunde (1889) van N.H.Henket. Was bestuurslid van het KIVI. Zie ook: J.van Hasselt

i BWG2, Hakoerier(1981), Honderd jaar Haskoning (1981), ING 1906 n13 p219-220, ING 1906 n50 p957-962, NBW4, RHN p16.

Kooij,

Klaas Kornelis
1804-1885

Kornelis (Stavoren 7 mei 1804 - Sneek 19 apr. 1885), landmeter bij het kadaster te Sneek. Beschreef twee waterstaatkundige ontwerpen: Proeve van een ontwerp tot afsluiting van de Zuiderzee en daarna gedeeltelijke inpoldering en droogmaking (1870) en Proeve van een ontwerp voor de verbetering van het groot scheepsvaarwater van Groningen en Sneek, naar de sluizen Workum, Stavoren en Lemmer (1877).
Klik op naam links voor meer publicaties
i
Koolen, Tjeerd Lodewijk
1911-1997
(Ulrum 30 dec. 1911 - Groenlo 23 feb. 1997), waterbouwkundige. Was sinds 1931 werkzaam als technisch ambtenaar bij RWS en van 1944-1947 bij de Dienst Droogmaking Walcheren als chef van de tekenkamer. Tot zijn pensionering werkte hij als waterbouwkundige bij de Directie Overijssel. Schreef het zeer gedetailleerde artikel: De drooglegging van Walcheren (1946).
i
Koomans, Nicolaas Theodorus
1894-1970
(Zaltbommel 31 mei 1894 - Rotterdam 24 juli 1970), ingenieur. Werkte, na in 1919 te zijn afgestudeerd aan de TH in Delft, tot 1925 voor de Hollandsche Beton Maatschappij in NOI. Was daarna werkzaam bij het Gemeentelijk Havenbedrijf van Rotterdam, van 1932 tot 1959 als directeur. Verbleef in 1960 als adviseur voor havenaanleg in Iran. Schreef o.m. een hoofdstuk in de Technische Vraagbaak deel W: Zeehavens (1950).
i WID5-6
Kooper, Johan
1876-1939

(Den Haag 8 aug. 1876 - Groningen 5 sep. 1939), ingenieur. Werkte, na zijn studie aan de KMA te Breda, sinds 1912 bij de Rijksdrinkwatervoorziening in Groningen. Sinds 1915 in dienst van PWS in Groningen als hoofdingenieur. Onder zijn leiding kwamen diverse werken tot stand w.o. enkele polders en in 1920 het elektrisch gemaal De Waterwolf te Lammerburen. Was o.m. lid van de Staatscommissie Zuiderzee. Zijn levenswerk was het boek Het waterstaatsverleden van de provincie Groningen (1939) dat nog steeds geldt als standaardwerk over de waterstaatsgeschiedenis van deze provincie
i AHO, AWN3, BNE, ING 1939 pA412-A414, NGE, PKN, RKS.

Krajenbrink,

Johan Adolf
1816-1881

Nederlands waterbouwkundige en planter, werkzaam in Nederlands-Indië. Hij werd in 1841 tot ambtenaar van de waterstaat in Nederlands-Indië. Na zijn Europees verlof in 1882 keerde hij terug naar Nederlands-Indië als koffieplanter en landmeter
Klik op naam links voor meer publicaties
i
Krap, Johannes
1858-1933

(Werkendam 14 april 1858 - Den Haag 25 april 1933), ingenieur. Studeerde in 1882 af als civiel ingenieur aan de PS in Delft. Was tot 1901 in dienst van RWS in Den Haag, belast met de vervaardiging van de Waterstaatskaart van Nederland. Was van 1897-1905 lid van de TK als waterstaatsdeskundige, van 1901-1911 lid van PS en van 1911 tot aan zijn dood lid van de Algemene Rekenkamer. Schreef: Ontwerp eener binnenhaven nabij Scheveningen (1894) en Waterstaatskaart (1897).

i

Kraus,

Jacob
1861-1951

(Groningen 14 okt. 1861 - Den Haag 29 aug. 1951), ingenieur, hoogleraar, minister. Werkte, na zijn studie aan de PS te Delft, enige jaren in Chili. Werd in 1890 hoogleraar in Santiago en leidde de uitvoering van havenwerken in Talcahuano. Was sinds 1898 hoogleraar in de waterbouwkunde en volgde in 1900 J.M.Telders op als directeur van de PS (van 1905 tot 1906 rector magnificus van de TH) in Delft. Had een belangrijk aandeel in de omzetting van PS tot TH waarvoor hem in 1907 een eredoctoraat werd verleend. Was minister van Waterstaat en adviseur voor de aanleg van havens en het beheer van spoorwegen in NOI. Was van 1909 tot 1912 voorzitter van het KIVI en werd in 1922 tot erelid benoemd. Schreef o.m. Het wetsontwerp voor den aanleg van een gedeelte van de afsluiting der Zuiderzee en indijking en droogmaking van de Wieringermeer (1909). Overleed aan boord van de Oranje, één dag varen vóór Port Said. Zie ook: W.Brandsma, G.H.van den Broek.
Klik op naam links voor meer publicaties

i BJ52, DLW, ENW, GGK, ING 1951 n37 pA405-A406, PKN, WID5, WND, WP7, WT.

Krayenhoff,

Cornelius Rudolphus Theodorus baron
1758-1840

(Nijmegen 2 juni 1758 - Nijmegen 24 nov. 1840), genie-officier, cartograaf, minister. Studeerde geneeskunde en promoveerde te Harderwijk. Was arts te Amsterdam maar werd, door toedoen van zijn vriend Daendels, luitenant-kolonel-ingenieur belast met de fortificatiën. Onder zijn leiding werd een algemene kaart van ons land vervaardigd die in 1821 gereed kwam, waartoe o.m. waterpassingen langs de Grote Rivieren werden verricht en de eerste driehoeksmeting van ons land werd uitgevoerd. Van 1809-1810 was hij minister van Oorlog. Schreef o.m. Proeve van een ontwerp tot scheiding der rivieren de Whaal en de Boven Maas en het doen afloopen dezer laatste over hare ouden bedding op het Bergsche Veld (1823). Dit plan werd in de jaren 1883-1904 ten uitvoer gebracht.
Klik op naam links voor meer publicaties

i JCBG, NBW2, NGL, De physique existentie dezes lands (1987), TWG 1999 n1 p9, WP7.

Kros,

Simon
1749-1813

(1749 - dec. 1813), sluis- en molenbouwer. Leverde een belangrijk aandeel in de bouw van de uitwateringssluizen te Katwijk (1804-1807) waarover hij, met F.W.Conrad Sr. (zie daar) en A.Blanken, een rapport schreef
Klik op naam links voor meer publicaties
i NBW7
Kros, Arie Christiaan
1786-1860

(zoon van S.Kros; 2 juni 1786 - Zwolle 31 mei 1860), ingenieur. Begon zijn loopbaan als opzichter bij de bouw van de uitwateringssluizen te Katwijk. Werd landmeter bij de waterstaat en daarna ingenieur. Zijn omgang met de medemens was zodanig dat hij vele standplaatsen kreeg toegewezen: Den Haag, Gorinchem, Arnhem, Assen, Groningen en Leeuwarden. Schreef o.m. Vergrooting der zeehaven te Harlingen (1851) en De eilanden Ameland en Schiermonnikoog met het Reitdiep (1853).
i JCBG, NBW7
Krul, Wilhelmus Franciscus Johannes Marie
1893-1982
(Breda 4 dec. 1893 - Den Haag 4 nov. 1982), ingenieur, hoogleraar. Trad, na zijn opleiding aan de KMA in Breda, in 1921 in dienst van het Rijksbureau voor Drinkwatervoorziening (sinds 1940 RID) in Den Haag, van 1922 tot 1958 als directeur. Werd in 1947 benoemd tot hoogleraar in de drinkwatervoorziening aan de TH in Delft. Schreef diverse tijdschriftartikelen over de winning en behandeling van drinkwater alsmede Geo- en hydrologische beschouwingen betreffende de provincies Noord-Brabant en Zeeland (met J.F.Steenhuis; 1922-1924). Zie ook: W.H.van Marle.
i AHO, WID5-6, WWN63.
Kun, van der Leopold Johannes Antonius
1801-1864

(Utrecht 21 sep. 1801 - Den Haag 26 jan. 1864), ingenieur. Zeer veelzijdig man die, na zijn opleiding aan de artillerie- en genieschool in Delft, zeer vele functies bij de waterstaat bekleedde. Zo werkte hij aan het Noordhollands Kanaal, ontwierp de havens van Oostende en Brugge, droeg bij aan rivierverbetering, bevaarbaarmaking van de Maas en aanleg van spoorwegen en telegrafie. Gold in zijn tijd als een ingenieur van groot kaliber, bescheiden en kundig. Was in 1847 mede-oprichter van het KIVI en de eerste secretaris (1847-1851). Werd in 1857 benoemd tot hoofdinspecteur van de waterstaat. Van der Kun heeft weinig gepubliceerd; we noemen: Rapport van de Inspecteurs van den Waterstaat Ferrand en Van der Kun, nopens hetgeen tot verbetering der Nederlandsche rivieren zou kunnen bewerkstelligd worden (1854) en Verslag van de werkzaamheden tot zamenstelling der groote kaart van de hoofdrivieren in Nederland (1855). Zie ook: D.J.Storm Buijsing.

i GGK, JCBG, NBW2, WG, WND.
Kuyper, de Piet
1925-2009
Middelburg 5 feb. 1925 - Groningen 18 januari 2009), waterbouwkundige. Werkte van 1950 tot 1986 bij de Directie Groningen van RWS. Tot 1971 was hij hoofd van de dienstkring Delfzijl, opgevolgd door J.T. Kerkhof. Van 1971 tot 1975 was hij redacteur van het tijdschrift OTAR, waarin hij zelf schreef: De Eemshaven (1968) en Schiermonnikoog (1971).
i
Lakenman, Seger
1685-1760

(ca. 1685- 1760) waterschapsambtenaar. Was secretaris van het hoogheemraadschap Drechterland. Schreef: Ontwerp van een onkostbaar en zeker middel, om de Westvriesche zeedijken, door 't afknagen van 't paalwerk zeer gevaarlijk geworden in 1733, te stellen buiten eenig gevaar van doorbrake(1733) en Dringende nootzake om aan alle de zeedijken, gelegen aan de Zuiderzee en 't IJe te maken nieuwe buitenwerken tot bescherminge van Holland en Westvriesland (1735).
i BW
Lambrechtsen, Nicolaas Cornelis
1882-1918
(Goes 16 nov. 1882 - Amsterdam 15 feb. 1918), ingenieur. Werkte, nadat hij in 1908 als civiel ingenieur was afgestudeerd aan de TH in Delft, bij RWS aan de bouw van de Middensluis in Terneuzen. Schreef: Het Kanaal van Gent naar Terneuzen (met A.R. van Loon; 1909).
i

Lambrechtsen van Ritthem,

Constant Lodewijk Marius
1854-1930

(Middelburg 22 aug. 1854 - Den Haag 26 mei 1930), ingenieur. Was, na zijn studie aan de PS te Delft, werkzaam bij de waterstaat als opzichter te Vlissingen, Hoek van Holland en bij de Rivierkaart onder Ramaer. Werd assistent bij de PS onder Henket en Steuerwald, daarna ingenieur bij de PWS van Zeeland, in 1895 directeur van PW in Amsterdam, in 1900 werkzaam bij een particuliere petroleummaatschappij te Dordrecht en in 1914 naar NOI voor havenadviezen. Was regeringscommissaris voor oprichting van de Hoogovens in IJmuiden. Schreef o.m. Stad- en havenuitbreiding van Amsterdam in de laatste vijftig jaren (1897).
Klik op naam links voor meer publicaties
i ING 1930 n42 pA383-385, Ons Amsterdam 1950 p24

Lebret,

Jacobus
1819-1906

Waterbouwkundige, hoogleraar in Delft. Peilschaalopnemingen grote rivieren, Arrondissementsingenieur in Zeeland
Klik op naam links voor meer publicaties

i ramaer
Lee, van der Nicolaas Johannes
1808-1878

Oudewater 18 feb. 1808 - Zwolle 16 dec. 1878), ingenieur. Werkte, na zijn opleiding aan de artillerie- en genieschool in Delft, onder J.A.Beijerinck aan de droogmaking van de Zuidplas. Schreef in de tijd dat hij in Groningen een stoomvaartbedrijf had: De verbetering van het Reitdiep of de Hunze voor de groote scheepvaart (1855). Was als hoofdingenieur in Overijssel belast met de verbetering van de bevaarbaarheid van de IJssel tot in de Zuiderzee en de verlenging van de leidammen van het Keteldiep.
i JCBG, NBW2

Leeghwater,

Jan Adriaensz
1575-1650

(De Rijp 1575 - Amsterdam 1650), waterbouwkundige. Verkreeg in 1605 octrooi voor de 'waterconste', een duikerklok waarmee werkzaamheden onder water verricht konden worden. Als opzichter en molenmaker werkte hij mee aan de droogmaking van de Beemster (1612), Purmer (1622), Wormer (1626), Schermer (1635) en andere meren. Grote bekendheid verwierf hij met het Haarlemmer-meerboeck(1641; vele herdrukken), een pleidooi voor droogmaking. Zijn naam is gegeven aan het gemaal in de Haarlemmermeer bij De Kaag.
Klik op naam links voor meer publicaties

i AWN3, GTW, D.de Herder e.a.Jan AdriaenszLeeghwater, idealist en molenmaker (1975), JCBG, J.C.F.LastLeeghwater maalt de meren leeg (1942), J.MensWaterland (1943), NBW6, NGL, OTAR 1976 n1 p12-13, PT 1983 n11, J.G.de RoeverJan AdriaanszoonLeeghwater; het leven en werk van een zeventiende-eeuws waterbouwkundige (1944), SGN, TWG 1992 n2 p70-75, TWG 1993 n2 p66, TWG 2003 n1 p1-10, WP7.

Leemans,

Wilhelmus François
1841-1929

(Leiden 13 sep. 1841 - Den Haag 29 nov. 1929), ingenieur. Werkte, na zijn studie aan de PS te Delft, bij RWS in Steenenhoek, Den Bosch en Kampen. Zijn voorstel tot afsluiting van de Zuiderzee werd in 1877 wetsontwerp. Leidde de verruimingswerkzaamheden van de Rotterdamse Waterweg; schreef: De Nieuwe Waterweg langs Rotterdam naar zee (1897). Bij pensionering was hij HIG van de waterstaat. Was in de periode van 1892 tot 1913 voorzitter van de Zuiderzeevereniging, van 1892 tot 1903 driemaal voorzitter van het KIVI en lid van talrijke staatscommissies. Zijn naam werd gegeven aan het gemaal van de Wieringermeer bij Den Oever.
Klik op naam links voor meer publicaties

i AWN3, GGK, GPZ, ING 1929 n31 p419-420, NGL, WG, WND, WP7, WWN63, ZJI.
Leentvaar, Pieter
1918-2007
(Rotterdam 8 mrt. 1918 - Bilthoven 22 okt. 2007), hydrobioloog. Werkte, na voltooiing van zijn studie biologie aan de Universiteit van Utrecht, bij de Amsterdamsche Waterleiding Maatschappij in Loenen aan de Vecht. Trad in 1957 in dienst van het toen pas opgerichte RIVON in Bilthoven als hoofd van de afdeling Hydrobiologie. Verrichtte ecologisch onderzoek aan het Brokopondomeer in Suriname en andere stuwmeren. Schreef in de periode 1957-1998 vele artikelen, rapporten en boeken waaronder: De Zuidelijke Vechtplassen; flora en fauna (1969) en Onderwater in Nederland (1988).
i
Leeuw, de Johan Carel
1816-1880

(Houtrijk en Polanen 10 juni 1816 - Anna Paulowna 13 sep. 1880), dijkgraaf, burgemeester. Volgde zijn vader op als opzichter bij het Hoogheemraadschap van Rijnland. Was sinds 1847 dijkgraaf van de Anna Paulownapolder en sinds 1870 burgemeester van Anna Paulowna. Richtte, met W.F.A.Beijerinck, in 1875 een ingenieursbureau op voor stoombemaling van polders. Schreef o.m. Korte beschouwing van den toestand des Anna Paulownapolders in Maart 1851 (1851), Bemaling der middel- en binnendijkschebuitenveldersche polders (met W.F.A.Beijerinck; 1875) en De ontworpen Wieringermeerpolder (1879)

i RA Noord-Holland Familiearchief De Leeuw inv. n2.
Leeuwen, van Jan Jacobus
1877-1944
(Eindhoven 13 mrt. 1877 - Middelburg 9 mrt. 1944), ingenieur. Was, na zijn studie aan de PS te Delft, sinds 1904 werkzaam bij RWS in Sas van Gent en vanaf 1908 bij PW van Zeeland in Terneuzen en Goes, laatstelijk als hoofdingenieur. Overleed aan de gevolgen van een auto-ongeluk tijdens een dienstreis. Schreef o.m. De Zeeuwsche zeedijken (1930) en Enige opmerkingen over de Zeeuwsche zeeweringen (1938).
i M.P.de Bruin Waken en bewaren, honderd jaar PW Zeeland (1981), ING 1945 pA124, PZC 1944 11 mrt.
Leijé, van der Piet
1928-2007
(Vlissingen 15 mrt. 1928 - Vlissingen 20 juli 2007), waterbouwkundige. Werkte, na zijn opleiding aan het Zeeuwsch Technisch Instituut in Goes, van 1948 tot zijn pensionering bij de directie Zeeland van RWS, eerst bij de Adviesdienst, sinds 1950 bij het arrondissement Vlissingen. Schreef van 1972 tot 1996 een aantal artikelen in onder meer Zeeuws Tijdschrift en OTAR waaronder: Verbetering veerverbinding Kruiningen-Perkpolder (1972), De Braakmanhaven(1977) en Verbetering Kanaal Terneuzen-Gent(1987).
i

Lely,

Cornelis
1854-1929

(Amsterdam 23 sept. 1854 - Den Haag 22 jan. 1929), ingenieur, minister. Was na zijn studie aan de PS te Delft werkzaam bij de aanleg van spoorlijnen en bij RWS. Werd in 1886 benoemd tot ingenieur bij de Zuiderzeevereniging en volgde in 1887 J.van der Toorn op als hoofd van het technisch bureau. Leidde het onderzoek naar de afsluiting en drooglegging van de Zuiderzee en maakte als minister van Waterstaat de plannen hiervoor tot wet. Schreef o.m. Onderzoek omtrent de afsluiting en droogmaking van de Zuiderzee, de Wadden en de Lauwerszee (8 dln., 1887-1891). Was Minister van Waterstaat in de jaren 1891-1894, 1897-1901 en 1913-1918. In 1907 werd hem door de THD een eredoctoraat verleend. Was tot 1929 voorzitter van de in 1919 ingestelde Zuiderzeeraad, opgevolgd door H.Colijn. Verwierf in 1922 het erelidmaatschap van het KIVI, waarvan hij van 1928 tot 1929 voorzitter was. Zijn naam werd gegeven aan het gemaal van de Wieringermeer bij Medemblik. Zijn standbeeld prijkt aan de Afsluitdijk bij het monument en in het centrum van het naar hem genoemde Lelystad.
Klik op naam links voor meer publicaties

i BWN1, ED, GN, GPZ, GTW, HLR, HNJ, ING 1929 n4 pA21-24, K.Jansma: Lely, bedwinger der Zuiderzee (1948), NGL, WG, WP7, WT, ZJI, ZZP.
Lely, Jan
1883-1945
(oudste zoon van Cornelis Lely; Leiden 20 juni 1883 - Nootdorp 20 mrt. 1945), ingenieur. Werkte, na zijn opleiding aan de TH te Delft, bij RWS in verschillende functies. Schreef enkele artikelen in De Ingenieur. Volgde in 1918 I.A.Lindo op als directeur van GW van Den Haag. In 1930 volgde hij J.A.Ringers op als directeur en hoofduitvoerder van de MUZ. Hij kwam bij een bombardement om het leven
i HNJ, ING 1945 pA130, WG, WID1, WP7, ZJI.

Lely,

Cornelis Willem
1885-1932
(tweede zoon van Cornelis Lely; roepnaam: Wim; Deventer 9 juni 1885 - Aintree bij Liverpool 8 apr. 1932), ingenieur. Studeerde waterbouwkunde en promoveerde aan de TH te Delft op De invloed van de Zuiderzee op de stormvloedstanden langs de Friesche kust (1921). Was lid van de Staatscommissie Zuiderzee. Werkte aan verschillende waterstaatswerken en ontwierp de plannen voor de Maaskanalisatie: Rapport betreffende de verbetering van de Maas voor groote afvoeren (1926). Werd in Engeland bij verrassing door een sneltrein overreden. Zijn werk aan de kanalisatie van de Maas werd voortgezet door J.W.de Vries.
Klik op naam links voor meer publicaties

i AWN3, GWG, ING 1932 n25 pA221-A224, TWG 1996 p5, TWG 2002 n2 p39-46, WG, WP7, ZJI.
Lidth de Jeude, van Jhr. Otto Cornelis Adriaan
1881-1952

(Tiel 7 juli 1881 - Den Haag 1 feb. 1952), ingenieur, minister. Werkte na zijn studie aan de PS te Delft bij RWS. Hij werkte onder meer aan het kanaal van 's Hertogenbosch naar Drongelen, een onderdeel van de werken der Maasmondverbetering. Na vanaf 1909 in het buitenland te hebben gewerkt aan de havens van Curaçao en Chefoo (China), werd hij in 1919 directeur van de Nederlandse Maatschappij voor Havenwerken. In 1929 ontwierp hij de haven van Barcelona. Was daarnaast actief in de politiek: gemeenteraad, PS, TK en van 1935 tot 1937 minister van Waterstaat. Was van 1938 tot 1941 voorzitter van het KIVI, van 1939 tot 1940 van de Zuiderzeeraad en van 1938 tot 1952 erevoorzitter van de Vereniging "Eendracht maakt macht". Schreef o.m. De kanaalverbinding Amsterdam - Bovenrijn (1929). Zie ook: G.H.van den Broek.

i BJ53, BWN1, ING 1952 n6 pA45-A47, PKN, WID5, WT.
Liernur, Hermann Carl Anton
1828-1893

(zichzelf noemende Charles T.; Haarlem 12 mei 1828 - Berlijn 12 feb. 1893), ingenieur (autodidact). Begon als 15-jarige als onderopzichter bij de bouw van de uitwateringssluizen te Katwijk en vervolgens bij de inpoldering van de Anna Paulownapolder. Emigreerde in 1848 naar de V.S. als landmeter en was betrokken bij de aanleg van spoorwegen en speelde een roemruchte rol tijdens de afscheidingsoorlog in 1861. Werkte na zijn terugkeer in 1865 korte tijd in Londen als redacteur van het tijdschrift Engineer. Ontwikkelde een naar hem genoemd rioleringsstelsel met gescheiden afvoer van faecaliën, dat in 1872 voor het eerst werd toegepast in Leiden. Schreef o.m. Ontwerp rioolstelsel voor 's-Gravenhage (1867)

i GTN, NBW6.
Linde, van de Quinten Marinus
1887-1963
(Wemeldinge 25 juli 1887 - Den Bosch 26 nov. 1963), waterbouwkundige. Na een verblijf van enkele jaren in NOI, kwam hij in dienst van RWS, eerst in Velsen, van 1928 tot 1939 in Roermond, daarna in Den Bosch als technisch hoofdambtenaar. Schreef in de periode van 1938 tot 1957 een aantal tijdschriftartikelen waaronder: Evenwichtsverstoringen langs de Zeeuwschestroomen (1938), De voormalige waterstaatkundige toestand van de landen langs de Maas in Noord-Brabant (1950), Het kanaal Antwerpen-Moerdijk (1955) en De opkomst van het polderland van westelijk Noord-Brabant (1957).
i
Linden van den Heuvel, van Abraham
1875-1965
(Vlaardingen 22 mrt. 1875 - Oegstgeest 2 sep. 1965), ingenieur. Was, na zijn studie aan de PS te Delft, werkzaam bij de waterstaat in Overijssel. Sinds 1907 in dienst van de PWS van Overijssel, van 1912 tot 1935 als hoofdingenieur. Hij schreef o.m. De ontwateringswerken in Overijssel (1933) en Grepen uit de in deze eeuw op landbouwkundig gebied tot stand gebrachte waterstaatswerken in Overijssel(1939).
i HM 2001 n3 p81, ING 1965 pA650, Schets van een eeuw PW in Overijssel (1982).

Lindo,

Isaäc Anne
1848-1941

(roepnaam: Jack; Arnhem 20 sep. 1848 - Den Haag 2 dec. 1941), genie-officier, ingenieur. Vertrok in 1872, na zijn opleiding aan de MA te Breda, als assistent van C.J.van Doorn voor waterstaatswerk naar Japan. Was van 1886 tot 1890 directeur van GW te Arnhem, daarna tot 1918 directeur van GW in Den Haag, opgevolgd door J.Lely. Hij was de nestor van het KIVI: lid van de raad van toezicht en 70 jaar persoonlijk lid. Van zijn publicaties noemen we: De zeeweringmuur langs het strand te Scheveningen (1897) en De visschershaven te Scheveningen (1902).
Klik op naam links voor meer publicaties

i ING 1945 pA130 en p483, JS
Lingsma, Jelmer Sijtze
1915-2020
(Beetsterzwaag 13 juli 1915 - Schagerbrug 5 feb. 2012), voorlichter. Heeft van 1932 tot 1939 in verschillende functies gewerkt bij de gemeenten Opsterland en Heerde en bij een architectenbureau in Heerenveen. Sindsdien was hij in dienst van RWS, eerst als opzichter bij het arrondissement Friesland en van 1945 tot 1957 bij de directie Benedenrivieren in Den Haag als chef tekenkamer. Van 1957-1974 was hij werkzaam als voorlichter bij de afdeling Documentatie en Informatie van de Deltadienst in Den Haag, de laatste jaren als opvolger van W. Metzelaar. Publiceerde in het tijdschrift Land en Water, schreef Perspectief derDeltawerken (Koppermaandag 1966) en Van terp tot Gouden Delta (1970), maar kreeg vooral bekendheid door zijn Gids voor de Deltawerken (1962) die in verschillende talen verscheen, meerdere herdrukken beleefde en waarnaar nog regelmatig wordt verwezen.
i
Linse, Hendrik
1825-1905

(Amsterdam 18 mrt. 1825 - Oosterbeek 5 sep. 1905), ingenieur. Werkte na zijn studie aan de PS te Delft bij de waterstaat onder J.A.Beijerinck bij de bouw van het stoomgemaal Cruquius in de Haarlemmermeer. Werkte daarna te Hoorn, Dordrecht, Utrecht, Den Haag en Oosterbeek. Schreef o.m. Landaanwinning in de Zuiderzee (1890)

i ING 1905 bijl. p10, NBW4.
Lodder, Gerard Christiaan
1891-1979
(Rhenen 25 nov. 1891 - Wageningen 6 sep. 1979), waterbouwkundige. Was, gedurende een groot deel van zijn loopbaan bij RWS, betrokken bij de aanleg van de Twentekanalen, de laatste jaren als technisch hoofdambtenaar. Hij schreef: De Twente-kanalen (1935 en 1966), Rijn en Maas; uitgevoerde werken sinds 1870 (1970) en De geschiedenis van het net van scheepvaartkanalen in Nederland (1977).
i

Looff, de

Daniël
1924-2012
roepnaam: Daan; Wissenkerke 12 juni 1924 - Vlissingen 28 juli 2012), waterbouwkundige. Trad in 1946 in dienst van RWS en was als technisch ambtenaar werkzaam bij de Directie Waterhuishouding en Waterbeweging in Den Haag, sinds 1978 als technisch hoofdambtenaar bij de Studiedienst Vlissingen van de Directie Zeeland. Publiceerde voornamelijk over de bodemligging en het onderhoudsbaggerwerk van de Westerschelde, waaronder: Over de cyclus der zogenaamde drempelgeulen in de oostelijke uitloop van de Zimmermangeul (met J. van Malde; 1976). Schreef veel briefrapportages aan de directie Zeeland over aanvaring in de Westerschlde, dit waren brieven van enekele kantjes, met meestal maar twee of drie zinnen per bladzijde.
Klik op naam links voor meer publicaties

i

Loon, van

Arie Rijk
1870-1959

(Dordrecht 23 juli 1870 - Den Haag 17 okt. 1959; begraven op Jaffa, Delft), ingenieur. Werkte, na te zijn afgestudeerd aan de PS in Delft, in verschillende rangen bij RWS. Was van 1916-1918 HID in de directie Noord-Brabant, tot 1921 in de directie Noord-Holland en tot 1930 IG van RWS. Schreef onder meer: Het Kanaal van Gent naar Terneuzen (met N.C. Lambrechtsen; 1909).
Klik op naam links voor meer publicaties

i

Lorentz,

Hendrik Antoon
1853-1928

(Arnhem 18 juli 1853 - Haarlem 4 febr. 1928), fysicus, hoogleraar. Studeerde wis- en natuurkunde en promoveerde te Leiden op de terugkaatsing en breking van licht. Werd in 1877 hoogleraar in de theoretische natuurkunde te Leiden. In 1902 werd hem, samen met P.Zeeman, de Nobelprijs voor natuurkunde toegekend en in 1918 een eredoctoraat door de TH te Delft. Was voorzitter van de Staatscommissie Zuiderzee en ontwikkelde zowel voor de getijbeweging als voor het stormvloedverschijnsel een effectieve berekeningsmethode: Verslag Staatscommissie Zuiderzee 1918-1926 (1926). In het park Sonsbeek in zijn geboorteplaats werd een standbeeld voor hem opgericht.
Klik op naam links voor meer publicaties

i AHO, BWN1, HLR, ING 1928 n6 pA33-A34 en A42, C.G.Matser: Ter gedachtenis aan H.A.Lorentz(1953), TWG 1996 p5, VSL, WND, WP7, WT, ZJI.
Loschacoff, Moisés José
1927-2018
(MoisésVille, Argentinië 25 mei 1927 - Noordgouwe 27 feb. 2018), ingenieur. Studeerde in 1952 af als civiel ingenieur aan de UniversidadNacional de Córdoba en emigreerde naar Nederland. Was sinds 1953 in dienst van RWS bij de Afdeling Afsluitingswerken van de Deltadienst, laatstelijk als hoofdingenieur A. Van zijn publicaties noemen we: Geschiedenis van een Deltadam: overzicht van de afsluiting van het Brouwershavensche Gat (1971) en Het Nederlandse landschap en de waterbouwers (1993).

i
Louwes, Stephanus Louwe
1889-1953
(Ulrum 29 mrt. 1889 - Den Haag 26 januari 1953), ingenieur, bestuurder. Was, na in 1912 te zijn afgestudeerd aan de LHS te Wageningen, van 1913 tot 1917 directeur van de Rijkslandbouw Winterschool in Meppel en Rijkslandbouwconsulent voor Overijssel, daarna te Hengelo. Van 1919 tot 1936 was hij secretaris-penningmeester van de Overijsselsche Landbouw Maatschappij. Ook bekleedde hij enkele bestuurlijke functies op het gebied van landbouw en voedselvoorziening. In 1947 ontving hij een eredoctoraat van de LHS te Wageningen. Van zijn publicaties noemen we: De afwatering in Overijssel(1926).
i PKN, WID5, WP7
Made, van der Johannes Willem
1928-1991
(Rotterdam 15 sep. 1928 - Voorburg 6 okt. 1991), ingenieur. Werkte, na in 1951 te zijn afgestudeerd aan de TH in Delft, sinds 1953 bij de DWW van RWS in Den Haag. Schreef o.m. Enige beschouwingen over de waterafvoer in het gebied rond 's-Hertogenbosch (1962), Hydrografie van het Maasbekken (1972) en Kwantitatieve analyse van rivierafvoeren (1982). Promoveerde in 1988 aan de TU Delft op het ontwerp van oppervlaktewater-meetnetten
i BDD, ING 1991 n11 p44

Malde, van

Jacob
1926-2014
van (Rotterdam 17 mrt. 1926 - Voorschoten 19 dec. 2014), ingenieur. Studeerde in 1954 af als civiel ingenieur aan de TH in Delft. Was in dienst van RWS bij de directies Benedenrivieren en tot 1971 bij de Deltadienst. Daarna bij de Studiedienst Vlissingen en tenslotte bij de Dienst Getijdewateren in Den Haag. Schreef onder meer: Over het berekenen van Deltaprofielen voor dijken langs de Westerschelde (met N. Schoenmakers en D.C. Verhage; 1972), Over de cyclus van de zogenaamde drempelgeulen in de oostelijke uitloop van de Zimmermangeul (met D. de Looff; 1976) en De invloed van de bepalingswijze op de berekende gemiddelde zeestand (met E.R. van den Hoek Ostende; 1989).
Klik op naam links voor meer publicaties

i
Maldegem, van Pieter Johannes
1917-1993
(roepnaam: Pier; Wissenkerke 26 mei 1917 - Zierikzee 19 apr. 1993), waterbouwkundige. Was van 1942 tot 1982 werkzaam bij RWS, laatstelijk als technisch hoofdambtenaar bij de afsluiting van het Veerse Gat, Brouwershavensche Gat en de Oosterschelde. Schreef o.m. Drie-eilandenplan; afsluiting Veerse Gat (1961), De grote werken na de afsluiting van het Veerse Gat (1962) en De afsluiting van het Brouwershavensche Gat (1969).

i LW 1961 n1 p33

Manen, van

Reinier Otto
1843-1923
(Elburg, 2 juli 1843 - Apeldoorn, 22 juli 1923)Inspecteur-Generaal van de Rijkswaterstaat. Hij had als standplaatsen 's-Hertogenbosch, Rotterdam, Breskens, Nijmegen, Den Haag Zutphen en Haarlem. In 1898 werd hij hoofdinspecteur-generaal.
Klik op naam links voor meer publicaties
i
Marinkelle, Antonius Bernardus
1864-1926
(Soerabaja 29 mei 1864 - Den Haag 13 juni 1926), ingenieur. Werkte, na in 1886 te zijn afgestudeerd aan de PS te Delft, bij RWS in Den Haag, Goes, Roermond en vervolgens van 1900 tot 1908 bij de Dienst der Groote Rivieren te Utrecht. Was van 1909 tot 1917 als vaarwegdeskundige betrokken bij de verbetering van de Waal, sinds 1911 als HID. Schreef enkele tijdschriftartikelen en het uitstekende jubileumboek De waterweg langs Rotterdam naar zee, 1866-1916 (met A.T.de Groot; 1916).

i ING 1926 n32 p673

Maris,

August Godfired
1896-1985

(Den Haag 22 okt. 1896 - Den Haag 14 feb. 1985), ingenieur. Was, na in 1921 te zijn afgestudeerd aan de TH in Delft, werkzaam bij verschillende directies van RWS. Werd in 1946 HID van de RWS in Gelderland, volgde in 1951 W.J.H.Harmsen op als DG van RWS, op zijn beurt in 1961 opgevolgd door J.van de Kerk. Was vanaf de oprichting voorzitter van de Deltacommissie en enige jaren van het KIVI. Schreef o.m. Het Deltaplan in zijn verschillende facetten(met H.A.M.C.Dibbits, J.van Veen en J.W.de Vries; 1956).
Klik op naam links voor meer publicaties

i AB, DLW, GTW, NP 1999, NRC 26 okt 1961, WID6.
Marle, van Willem Herman
1905-1983
van (Deventer 31 mrt. 1905 - Haarlem 5 okt. 1983), ingenieur. Studeerde in 1935 af als civiel ingenieur aan de TH in Delft. Was van 1964 tot 1970 directeur van het PWN en de N.V. Watertransportmij. Rijn-Kennemerland. Schreef het jubileumwerk Vereniging voor Waterleidingsbelangen in Nederland 1899-1949 (met W.F.J.M.Krul; 1949).
i NP1982
Mazel, Jan Zacharias
1857-1922
(Leeuwarden 15 dec. 1857 - Den Haag 30 sep. 1922), jurist. Studeerde rechten in Leiden en promoveerde daar op De verdediging der rivierdijken bij ijsgang en hoog opperwater (1886). Hij was werkzaam als kantonrechter en officier van justitie in Den Haag, Middelburg, Rotterdam, Winschoten en Groningen en was sinds 1914 adviseur-generaal aan het Gerechtshof in Den Haag.
i

Mazure,

Jannis Pieter
1899-1990

(Rotterdam 24 dec. 1899 - Den Haag 3 nov. 1990), ingenieur, hoogleraar, politicus. Was, na in 1923 te zijn afgestudeerd aan de TH te Delft, werkzaam bij de Dienst der ZZW, belast met de uitvoering van getijberekeningen voor de Staatscommissie Zuiderzee. Promoveerde in Delft op De berekening van getijden en stormvloeden op benedenrivieren (1937). Was van 1950 tot zijn pensionering hoogleraar in de toegepaste mechanica in Delft. Vanaf 1958 lid, later tevens voorzitter van de EK
Klik op naam links voor meer publicaties

i BJ91, TWG 1996 n1 p6, WID6, WND, WWN63.
Meer, van der Zander Yske
1904-1978
(Nijeholtpade 14 mrt. 1904 - Arnhem 27 apr. 1978), ingenieur. Studeerde in 1928 af aan de TH in Delft en promoveerde aldaar in 1939 op Het opkomen van den Waterstaat als taak van het landsbestuur in de Republiek der Vereenigde Provinciën (1939). Was in verschillende functies werkzaam bij RWS, was van 1946 tot 1954 DG van Wederopbouw en Volkshuisvesting en daarna voorzitter van de Rijksplanologische Commissie
i ING 1978 p458, WID5-6, WWN63

Meijer,

Cornelis Janszoon
1629-1701

(Amsterdam, 1629 - Rome, 1701) was een Nederlandse waterstaatkundig ingenieur. Hij werkte onder andere in Italië aan de verbetering van de afvoer van de Tiber. In de Italiaanse literatuur wordt hij Cornelio Meyer genoemd.
Klik op naam links voor meer publicaties

i Hoogewerff, G.J., Cornelis Jansz. Meijer, Amsterdamsch Ingenieur in Italië (1629—1701), Oud Holland, Vol. 38 (1920), pp. 83-103 Uitgeverij Brill, Leiden
Meijers, Albert Abraham
1876-1960
(Den Haag 29 juli 1876 - Den Haag 25 mei 1960), ingenieur. Was, na zijn afstuderen in 1897 aan de PS te Delft, tot 1932 werkzaam in NOI en op Curaçao, overwegend belast met ontwerp en aanleg van havenwerken. Schreef diverse tijdschriftartikelen w.o. De tweede binnenhaven te Scheveningen en de plannen ter verbinding van die haven met de binnenwateren (1930) en de biografie Ter herdenking Jhr.ir. R.R.L. de Muralt (1936).
i ING 1960 n47 pA622, WID5

Mentz,

Dirk
1785-1848

Landmeter en waterbouwkundige. Hij heeft onder andere een ontwerp gemaakt voor een kanaal van Amsterdam naar zee door de duinen en een masterplan voor de haven van Hamburg. Hij werkte intensief samen met Adriaan Goudriaan
Klik op naam links voor meer publicaties
i Ramaer, J.C., Dirk Mentz, Nieuw Nederlands Biografisch Woordenboek (1911), Deel 2 blz 897.

Mesu,

Fernandus Pieter
1889-1978

(Nieuw- en Sint Joosland 14 apr. 1889 - Bilthoven 18 sep. 1978), landbouwkundig ingenieur. Was, na zijn studie aan de LHS te Wageningen, werkzaam in Friesland en Drenthe bij het Rivierenbureau, opgezet voor de verbetering van de afwatering, met werkverschaffingsprojecten aan het Drostendiep. Daarna leidde hij het Rijksbureau voor de Ontwatering te Zwolle, was hij van 1930 tot 1935 lid van de Wieringermeer-directie en van 1935 tot 1954 (de eerste) directeur van de Cultuurtechnische Dienst te Utrecht. De LHS te Wageningen verleende hem in 1953 een eredoctoraat. Was lid van de Deltacommissie. Hij schreef o.m. Enige waterstaatkundige facetten van de afsluiting der zeegaten (met A.G.Bruggeman; 1954), Waterhuishouding in Nederland (met J.van Veen; 1957) en Brabantse Biesbosch waarheen? (1960).
Klik op naam links voor meer publicaties

i DB1, M.A.Geuze: Mesu, het leven van een pionier(1979), ING 1978 p798, LW 1960 n4 p146, VJB, WID5-6
Metzelaar, Willem
1908-1994
(Delft 24 juli 1908 - Leidschendam 18 sep. 1994), waterbouwkundige, voorlichter. Voltooide in 1927 zijn studie weg- en waterbouwkunde aan de MTS in Den Haag. Was van 1931 tot 1973 in dienst van RWS, aanvankelijk als opzichter, laatstelijk als waterstaatkundig hoofdambtenaar. Was van 1931 tot 1952 betrokken bij de aanleg van het Amsterdam-Rijnkanaal, o.m. belast met de bouw van de schutsluis bij Tiel. Was in 1945 werkzaam bij de Dienst Doogmaking Walcheren en in 1953 bij dijkdichtingen op Goeree en Schouwen-Duiveland. Was van 1957 tot 1973 hoofd van de afdeling voorlichting van de Deltadienst. Schreef o.m. Zeeland in bewogen dagen (1946) en het bekende leerboek Nederland Deltaland (1962).

i AB, Dertien maal Delta (1981).
Meyier, de Johan Emilius
1848-1913
(Den Haag 7 nov. 1848 - Den Haag 26 nov. 1913; begraven op Oud Eik en Duinen), ingenieur. Was, na zijn studie aan de PS te Delft, vanaf 1870 werkzaam bij de overheid in NOI, laatstelijk als directeur van het Departement der Burgerlijke OW. Schreef o.m. De waterafvoer der Nederlandsche hoofdrivieren (1887)
i ING 1913 n49 p1061, ING 1914 n5, p87-91, WND.
Molen, van der Wiebe Henderikus
1922-2014
(Amsterdam 15 aug. 1922 - Heelsum 30 juli 2014), ingenieur, agrohydroloog, hoogleraar. Studeerde in 1948 af aan de LHS te Wageningen als landbouwkundig ingenieur. Werkte enige jaren bij de RIJP, bij de Grontmij en promoveerde in 1958 aan de LHS op de landbouwkundige eigenschappen van door zeewater overstroomde gronden. Van 1968 tot 1987 was hij hoogleraar in de agrohydrologie aan de LHS. Van zijn publicaties uit de periode van 1949-2007 noemen we: Over de landbouwkundige betekenis en de kartering van de kwel in de Noordoostpolder (met W.H. Sieben; 1955), zijn inaugurele rede Tussen grond en water (1968) en zijn afscheidsrede Over water en bodem (1987).
i Stromingen 2014 n3 p75-80

Moll,

Gerard
1785-1838

(roepnaam Gerrit, Amsterdam 18 jan. 1785 - Amsterdam 17 jan. 1838, sterrenkundige, hoogleraar. Studeerde in 1809 af in de wis- en natuurkunde te Leiden. Was sinds 1812 hoogleraar wis- en natuurkunde te Utrecht en directeur van het observatorium aldaar. Bedacht in 1820 een nieuw type duiktoestel. Had daarnaast grote belangstelling voor het zeewezen en de waterstaat en schreef o.m. Over het Amsterdamsche peil en de geschiedenis van hetzelve (1826), had zitting in de commissie tot onderzoek van de beste rivierafleidingen (1827). Hij schreef ook Over waarnemingen der getijden langs de Nederlandsche kusten (1838)
Klik op naam links voor meer publicaties

i BW
Molt, Evert Lambert
1908-1998
(Voorburg 8 feb. 1908 - Oisterwijk 27 juli 1998), scheikundige, hydro-ecoloog. Studeerde scheikunde aan de RU in Leiden waar hij in 1934 promoveerde. Was werkzaam bij het Hoogheemraadschap van Rijnland waar hij, samen met P. de Gruyter, Rijnlands boezem (3 dln.; 1957) samenstelde. Schreef verder: Natuurwetenschappelijke aspecten van de zuivering van Rijnwater (1963). Was later in dienst van de Inspectie van de Volksgezondheid, belast met het toezicht op de hygiëne van het milieu in de provincie Noord-Brabant.
i
Monhemius, Leonard
1897-1980
(Amsterdam 31 okt. 1897 - Den Haag 26 apr. 1980), werktuigbouwkundig ingenieur. Was, na in 1921 te zijn afgestudeerd aan de TH in Delft, enkele jaren werkzaam als assistent van zijn leermeester J.C.Dijxhoorn. Werkte vervolgens bij het Hoogheemraadschap van Rijnland en daarna als hoofd van de afdeling Werktuigkunde bij de Dienst der ZZW te Den Haag, in 1962 opgevolgd door J.J.Weeda. Ontwierp de gemalen Leemans en Lely in de Wieringermeer, de gemalen Buma, Smeenge en Vissering in de Noordoostpolder, de gemalen Colijn, Lovink en Wortman in Oostelijk Flevoland en het gemaal De Blocq van Kuffeler in Zuidelijk Flevoland. Schreef diverse artikelen over polderbemaling w.o. De gemalen van den Wieringermeerpolder (1930), Het schepradgemaal van Rijnland te Spaarndam (1937) en Vijf eeuwen polderbemaling; enkele grepen uit de geschiedenis van de strijd om droge voeten (1967).
i ING 1980 n21 p30, LW 1961 n5 p200, LW 1962 n6 p233, ZJI.

Morra,

Reinout Heleen Johan
1916-1990
(Utrecht, 2-9-1916 - Zoetermeer 7-5-1990). Medewerker van de studiedienst benedenrivieren, later waterloopkundige afdeling van directie Waterhuishouding en Waterbeweging. Is vooral bekend geworden door zijn aanpassing van de zandtransportformule van Kalinske. Dit volgt uit zijn bijdrage aan het rapport van de Deltacommissie (deel 5, bijdrage 4.6): De zandbeweging in het getijgebied van Zuidwest-Nederland. Daarnaast heeft hij werk gedaan aan de plaatsbepaling voor metingen met Decca. Hij schreef o.a. A system of radio-location used in the Delta Area voor de ICCE conferentie van 1960.
Klik op naam links voor meer publicaties
i

Mourik Broekman, van

Gerrit Hendrik
1875-1948

(Vianen 26 aug. 1875 - Voorburg 12 mrt. 1948), ingenieur, hoogleraar, schilder. Werkte, na in 1897 te zijn afgestudeerd aan de PS te Delft, korte tijd bij GW van Rotterdam en vele jaren in Argentinië. Werd in 1901 hoogleraar in Santiago en vervolgens adviseur van de Chileense regering. Werd in 1924 benoemd tot hoogleraar waterbouwkunde aan de TH in Delft en schreef bij zijn inauguratie Enige beschouwingen over het water als bron van energie. Schreef daarnaast talrijke artikelen in tijdschriften en was ook een erkend schilder van portretten en landschappen. Ontving in 1936 een eredoctoraat van de Universiteit van Gent.
Klik op naam links voor meer publicaties

i BWN1, ENW, ING 1948 n26 pA211-A212, NBK, PKN, WND.

Muralt, de

Jhr. Robert Rudolf Lodewijk
1871-1936

(Utrecht 9 mei 1871 - Den Haag 7 nov. 1936), ingenieur, burgemeester. Was, na zijn studie aan de PS in Delft, werkzaam bij achtereenvolgens RWS, de spoorwegen in NOI, het waterschap Schouwen en als directeur van het Technisch Bureau Zeeland te Zierikzee. Was lid van de Staatscommissie Zuiderzee. Uitvinder van betonelementen voor verhoging en verdediging van zeedijken. Was lid van de gemeenteraad en TK. Woonde daarna in Den Haag en was van 1922 tot 1928 burgemeester van Borculo. Schreef artikelen over bruggenbouw, polderbemaling en zeeweringen w.o. Dijk- en oeverwerken van gewapend beton volgens het 'Systeem De Muralt' (1913). Ontving voor zijn bijzondere verdiensten de gouden Conradmedaille van het KIVI. Zie ook: A.A.Meijers
Klik op naam links voor meer publicaties

i BNE, M.P.de Bruin Waken en bewaren (1981), EZ, ING 1936 n49 p397-400, WBV, WID1, WG, ZJI.
Nelemans, Johannes
1859-1944

(Klundert 29 mrt. 1859 - Tiel 3 mei 1944), ingenieur, hoogleraar. Was, na zijn studie aan de PS te Delft, werkzaam bij RWS o.m. belast met de verbetering van het Kanaal van Gent naar Terneuzen. Schreef daarover: Werken tot verbetering van het Kanaal van Gent naar Terneuzen etc. (1897). Was van 1906 tot 1929 hoogleraar waterbouwkunde en bruggenbouw aan de TH in Delft en in 1920-1921 rector magnificus.

i ING1945

Nellensteyn,

Frederik Jan
1888-1953

Geboren 22 Juli 1888 te Tjilalengka (Java). Hij is in augustus 1915 te Bandoeng getrouwd met Anna Geertruida Schwing. Nadat hij te Deventer de HBS had doorlopen werd hij student aan de Technische Hogeschool te Delft. Na aldaar in 1911 zijn studie te hebben beëindigd, trad hij in dienst bij de Bataafsche Petroleum Mij. te Rotterdam, voor uitzending naar Indië, hetgeen een jaar later, na zijn voorbereiding daartoe, geschiedde. Te Soerabaja was hij vervolgens een jaar lang werkzaam als leraar Wiskunde aan de HBS, welke functie hij verwisselde voor die van chemisch adviseur van de oliefabrieken "Insulinde". In 1920 repatrieerde hij, een werkkring als scheikundig ingenieur bij de Oliefabrieken Calvé-Delft aanvaardend. Daarna werkte hij aan zijn proefschrift: "Bereiding en constitutie van asphalt", waarop hij in 1923 promoveerde bij prof. Waterman. Na eenige tijd als assistent aan de Hogeschool te Delft te hebben gewerkt, werd hij in 1927 benoemd tot Directeur van het Rijkswegenbouwlaboratorium. In binnen- en buitenlandse tijdschriften op gebied van Chemie en Wegenbouw, publiceerde hij artikelen. Hij maakte reizen naar tal van landen, zowel voor zaken als voor genoegen. De "Bataafsche" Petroleum Mij. zond hem uit naar Roemenië, de Oliefabrieken Insulinde naar Malakka, terwijl hij wegen- en andere congressen bezocht in Frankrijk, Engeland, Duitsland en Italië. Ook in zijn vrije tijd houdt hij zich bij voorkeur bezig met wetenschappelijke studie, o.a. verricht hij op het gebied van wegenbouw veel researchwerk.
Klik op naam links voor meer publicaties

i HuygensKNAW-persoonlijkheden
Nes van Meerkerk, van Evert Rein
1849-1926
(Zwolle 26 april 1849 - Den Haag 22 dec. 1926), ingenieur. Kwam, na afstuderen in 1872 aan de PS in Delft, in dienst van RWS en doorliep daar alle rangen. Was van 1903-1910 HID in Noord-Brabant, sinds 1911 IG en van 1912-1914 HIG. Schreef onder meer: Over onderzeesche oevervallen (1881) en Neder-Rijn en Lek (met A. Keurenaer; 1897)
i ING1927
Nicolai, Kornelis
1923-2010
(roepnaam: Kees; Warffum 25 okt. 1923 - Noordbergum 7 feb. 2010), waterbouwkundige. Was vele jaren in dienst van RWS in de Directie Groningen, laatstelijk als technisch hoofdambtenaar belast met de uitvoering van landaanwinningswerken in Friesland en Groningen. Zijn meest bekende publicatie is: De ontwikkeling van de landaanwinning in de Lauwerszee (1963).
i
Nierstrasz, Nicolaas Hendrik
1834-1917
(Gorinchem 31 dec. 1834 - Hilversum 27 jan. 1917), genie-officier. Was, na zijn opleiding aan de KMA in Breda, sinds 1854 werkzaam in Hellevoetsluis en Nijmegen bij de verbetering van de vestingwerken aldaar. Werkte sinds 1861 bij de staatsspoorwegen in Den Bosch en ontwierp de spoorbruggen te Venlo en Hedel. Droeg vanuit zijn functie bij de Hollandsche IJzeren Spoorwegmij. (1883-1912) in belangrijke mate bij aan de ontwikkeling van het internationaal spoorwegverkeer. Schreef o.m. De watervrijmaking van 's-Hertogenbosch en het plan van het gemeentebestuur van Februarij 1877 (1877).
i BWN2
Nievelt, van Barend Ferdinand
1888-1910
(Deventer 28 jan. 1888 - Den Haag 31 juli 1958), ingenieur, redacteur. Werkte, na zijn studie aan de TH in Delft, enkele jaren bij een ingenieursbureau in Utrecht en bij het Rijksbureau voor Drinkwatervoorziening in Den Haag. Was van 1919 tot 1953 werkzaam bij het PWN te Bloemendaal, sinds 1942 als directeur. Was sinds 1917 redacteur van het tijdschrift Water en schreef o.m.De provinciale drinkwatervoorziening van Noordholland (1922) en Waterverspilling (1949).
i WID6

Nijhoff,

Gerard Pieter
1887-1956
(Amsterdam 10 sep. 1887 - Amsterdam 4 feb. 1956), ingenieur, redacteur. Werkte, na een korte studie economie in Groningen en een voltooide studie aan de TH in Delft, tot 1921 bij RWS en drie jaar bij Siemens Bau Union. Was van 1912 tot 1935 redacteur en hoofdredacteur van het Polytechnisch Tijdschrift en schreef daarin o.m. De Twentsche kanaalverbinding (1919). Maakte, van 1924 tot 1940 als directeur van Ingenieursbureau voor waterbouwkundige adviezen Ir. G.P. Nijhoff te Den Haag en Brussel, uitvoerige studie van havens in Turkije, Azië en Zuid Amerika. Was daarna adviseur voor wederopbouw en van 1943 tot 1950 hoofdingenieur bij de Dienst der Gemeente Waterleidingen van Amsterdam. Was sindsdien raadadviseur van het MVW en vanaf 1953 lid van de Deltacommissie
Klik op naam links voor meer publicaties
i ING 1956 pA151-A152, WID5-6, WND.
Nobel, le Johan Cornelis
1906-1985
(Den Haag 20 sep. 1906 - Den Haag 12 feb. 1985; begraven op Oud Eik en Duinen), ingenieur. Werkte, na in 1929 te zijn afgestudeerd aan de TH in Delft, bij de Dienst der ZZW in Den Haag, van 1957 tot 1971 als hoofd van de afdeling Kunstwerken. Voor de vierde druk van het leerboek Waterbouwkunde door M.B.N.Bolderman en A.C.W.Dwars schreef hij deel 4: Bruggen (1949). Schreef diverse artikelen in technische tijdschriften met name over sluizen en gemalen, zoals: Kunstwerken in de Noordoostpolder (1948), De kunstwerken in de bedijking van Oostelijk Flevoland (1959), De kunstwerken in de bedijking van Zuidelijk Flevoland (1966) en Deuren in de dijk; de sluizen in de noordelijke afsluiting van de Markerwaard (1971). Zie ook: F.L.van der Bom, C.J.van den Bout, M.Klasema
i
Noortwijk, van Willem Hendrik
1927-2013
(roepnaam: Wim; Hoenkoop 1 aug. 1927 - Heerhugowaard 19 sep. 2013), waterbouwkundige. Was sinds 1948 in dienst van RWS, eerst bij de Dienst der ZZW, vanaf 1954 in de Directie Utrecht, sinds 1959 als hoofd van de dienstkring Enkhuizen, vanaf 1970 van de dienstkring Alkmaar en van 1976 tot 1988 als hoofdwaterbouwkundige te Haarlem belast met het beheer en onderhoud van de Rijkswegen in Noord-Holland. Schreef onder meer: Honderd jaar geleden werd de Hollandse IJssel gekanaliseerd (1956), Marken (1966) en Leeghwater, idealist en molenmaker (1976).
i
Oldenborgh, van Johannes
1875-1940
(Bengkulu NOI 24 dec. 1875 - Haarlem 26 april 1940), genie-officier. Werkte, na in 1895 te zijn afgestudeerd aan de KMA te Breda, als officier bij de genie; van 1909 tot 1912 als leraar aan de Hogere Krijgsschool in Den Haag. Was van 1913 tot 1919 directeur van het Rijksbureau voor Drinkwatervoorziening en sindsdien de eerste directeur van het PWN. Heeft veel bijgedragen aan het behoud van de Hollandse duinen. Ontving van het KIVI in 1921 de Conrad Medaille. Schreef artikelen in De Ingenieur en het Rapport omtrent de uitkomsten van een grondwater- en bodemonderzoek in het duingebied nabij Schoorl (1915)
i AHO, PKN
Olivier, Engelbertus
1803-1870
(Dordrecht 1803 - Den Haag 3 mrt. 1870), ingenieur. Was werkzaam als eerste landmeter bij de Algemene Dienst van de Waterstaat in Dordrecht. Tekende diverse rivierkaarten en publiceerde sinds 1830 artikelen over de afvoer en waterstanden op de Grote Rivieren
i

Oordt, van

Hendrik
1864-1934

(Rotterdam 31 juli 1864 - Scheveningen 10 mei 1934), ingenieur. Werkte, na zijn studie aan de PS in Delft, bij RWS in Den Haag, Maarssen, Arnhem, Heusden, Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Middelburg, laatstelijk als hoofdingenieur. Van zijn publicaties over uiteenlopende onderwerpen noemen we: Verslag omtrent de in 1908 en 1909 verrichte stroomdrijvingen in de rivieren bij Hardinxveld, Dordrecht, Krimpen aan de Lek, de oostpunt van Rozenburg en te Hoek van Holland (met M.C.E.Bongaerts, 1912).
Klik op naam links voor meer publicaties
i ING 1934 n37 pA337-A338.
Oostinjer, Hendrik
1858-1924
(Nieuwe Pekela 14 nov. 1858 - Ter Apel 8 mei 1924), ingenieur. Richtte, na zijn studie bouwkunde en waterbouwkunde aan de PS in Delft, een ingenieursbureau op te Stadskanaal. Werkte enige jaren in NOI en heeft daarna veel bijgedragen aan de verbetering van de waterstaatkundige toestand in Drenthe en de oprichting van veenderijen. Schreef 22 artikelen in De Ingenieur w.o. Negenmarkenkanaal (1911).
i ING 1924 p571

Ortt,

Jhr. Felix Louis
1866-1959

(zoon van Jhr.J.R.T.Ortt; Groningen 6 juni 1866 - Soest 15 okt. 1959), ingenieur, filosoof. Werkte, na zijn studie aan de PS te Delft, van 1888 tot 1899 bij de Algemene Dienst van RWS aan de berekening van getijtafels. Schreef in die tijd o.m. Waterwaarneming (1897). Werd daarna voorman van idealistische bewegingen, redacteur van humanitaire tijdschriften, filosoof en auteur (van o.m. een kinderbijbel).
Klik op naam links voor meer publicaties

i
Ortt, Jhr. Jacob Reinoud Theodoor
1817-1887
(Amsterdam 30 nov. 1817 - Den Haag 16 juni 1887), ingenieur. Was, na zijn studie aan de MA in Breda, werkzaam bij de waterstaat met verschillende standplaatsen. Van hem kwam het plan tot ontruiming van Schokland; aan hem werd ook de uitvoering ervan opgedragen. Door zijn buitengewone staat van dienst werd hij hoofdinspecteur van de waterstaat. Schreef o.m. Eenige waarnemingen en opmerkingen over het opwaaien van water(1872)
i NBW2
Ortt van Schonauwen, Jhr. Johan
1810-1898

(Amsterdam 30 juni 1810 - Arnhem 16 okt. 1898), ingenieur. Werkte, na zijn opleiding aan de MA in Breda, als ingenieur te Amsterdam, Alkmaar, Utrecht en Arnhem. Behoedde in 1841 de Betuwe voor overstroming, ontwikkelde een systeem voor kustmeting d.m.v. strandpalen (1843) en was wegbereider voor de Rijksdriehoeksmeting (1885-1928). Werd in 1890 benoemd tot erelid van het KIVI. Schreef o.m. Verslag betrekkelijk eene eventuele verbinding tusschen de Vecht en de Eem door middel van doortrekking van het Tienhovensche Kanaal (1857).
i JCBG, NBW2
Oudshoorn, Hendrik Marinus
1929-2009
(roepnaam: Henk; Leiden 26 feb. 1929 - Voorschoten 12 feb. 2009), ingenieur. Was, na in 1955 als civiel ingenieur te zijn afgestudeerd aan de TH in Delft, van 1957-1988 in dienst van RWS. Tot 1969 werkte hij bij de Waterloopkundige Afdeling van de Deltadienst en van 1971-1985 als HID van de directie Waterhuishouding en Waterbeweging. Was van 1989-1991 hoogleraar waterbeheer aan de TU in Delft. Van zijn weinige publicaties noemen we het losbladige Handboek voor Milieubeheer deel I: Waterbeheer (met W. Cramer en J.A. Los; 1984-2004).
i Dertien maal Delta (1981); WWN2.

Panhuys, van

Jhr. Constant Ernest Winand
1876-1948
(Den Haag 9 apr. 1876 - Bergen NH 30 sep. 1948), ingenieur. Was, na zijn studie aan de PS te Delft, werkzaam in verschillende functies bij RWS en van 1921 tot 1935 directeur van het Rijksbureau voor de Ontwatering te Den Haag. Was daarnaast bestuurslid van het KIVI, ondervoorzitter van de Centrale Cultuurtechnische Commissie en de Geologische Stichting. Schreef enige tijdschriftartikelen w.o. Samenwerking van waterstaat en landbouw in Nederland (1922).
Klik op naam links voor meer publicaties
i HM 2001 n3 p81, WID5

Pannekoek,

Jan Cornelis
1888-1971
(Zonnemaire 13-12-1888 - 's-Gravenhage 24-9-1971) Nadat hij zijn studie tn Delft had voltooid, was ir. Pannekoek van 1904-1910 als tijdelijk opzichter werkzaam bij gemeenten, waterschappen en Rijkswaterstaat bij de uitvoering van waterbouwkundige- en bouwkundige werken. Vervolgens was hij achtereenvolgens werkxzaam als landmeter en adj. ingenieur bij het Rijkstoezicht op Spoorwegdiensten (1913-1919). In 1919 volgde zijn benoeming bij de Zuiderzeewerken. In 1926 werd ir. Pannekoek benoemd tot Eerstaanwezend Ingenieur bij de Zuiderzeewerken. In de periode 1937-1938 was hij als regeringsadviseur werkzaam in Mexico. Hij werkte daar aan verscheidene projecten van spoorwegbruggen. Toen hij in Nederland was teruggekeerd richtte ir. Pannekoek een advies-bureau op tot uitvoering van utiliteitsbouw in Den Haag. Hij legde zich daar toe op speciale dakconstructies, die de bouwprijs verlagen. Hij werd in 1933 benoemd tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau.
Klik op naam links voor meer publicaties
i Prov. Zeeuwsche Courant 12-3-1952 - NRC 27-9-1971
Pasveer, Ale
1909-2001
(Middelburg 1 mrt. 1909 - Oudewater 4 okt. 2001), ingenieur. Studeerde in 1935 af aan de LHS in Wageningen en promoveerde daar in 1941 op een onderwerp over boterbereiding. Werkte bij de afdeling Gezondheidstechniek TNO waar hij in 1954 een nieuwe methode van afvalwaterzuivering introduceerde. Met de door hem ontwikkelde Pasveer-sloot, later oxydatiesloot genoemd, verwierf hij internationale bekendheid. Hij schreef hierover onder meer: Eenvoudige afvalwaterzuivering (1957).
i
Pilon, Jan Josias
1928-2002
(Amsterdam 17 mei 1928 - Rotterdam 5 juli 2002), ingenieur. Werkte, na in 1955 te zijn afgestudeerd aan de TH in Delft, van 1957 tot 1993 bij RWS. Was betrokken bij de planning van het Lauwerszeegebied en vele jaren werkzaam als hoofd van de meetdienst te Hellevoetsluis, aanvankelijk bij de Deltadienst en sinds 1979 bij de DWW. Hij was actief op het gebied van natuur en landschap, sinds 1963 redacteur van het tijdschrift Groen en sinds 1992 mede-oprichter en redactielid van het TWG. Hij schreef o.m. De natuurbescherming in Nederland(1952), De recreatiemogelijkheden in de toekomstig afgesloten Lauwerszee en de daarvoor te treffen voorzieningen (1961) en Afsluitingstechnieken in de Nederlandse Delta (met E.Stamhuis; 1997).
i TWG 2002 n2 p29.
Plantema, Gerrit
1914-1990
(Bandung NOI 1 juli 1914 - Rotterdam 12 mei 1990), ingenieur. Studeerde in 1940 af als civiel ingenieur aan de TH in Delft en was daar tot 1946 werkzaam als wetenschappelijk medewerker. Was sindsdien werkzaam bij GW van Rotterdam, eerst als chef van de onderafdeling Grondmechanica, sinds 1951 van de afdeling Waterbouwkunde, sinds 1958 van de afdeling Tunnelbouw, waar hij een belangrijk pleitbezorger was voor de bouw van de Metrotunnel. In 1968 werd hij adjunct directeur en van 1969 tot 1979 was hij directeur van GW Rotterdam. Van zijn publicaties noemen we: De Metro van Rotterdam (1968) en, als voorzitter van de Begeleidingscommissie Voorstudie Plan Lievense: Windenergie en waterkracht (1982).
i
Plate, Auguste
1881-1953

(Rotterdam 18 feb. 1881 - Oegstgeest 8 juni 1953), ingenieur, ondernemer. Werkte, na zijn studie in Lausanne en Delft, sinds 1903 bij de spoorwegen in Nederland en NOI en was directeur van GW te Semarang. Was van 1923 tot 1938 algemeen-voorzitter van de Scheepvaart Vereeniging Zuid te Rotterdam en was van 1934 tot 1946 voorzitter van de Ned. Mij. voor Nijverheid en Handel. Publiceerde in De Ingenieur, De Gids en De Stem en schreef o.m.: De invloed van de drooglegging der Zuiderzee op de werkeloosheid (1912) en De Rotterdamsche Waterweg 1863-1914 (1924).

i BWN1, PKN, SVZ, WID5

Polderwerker,


1866-1866
Pseudoniem van een waterbouwkundige met (anonieme) kritiek op de Zuiderzeeplannen van Beijerinck, Alewijn Opperdoes en Linse
Klik op naam links voor meer publicaties
i
Pols, van der Kornelis
1906-1996

(Amsterdam 21 jan. 1906 - Hellevoetsluis 24 jan. 1995), ingenieur. Studeerde in 1927 met lof af als werktuigbouwkundig - en in 1946 als scheepsbouwkundig ingenieur aan de TH in Delft. Werkte sinds 1927 bij de Rotterdamsche Droogdokmij., sinds 1948 als directeur en sinds 1969 als president-directeur van Rijn-Schelde-Verolme. Had grote belangstelling voor stoombemaling en was van 1950 tot 1981 voorzitter van de stichting De Cruquius. Schreef o.m. De Alexanderpolder drooggemalen (1978), De ontwikkeling van het wateropvoerwerktuig in Nederland 1770-1870 (1984) en Stoombemaling in Nederland (met J.A.Verbruggen; 1996 postuum).

i WID6, WWN63
Postema, Pieter Willem
1909-1983
(Kapelle 19 apr. 1909 - Hoogeveen 4 aug. 1983), technisch hoofdambtenaar. Werkte sinds 1930 bij de PWS van Noord Holland, eerst als tekenaar in Haarlem, later als opzichter in Winkel en Barsingerhorn. Was sinds 1936 in dienst van RWS werkzaam bij de aanleg van het Amsterdam-Rijnkanaal, sinds 1947 bij de Directie Benedenrivieren in Hoek van Holland, sinds 1959 bij de aanleg van de nieuwe havenmond in IJmuiden en sinds 1968 bij de Directie Noordzee in Den Haag. Schreef enkele artikelen in Polytechnisch Tijdschrift, waaronder: Christiaan Brunings (1736-1805) en zijn werk (1952) en De nieuwe havenmond te IJmuiden (1964
i
Posthuma, Frans
1913-1986
(Goënga 14 sep. 1913 - Terzool 24 juli 1986), ingenieur. Werkte, na in 1941 te zijn afgestudeerd als civiel ingenieur aan de TH in Delft, bij de Dienst Wederopbouw Rotterdam. Van 1945 tot zijn pensionering was hij werkzaam bij het Gemeentelijk Havenbedrijf Rotterdam, sinds 1957 als onderdirecteur en sinds 1959 als directeur. Hij speelde een belangrijke rol bij de ontwikkeling van het Botlek- en Europoortgebied. Schreef: Het havenbedrijf der gemeente Rotterdam 1945-1965 (1972).
i G.E. van Walsum (red.) Rotterdam Europoort 1945-1970 (1972).
Prins, Jacob Egbert
1925-2010
(Culemborg 31 mei 1925 - Delft 25 jan. 2010), ingenieur. Werkte, na in 1953 te zijn afgestudeerd aan de TH in Delft, in verschillende functies bij het WL in Delft, van 1971 tot 1987 als algemeen directeur. Was nauw betrokken bij de onderzoekingen voor de Deltawerken en was van 1980 tot 1990 secretaris van de IAHR. Schreef onder meer: The tide goes out (met P.Ph. Jansen, P.H. van der Weele en Evert Werkman; 1972).
i Dertien maal Delta (1981); WWN1.
Quartel, de Pieter Johannes
1816-1894

(Rotterdam 26 aug. 1816 - Utrecht 4 aug. 1894), ingenieur. Was, na zijn studie aan de MA te Medemblik, werkzaam bij de waterstaat. Werd, wegens zwak functioneren, zeer vaak overgeplaatst. Schreef o.m. Verhandeling over de Hondsbossche Zeewering en de duinen te Petten(1864).
i NBW5

Raders, van

Willem Herman Frederik Hendrik
1827-1889

Nederlandse waterbouwkundige die vooral werkzaam was in Nederlands-Indië. Hij was een stserke voorstander van een haven bij Tanjong Priok in plaats van bij de oude haven van Batavia. Dat is uiteindelijk ook gebeurd.
Klik op naam links voor meer publicaties
i

Ramaer,

Johan Christoffel
1852-1932

(Zutphen 9 mei 1852 - Den Haag 17 juni 1932), ingenieur, waterstaatshistoricus. Werkte, na in 1874 te zijn afgestudeerd aan de PS te Delft, bij diverse diensten van de waterstaat in verschillende functies, sinds 1906 als HID en sinds 1912 als IG van de tweede inspectie. Was een actief voorstander van integratie van waterstaatsgeschiedenis en historische geografie. Schreef de meeste biografieën van waterstaatkundigen voor het NBW, enige boeken en vele artikelen in zowel technische, geografische als historische tijdschriften, soms bescheiden met X ondertekend. We noemen slechts: De omvang van het Haarlemmermeer en de meren waaruit het ontstaan is, op verschillende tijden vóór de droogmaking (1892), Geographische geschiedenis van Holland bezuiden de Lek en de Nieuwe Maas in de Middeleeuwen (1899), Het hart van Nederland in vroegere eeuwen (deel 1) en deel 2(1913), De vorming van den Dollart en de terpen van Nederland in verband met de geographische geschiedenis van ons polderland (1909) en De afsluiting en droogmaking der Zuiderzee (met een kaart) (1930). Het KNAG benoemde hem in 1923 tot erelid
Klik op naam links voor meer publicaties

i BWN2, HJ, HOL 1983 n3-4 p145-158, ING 1932 n19 pA171-175, WID1.

Redelykheid,

Cornelis
1728-1787

(Rotterdam 13 aug. 1728 - na 1787), ingenieur (autodidact). Ontwikkelde zich tot water-, werktuigbouw- en vestingbouwkundige. Vestigde zich in Den Haag en verwierf bekendheid door zijn veelzijdigheid en vindingrijkheid. Schreef diverse rapporten w.o. De nieuw uitgevonden sluis met in- en uitschuivende deuren etc.(1774) en De voornaamste dijkbreuken in 't Drostampt van Vollenhove door den zwaaren storm en hoogen vloed van den 20sten en 21sten November des jaars 1776 (1776).
Klik op naam links voor meer publicaties
i NBW8

Reede van Outshoorn, Baron van

Willem Constant Pieter
1812-1874

(31 October 1812, Zwolle,2 Januari 1874,Utrecht) Hoofdingenieur 2 klasse in Utrecht, (1 apr 1858-1 jan 1867)
Klik op naam links voor meer publicaties
i
Reigersman, Jhr. Charles Jean Antoine
1875-1950
(Breda 16 aug. 1875 - Den Haag 29 dec. 1950), genie-officier. Was, na zijn opleiding aan de KMA te Breda, van 1894 tot 1901 genie-officier en tot 1909 in dienst van PW te Amsterdam, laatstelijk als adjunct-directeur. Was daarna tot 1937 werkzaam als hoofd van PWS van Noord-Holland te Haarlem. Was lid van de Staatscommissie Zuiderzee. Kreeg bekendheid door zijn grote inzet na de watersnood van 1916 en schreef daarover: Mededeelingen betreffende den watersnood van 1916 en zijn gevolgen (1917).
i Honderd jaar trouwe dienst (1981), ING 1951 n19 pA225, TWG 1992 n2 p54, WID5.

Rhee, van

Cornelis (Cees)
1959-2023

Waterbouwkundige, gespecialiseerd in baggertechniek
Klik op naam links voor meer publicaties

i
Rienks, Klaas Arjens
1898-1973

(Oosterend 15 juni 1898 - Leeuwarden 24 jan. 1973), ingenieur. Werkte na zijn studie aan de TH in Delft in 1930 eerst bij GW in Leeuwarden, sinds 1947 bij PWS van Friesland. Schreef o.m. Binnendiken en slieperdiken yn Fryslan( met G.L.Walther; 2 dln., 1954) en De dijken in Friesland, alsmede hun beheer en onderhoud tot circa 1500 (1958). Volgde G.L.Walther op als HID van PWS van Friesland.
i EF, ING 1973 p142.

Rijke, de

Hendrik
1890-1919

zoon van Johannis de Rijke, hem opgevolgd bij werk in Shanghai, Later betrokken bij werken bij Nantong. Jong overleden aan cholera.
Klik op naam links voor meer publicaties
i Grolleman, Jaap, Dutch dikes along Asian waters

Rijke, de

Johannis
1842-1913

Hij werd opgeleid door de waterstaatsingenieur Jacobus Lebret; voor een formele opleiding had hij geen geld. In 1865 werd hij opzichter bij de bouw van de Oranjesluizen die bij Schellingwoude het IJ moesten afsluiten van de Zuiderzee. Zijn chef C.J. van Doorn vertrok naar Japan en vroeg De Rijke in 1872 om ook te komen. De Rijke werd ingenieur in Japanse dienst. Hij ontwierp twee strekdammen voor de haven van Osaka, een hogedrukwaterleiding in Osaka en een aanlegsteiger in Kobe. Hij verbeterde de havens van Tokio en Yokohama. Hij maakte samen met zijn collega G.A. Escher plannen voor het verbeteren van diverse Japanse rivieren; voor een tunnelkanaal van het Biwameer naar Kioto en voor de kanalisatie van de Kiso. Het plan werd van 1887 tot 1912 uitgevoerd. Dankzij het plan behoorden de overstromingen van de stad Nagoya tot het verleden. Vanaf 1891 werkt De Rijke op het Japanse ministerie van Verkeer en Waterstaat, in een functie vergelijkbaar met die van staatssecretaris.
Klik op naam links voor meer publicaties

i
Rijn, van Kornelis
1830-1906

(Uithoorn 26 sep. 1830 - Utrecht 10 nov. 1906), ingenieur. Studeerde aan de KA te Delft en begon in 1850 te Ilpendam als opzichter bij de waterstaat van Noord-Holland. Werkte als ingenieur onder J.Dirks aan het Noordzeekanaal en schreef daarover o.m. Het verbindingskanaal tusschen de Voor-Zaan en het Noordzeekanaal (1873). Was daarna hoofdingenieur van de waterstaat in de provincie Groningen en van 1882 tot 1904 van de PWS in Utrecht. Schreef voorts: Nota betreffende de ontwerpen tot verbetering van de afwatering der Geldersche Vallei (met M.A.van Idsinga; 1887).
i G.Borger Staat van land en water (1982), NBW10.

Ringers,

Johannes Aleidis
1885-1965

(Alkmaar 2 jan. 1885 - Den Haag 6 mei 1965), ingenieur, minister. Werkte, na zijn studie aan de TH in Delft, bij RWS te Hansweert, bij de spoorwegen op Java en bij de aanleg van kanalen in West-Friesland. Zijn grootste technische prestatie was de bouw van de Noordersluis te IJmuiden waarover hij publiceerde: De bouw van de nieuwe schutsluis c.a. te IJmuiden (2 afl., 1924-1925). Werkte van 1927 tot 1930 voor de Dienst der ZZW als directeur en hoofduitvoerder van de MUZ en van 1930 tot 1935 als DG van de RWS. Was van 1941 tot 1948 voorzitter van het KIVI. Werd in de 2e WO gedeporteerd naar Sachsenhausen. Werd minister van OW en Wederopbouw en na de overstromingsramp van 1953 lid van de Deltacommissie. Schreef o.m. Een eeuw Nederlandsche waterbouw (1947) en Caland en de betekenis van zijn werk voor Rotterdam(1953). Ringers werd onderscheiden met o.m. de Conrad-medaille (1927), een eredoctoraat van de TH te Delft (1930) en het erelidmaatschap van het KIVI (1955). Rotterdam eerde hem als 'vader van de wederopbouw'. Zie ook J. Lely
Klik op naam links voor meer publicaties

i AB, BJ66, BWN1, DLW, ING 1965 n22 pA360-A369, LW 1965 n1 p32, LW 1965 n6 p284-285, OTAR 1965 n6 p284-285, PKN, T. Pollmann Van Waterstaat tot Wederopbouw (2006), TWG 1998 n2 p88-96, WID5-6, WND.

Ringma,

Sytse Hyltje
1915-2001
(Amsterdam, 10 juli 1915, Amsterdam,2001) Ir. Ringma is na zijn MTS opleiding bij Rijkswaterstaat gaan werken bij de Studiedienst Benedenrivieren. Tijdens zijn werk voor de Studiedienst heeft hij in 1948 het ingenieursdiploma gehaald.Vervolgens ging hij naar het arrondissement Vlissingen en daarna Hoorn (1950). Hierna werd hij geplaatst bij de Studiedienst Bovenrivieren. In december 1951 werd hij door RWS uitgeleend aan het Brokopondo plan in Suriname. Hij schreef hier zijn Hydrologische Nota's 1 t/m 5 (1952-1953), Na zijn terugkeer op 28 februari 1953 schreef hij in Nederland zijn Nota No. 6 (1953) waarin hij tot de conclusie kwam dat de regenval ter plaatse van de damlocatie geen bezwaar behoefde te vormen voor de bouw van een aarden dam. In 1954 is hij in Suriname voor metingen, wat resulteerde in een meetverslag. Rond 1956 werd hij benoemd tot hoofd van het arrondissement Noordzeekanaal en daar tevens verantwoordelijk voor de voorbereiding van de bouw van de nieuwe havenmond van IJmuiden. In november 1959 is hij voor twee weken uitgezonden naar Suriname door RWS voor onderzoek naar de beschikbaarheid van irrigatiewater t.b.v. het Surinaamse bureau Landelijke opbouw (De irrigatiecapaciteit van de Surinaamse rivieren (1960). In 1960 is hij opgevolgd door ir. Lievense, omdat hij zelf voor de papierfabriek Van Gelder naar Suriname is gegaan om daar een proef uit te voeren met het kweken van Pinus voor de celluloseproductie. Deze proef is in 1962 beëindigd omdat de kosten te hoog bleken. Hij bleef daarna bij Van Gelder, waar hij o.a. schreef Cellulose project "Sabana cell" (1965). In 1985 had hij zich als zelfstandig raadgevend ingenieur in Haarlem gevestigd,
Klik op naam links voor meer publicaties
i Het Vaderland, 8-11-1941; Haarlems Dagblad 14-7-1960; De Stem 1/10/1950, diverse Surinaamse kranten, Stadsarchief Amsterdam registratie gezinskaart
Roever, de Johannes Gerrit
1913-1983
(roepnaam: Jan; Amsterdam 8 mrt. 1913 - Utrecht 9 nov. 1983), waterbouwkundige. Werkte enige jaren in overheidsdienst op Curaçao, daarna bij de PWS van Noord-Holland, van Drenthe, als directeur GW te Gorinchem en had tenslotte een ingenieursbureau in Den Bosch. Schreef o.m. Geschiedenis van de Westfriese Omringdijk (1943) en de biografie Jan AdriaanszoonLeeghwater; het leven en werk van een zeventiende-eeuws waterbouwkundige (1944), waarin hij de soms overdreven verering van Leeghwater tot werkelijke proporties terugbrengt. Publiceerde daarnaast ook over zijn liefhebberij, de bijenteelt.
i
Romijn, Donald George
1903-1997
(Den Haag 20 sep. 1903 - Voorschoten 19 juni 1997), ingenieur, leraar. Studeerde in 1927 af als civiel ingenieur aan de TH in Delft. Werkte van 1929 tot 1946 in NOI bij de uitvoering van irrigatiewerken. Schreef hier onder meer: Een regelbare meetoverlaat als tertiaireaftapsluis (1932). Hier ligt de oorsprong van de naam Romijnstuw of Romijnoverlaat. Terug in Nederland was hij tot 1968 verbonden aan de HTS in Haarlem als leraar waterbouwkundeen sinds 1962 als directeur. Schreef onder meer: Technisch vademecum bouwkunde en weg- en waterbouwkunde (met G.L. Ludolph; 1956).
i
Ronzelen, van Jacobus Johannes
1800-1865

(Amsterdam, 12 juni 1800 - Bremerhaven, 30 november 1865) Hij studeerde wiskunde en ingenieurswetenschappen aan de Artillerie- en Genieschool te Delft en op negentienjarige leeftijd trad hij in dienst bij de stadswaterwerken van Amsterdam. Van Ronzelaar was in 1824 als ingenieur betrokken bij de aanleg van het Noord-Hollandsch Kanaal en later bij de bouw van de havenwerken van Het Nieuwe Diep (Den Helder). In 1826 vroeg de stad Bremen hem om een haalbaarheidsstudie uit te voeren voor de aanleg van een zeehaven aan de Wezermonding. In en rond Bremen raakte de Wezer steeds meer verzand en daarom werd besloten een diepe haven nabij de monding te bouwen. De eerste haven van Bremerhaven, thans Alter Hafen genoemd, werd onder leiding van Van Ronzelen tussen 1827 en 1830 aangelegd. De uitvoering was grotendeels in handen van Nederlandse aannemers. Met de bouw was drie miljoen Mark gemoeid en het was de op é7eacute;n na grootste zeehaven van Duitsland.Van Ronzelen ontwierp voor de haven ook een schutsluis, de eerste ter wereld met ijzeren sluisdeuren,aansluitende dijklichamen en enkele havengebouwen. Na het voltooien van de eerste haven bleef Van Ronzelen als bouwmeester en planoloog verbonden aan de stad Bremen. Hij ontwierp het stratenplan van Bremerhaven en bouwde de vuurtoren Hoheweg. Ter uitbreiding van de havens leidde hij de bouw van de Nieuwe Haven van 1847 tot 1852 en twee vergrotingen daarvan in 1858 en 1862/63. Ook in de steden Kiel en Cuxhaven leidde Van Ronzelen de bouw van havenwerken.

i wikipedia
Rooijen, van Jan
1923-1993
(Burghsluis 13 juni 1923 - Middelburg 4 mei 1993), waterbouwkundige. Werkte, na zijn opleiding aan de HTS in Vlissingen, enige jaren bij de Dienst Droogmaking Walcheren. Was van 1947 tot 1986 werkzaam bij verschillende diensten van RWS, onder meer in Den Haag, Veere, Vlissingen, Middelburg en Almelo. Had een belangrijke taak bij het Bouwbureau Schelde-Rijnverbinding in Bergen op Zoom en schreef daarover in het tijdschrift OTAR: De Schelde-Rijnverbinding (div. afl., 1969-1975) en De ontwikkeling van de scheepvaart en handel toegespitst op het Schelde-bekken (2 afl., 1990).
i
Roos, Arie
1926-2005
(Terschelling 26 okt. 1926 - Alkmaar 21 apr. 2005), waterbouwkundige. Werkte bij verschillende diensten van RWS, in de jaren zestig bij het Bouwbureau Havenmond IJmuiden. Schreef o.m. De bouw van de havendammen in IJmuiden (1969) en Geschiedenis van de Scheveningse haven (1970).
i
Rose, Willem Nicolaas
1801-1877

(Cheribon NOI 8 jan. 1801 - Den Haag 9 okt. 1877), genieofficier, architect. Was, na een militaire opleiding, tot 1839 werkzaam als genieofficier in Maastricht. Trad daarna in dienst van de gemeente Rotterdamals gemeentearchitect. Was in 1855 oprichter van de dienst Gemeentewerken Rotterdam en bleef daarna tot 1877 werkzaam als ingenieur-adviseur. Was daarnaast van 1858-1867 werkzaam als Rijksbouwmeester. Kreeg bekendheid door zijn plannen voor het Waterproject (1854-1866) ter betere doorstroming van de Schie, de Rotte en de stadswateren. Zijn belangrijkste publicatie is: Voorstel met uitgewerkte plannen enz. tot den aanleg eener drinkwaterleiding te Rotterdam (1869).

i

Rose,

Hendrik Simon Johannes
1825-1888

Nederlands waterbouwkundige. Na indiensttreding bij de waterstaat verschillende standplaatsen, was betrokken bij de aanleg van de Nieuwe Merwede. Was een specialist op het gebied van de Grote Rivieren. Hij was betrokken bij de commissie voor de Nieuwe Waterweg en het Zwolse Diep. Heeft het definitieve ontwerp gemaakt van de Bergse Maas. Uitendelijk werd hij Inspecteur van de waterstaat.
Klik op naam links voor meer publicaties
i
Rossum, van Hendrik
1919-2017

(roepnaam: Henk; Melissant 14 dec. 1919 - Zeist 17 juni 2017), ingenieur, politicus. Werkte, nadat hij in 1947 als civiel ingenieur aan de TH in Delftwas afgestudeerd, tot 1953 bij de Unie van Waterschappen in Haarlem. Vervolgens was hij tot 1967 in dienst van de Cultuurtechnische Dienst in Utrecht als hoofd van de sectie Waterbouw. Daarna begaf hij zich in de politiek en was tot 1986 lid van de TK voor de SGP. Van zijn vele publicaties in de periode van 1962 tot 2006 noemen we: De Maas van oorsprong tot uitmonding (1962), Van incidentele tot universele bescherming tegen hoge vloeden (1977) en Dijken en dijkvakken; de ketting en de schakels (1994).

i .J. van der Vlies. Ingenieur in de politiek: ir. H. van Rossum (2003).
Rouwenhorst Mulder, Anthonie
1848-1901

(Leiden, 28 april 1848 - Nijmegen 6 maart 1901) Hij bezocht de lagere school in Leiden en later in Alkmaar, volgde zijn middelbare onderwijs in Haarlem en studeerde vervolgens van 1867 tot 1872 aan de Polytechnische School te Delft (nu de TU Delft), waar hij afstudeerde als civiel ingenieur. Na zijn studie werkte hij in opdracht van Prins Hendrik aan een handelspost bij Port Said (Egypte). Vervolgens een jaar in Den Haag, waarna hij naar Japan ging en daar een aantal waterbouwkundige werken ontwierp en uitvoerde. aar was hij onder meer verantwoordelijk voor het verbeteren van de rivieren Yedo-gawa en Narose-gawa. Ook maakte hij een ontwerp voor de verbetering van de haven van Tokio, waarvan de toegang indertijd belemmerd werd door uitgestrekte slibbanken. Mulder kwam met het plan om hier een rivier, de Samida-gawa, door een dam af te scheiden van de haven en een tijbassin ter grootte van 1400 hectaren aan te leggen. Ook voor andere havens maakte hij verbeterplannen.

i
Royen , van Jan Barend Hendrik
1830-1909
(Huissen 9 mei 1830 - Nijmegen 31 juli 1909), officier, leraar. Was, na zijn opleiding aan de MA in Breda, als infanterie-officier werkzaam in het garnizoen Nijmegen en sinds 1858 als leraar Frans aan de MA te Breda. Trad, wegens zijn grote belangstelling voor de techniek, in 1879 uit de krijgsmacht. Schreef over de werking van verschillende soorten bemalingswerktuigen, bijv. Beschrijving van de proefmaling met de pompraderen van Rijnlands stoomgemaal op 14 October 1873.
i NBW6
Rups, August Hendrik David
1849-1905
Nijmegen 13 nov. 1849 - Oegstgeest 28 mei 1905), architect. Was sinds 1876 tot aan zijn dood werkzaam als architect en hoofd technische dienst van het Hoogheemraadschap van de Uitwaterende Sluizen in Kennemerland en West-Friesland te Edam. Hij ontwierp scholen, kerken, gemalen, bruggen en sluizen in het hele gebied. Hij schreef o.m. Onderzoek stoombemaling van Schermer boezem (1896) en Gedenkboek der Wilhelminasluis te Zaandam (1903).

i

Rus,

Jaap
1923-2019

Na opleiding bij het Zeeuws Technisch Instituut (ZTI) in het begin van de 2e Wereldoorlog opgeroepen bij Organisation Todt, waar hij info verzamelde voor de geallieerden. Na de oorlog gaf hij mede leiding aan het herstellen en de nieuwbouw van bruggen en sluizen. In Amsterdam was hij projectleider van het herstel van de Oranjesluizen. Verder had hij als hoofd van de beheersdienst een belangrijk aandeel in de tracë vaststelling en voorbereiding van de IJ-oeververbinding bij Schellingwoude, waaronder de Schellingwouderbrug en was hij betrokken bij de uitvoering van de werken. In de jaren 70 was hij een van de projectleiders bij de bouw van de Vlaketunnel. Daarna werd Rus hoofd van de afdeling Beheer en Onderhoud Waterhuishouding en Waterkeringen van de directie Zeeland. Hij gaf leiding aan de ontwikkeling van geheel nieuwe systemen ten behoeve van het toekomstige beheer van de Oosterscheldekering. Rus was voorzitter van de werkgroep Inrichting en Beheer stormvloedkering.
Klik op naam links voor meer publicaties

i

Saarloos,

Johannes Melchior
1902-1972
(7-8-1902 Haarlem - Katwijk, 12-5-1972) Medewerker Studiedienst Benedenrivieren onder leiding van Johan van Veen ( bij zijn huwelijk in 1931 was hij buitengewoon opzichter bij Rijkswaterstaat) Bron (7-8-1902 Haarlem - Katwijk, 12-5-1972) Medewerker Studiedienst Benedenrivieren onder leiding van Johan van Veen (vanaf 1931 was hij buitengewoon opzichter bij Rijkswaterstaat)
Klik op naam links voor meer publicaties
i openarchieven, Algemeen Dagblad 16/5/72
Saeijs, Henricus Lambertus Franciscus
1935-2016

(roepnaam: Henk; Sanga-SangaDalam, NOI 25 aug. 1935 - Roosendaal 17 nov. 2016), bioloog, bestuurder, hoogleraar. Behaalde in 1956 het diploma Tropische Landbouw (Deventer) en studeerde in 1971 af als bioloog aan de RU in Utrecht. Was daarna als onderzoeker en (zeer veelzijdig) bestuurder in dienst van RWS, van 1990-2000 als HID van de directie Zeeland. Daarnaast was hij van 1994-2004 buitengewoon hoogleraar Waterbeheer aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Hij schreef in de periode 1967-2008 onder meer: Vogels in het Grevelingenmeer (1967), Omgaan met water; naar een integraal waterbeheer (1985), Evaluatie van het Deltaplan (1988) en Weg van water; essays over water en waterbeheer (2006).

i Dertien maal Delta (1981), IBV, De Telegraaf 23 okt. 2004.

Sandberg,

Jhr. Frans Evert
1870-1968
Frans Evert Pieter Sandberg is geboren op 18-02-1870 in Kampen, zoon van Abraham Matthias Cornelis Sandberg en Sara Catharina Cicilia Evers. Frans is overleden op 11-08-1969 in Baarn, 99 jaar oud. Hij is begraven in Baarn, Nieuwe Algemene Begraafplaats aan de Wijkamplaan. Beroepen: wethouder van Baarn, hoofdingenieur van de Rijkswaterstaat.
Klik op naam links voor meer publicaties
i

Sande Bakhuyzen, van de

Hendricus Gerardus
1838-1923

(Den Haag 2 apr. 1838 - Leiden 8 jan. 1923), ingenieur, fysicus, hoogleraar. Studeerde, nadat hij in 1859 zijn diploma als civiel ingenieur had behaald aan de KA te Delft, wis- en natuurkunde in Leiden waar hij in 1863 promoveerde op de beweging van hemellichamen. Was werkzaam als leraar in Den Haag en Utrecht, sinds 1867 als hoogleraar in de toegepaste natuurkunde aan de PS in Delft en sinds 1872 als hoogleraar in de sterrenkunde te Leiden. Volgde aldaar prof. F.Kaiser op als directeur van de sterrenwacht. Was voorzitter van de Rijkscommissie voor graadmeting en waterpassing. Schreef o.m. Omtrent de hoogte van den gemiddelden zeestand in het IJ voor Amsterdam van 1700 tot 1860 (1908) en Nota omtrent eenige bepalingen van de daling van den bodem van Nederland langs de zeekust (1909).
Klik op naam links voor meer publicaties
i ING 1923 n2 p37.

Sandick, van

Rudolf Adriaan
1855-1933

(Terborg 6 dec. 1855 - Den Haag 25 jan. 1933), ingenieur, leraar, redacteur. Was, na zijn studie aan de PS te Delft, werkzaam bij de aanleg van de Nieuwe Waterweg en verbleef enige jaren in NOI, daarna als leraar te Deventer en Amsterdam. Was van 1898 tot 1932 secretaris van het KIVI en tot 1932 hoofdredacteur van De Ingenieur waarin hij veelvuldig publiceerde en pleitte voor een brede opleiding van sociaal-technische ingenieurs. Was lid van PS en sinds 1923 erelid van het KIVI. Zie ook: W.Cool.
Klik op naam links voor meer publicaties
i BWN2, ING 1932 n1 pA1-A3, ING 1933 n5 pA27 en A39-A41, WID1.

Santema,

Pier
1924-1992
(Leeuwarden 14 juli 1924 - Den Haag 3 mei 1992), ingenieur. Studeerde in 1943 af aan de MTS in Leeuwarden en in 1950 als civiel ingenieur aan de TH in Delft. Werkte van 1945 tot 1973 bij RWS. In het begin bij de Studienst en schreef daar veel rapporten over zoutinidringing, de laatste jaren als hoofdingenieur voor bijzondere diensten bij de Deltadienst. Was van 1973-1984 directeur van het RID in Den Haag en van 1984-1989 directeur van het RIVM in Bilthoven. Van zijn publicaties noemen we: De water- en chloorbalans van het Zeeuwse Meer (1956) en De waterhuishouding van het Deltagebied (1967).
Klik op naam links voor meer publicaties
i WWN1
Santheuvel, van den Jhr. Adriaan Onno
1828-1887

(Maastricht 2 sep. 1828 - Arnhem 1 mrt. 1887), ingenieur. Werkte na zijn studie aan de KA te Delft voor de waterstaat vanuit verschillende standplaatsen: Arnhem, Purmerend, Hoorn, Leeuwarden, Zierikzee, Terneuzen, Den Bosch en Leeuwarden. Schreef o.m. Waterschap Oost- en West Dongeradeel (1876).

i NB$4

Schönfeld,

Johan Christoph
1918-2005
(roepnaam: Chris; zoon van J.F. Schönfeld; Vlissingen 5 juni 1918 - Wageningen 18 mrt. 2005), ingenieur, hoogleraar. Studeerde in 1943 af als natuurkundig ingenieur aan de TH in Delft op een afstudeeronderzoek over getijden. Werkte tot 1948 bij de Octrooiraad in Den Haag en daarna bij de Centrale Studiedienst van RWS, tot 1969 als hoofdingenieur bij de DWW. Hij promoveerde in 1951 aan de TH in Delft op de voortplanting van getijden en stormvloeden. Hij werd in 1965 benoemd tot buitengewoon hoogleraar en was van 1969 tot 1983 gewoon hoogleraar in de afdeling der weg-en waterbouwkunde van de TH in Delft, zijn entreerede was Tussen waterbouw- en wiskunde.
Klik op naam links voor meer publicaties
i LW 1966 n4 p207, TWG 1996 n1 p1-10.

Schönfeld,

Jan Frederik
1883-1956
(Ulrum 2 feb. 1883 - Arnhem 1 feb. 1956), ingenieur. Werkte na zijn studie aan de PS te Delft korte tijd bij RWS en vijf jaar in Suriname. Was vanaf 1914 werkzaam bij RWS, sinds 1933 als HID in de directie Bovenrivieren te Arnhem en sinds 1934 tevens als inspecteur van de Rijnvaart. Schreef artikelen in uiteenlopende tijdschriften w.o. in De Ingenieur zoals: Waar lag, ten tijde der Romeinen, het splitsingspunt der Rijn? (1940)
Klik op naam links voor meer publicaties

i PKN, WND
Schaaf, van der Taeke
1941-2009
(roepnaam: Theo; Haulerwijk 6 sep. 1941 - Renesse 1 april 2009), ingenieur. Studeerde in 1968 af als civiel ingenieur aan de TH in Delft. Werkte sindsdien bij RWS, aanvankelijk in de Directie Bruggen te Voorburg, van 1976-1983 bij de Deltadienst tijdens de bouw van de stormvloedkering in de Oosterschelde. Daarna was hij betrokken bij de aanleg van de walradarketen tussen Vlissingen en Antwerpen. Van zijn publicaties in de periode van 1971-1980 noemen we: De brug over het Julianakanaal en de Maas bij Elsloo (1971) en Verkeersbruggen in de Kreekrakdam (1973).
i
Schaank, Everhard Menno Hartwich
1893-1975
(Bengkajang NOI 24 sep. 1893 - Velp 8 juli 1975), ingenieur. Werkte, na in 1918 te zijn afgestudeerd aan de TH in Delft, bij RWS in de Directie Bovenrivieren te Arnhem, van 1940 tot 1958 als HID, opgevolgd door K.Van Til. Schreef o.m. Verbetering van den Gelderschen IJssel uit technisch oogpunt bekeken (1939), een hoofdstuk in De Technische Vraagbaak deel W: Rivieren (met K.van Til en M.A.Jansen; 1951) en Kanalisatie van Neder Rijn en Lek; algemeen overzicht(1956).
i ING 1975 n34 p670.

Scharp,

Johannes Cornelis
1879-1950
(roepnaam: Jan; Batavia 5 sep. 1879 - Deventer 3 aug. 1950), ingenieur. Was, na in 1900 te zijn afgestudeerd aan de PS te Delft, werkzaam bij RWS achtereenvolgens te Haarlem, Groningen en Dordrecht. Werd in 1919 belast met de leiding van de werken aan het Wilhelminakanaal en was van 1923 tot 1930 werkzaam te Alkmaar. Sinds 1933 hoofdingenieur van de Algemene Dienst van RWS en van 1935 tot 1937 van de Directie Overijssel. Schreef o.m. Gelijkwaardige afvoeren van - en gelijkwaardige waterstanden op de Nederlandse Rijntakken (1933) en, voor het eerste deel van het Handboek der Geografie van Nederland, het omvangrijke hoofdstuk Hydrografie (1949).
Klik op naam links voor meer publicaties
i GensNostra 1998 n10 p560-566, WID5.
Scharroo, Pieter Wilhelmus
1883-1963

(Den Haag 16 sep. 1883 - Den Haag 19 aug. 1963) genie-officier, leraar. Was, na zijn studie aan de KMA te Breda, van 1904 tot 1940 werkzaam als officier bij de Genie en enige jaren als leraar waterbouwkunde aan de KMA in Breda. Daarnaast vervulde hij diverse functies op sportgebied. Schreef o.m. De afsluiting en gedeeltelijke droogmaking van de Zuiderzee in haar beteekenis voor de landsverdediging (1917). Was na zijn pensionering in 1946 zelfstandig technisch adviseur in de bouw- en waterbouwkunde.

i BJ64, DLW, ING 1963 n39 pA547, PKN, WID5-6, WWN63
Schermer, Arie
1904-1985
(Schoorl 29 apr. 1904 - Schoorl 10 juli 1985), waterbouwkundige. Was het grootste deel van zijn werkzame leven in dienst van RWS in de Directie Noord-Holland, de laatste jaren als hoofd van de Dienstkring Alkmaar. Was daarnaast zeer actief als amateur-archeoloog en als pleitbezorger voor het behoud van het historisch erfgoed in West-Friesland. Schreef in de periode van 1954-1986 daarover diverse artikelen waaronder: Bewoningssporen in het onderstoven Schoorlse kustgebied (3 afl.; 1957-1964) en Mens en bodem achter Hondsbossche en duinen (1985)
i

Schijf,

Johannes Barend
1906-1987
(Middelburg 16 juni 1906 - Den Haag 3 juli 1987), ingenieur. Was, na in 1929 te zijn afgestudeerd aan de TH in Delft, enige jaren werkzaam bij de Dienst der ZZW en van 1933 tot 1950 bij het WL als plaatsvervangend directeur. Was daarna in dienst van RWS, sinds 1959 als HID van de DWW en voorzitter van de Technische Adviescommissie voor de Waterkeringen. Bezocht diverse buitenlandse projecten als adviseur van Nedeco in Den Haag. Schreef artikelen in De Ingenieur w.o. De waterhuishouding van Nederland (1970) en, met M.Klasema, een hoofdstuk in de Technische Vraagbaak deel W: Dijken (1951). Zie ook: J.J.Dronkers.
Klik op naam links voor meer publicaties
i WWN63
Schilthuis, Johannes Gerhard
1892-1944
(Groningen 24 juli 1892 - Groningen 11 nov. 1944), ingenieur. Was, na zijn studie aan de TH in Delft, sinds 1919 werkzaam bij de Dienst der ZZW. Schreef daar De Noordoostelijke polder der Zuiderzeewerken (met V.J.P. de Blocq van Kuffeler en J.Th.Thijsse; 1939). Volgde in 1939 J.Kooper op als hoofdingenieur van de PWS van Groningen. Overleed aan de voor hem ondraaglijke spanningen van de oorlog. Postuum verscheen van hem De landaanwinning in den Dollard (1946).
i ING 1945 pA127, ING 1946 pB130, RKS, WID1.

Schlingemann,

Frederik Lodewijk
1877-1944
(Doetinchem 27 sep. 1877 - Enschede 17 nov. 1944), ingenieur. Was, na zijn studie aan de PS in Delft, werkzaam bij RWS vanuit verschillende standplaatsen en toonde zich een zeer verdienstelijk leider van de uitvoering van de Maaskanalisatie. Was hoofd van de directie Grote Rivieren en van 1933 tot 1942 HID van de directie Benedenrivieren. Publiceerde in De Ingenieur o.m. Bouw van sluizen en stuwen voor de Maaskanalisatie(1921) en De verbetering van het Hellegat (1933). Zijn persoonlijk archief is te raadplegen bij het Nationaal Archief
Klik op naam links voor meer publicaties
i ING 1945 pA126, WID1.
Schnebbelie, Charles Fréderic Marie Henri
1840-1911
(Den Bosch 13 sep. 1840 - Den Haag 8 feb. 1911), ingenieur. Werkte, na zijn opleiding aan de KA te Delft, als civiel ingenieur bij RWS in Gorinchem, Goes en Den Bosch. Was met name belast met de uitvoering van stroommetingen op de Grote Rivieren. Was later werkzaam in Den Haag, sinds 1903 als IG. Publiceerde over de Maas o.m. Berekening van den aanvoer van Waalwater naar de Maas over de Heerewaardensche overlaten in november 1880(1881).
i ING 1911 n9 p290-291.
Schol, Jan
1859-1953
(Den Helder 26 okt. 1859 - Breda 19 okt. 1953), waterbouwkundige. Werkte o.m. als technisch ambtenaar bij RWS in Noord-Holland. Schreef: De dijkbreuken (1919), beschouwingen over dijkbreuken langs de Noord-Hollandse kust van de Zuiderzee na de stormvloedsramp van 1916
i
Schols, Charles Matthieu
1849-1897

(Maastricht 28 mrt. 1849 - Delft 10 mrt. 1897), ingenieur, hoogleraar. Werd, een jaar na voltooiing van zijn studie aan de PS te Delft, benoemd tot leraar in wiskunde, landmeten en waterpassen aan de MA in Breda, later aan de PS te Delft. Was lid van de Rijks Commissie voor graadmeting en waterpassing en bestuurslid van het KIVI. Redigeerde, met N.H.Henket en J.M.Telders, het handboek Waterbouwkunde (1885). Ontving in 1886 een eredoctoraat van de Universiteit van Leiden. Van jongsaf zwak van gezondheid, overleed hij na een slopende ziekte op nog middelbare leeftijd.

i NBW6
Scholten HZn, Jan Arent
1792-1876

(Delft ged. 12 feb. 1792-Rotterdam 26 jan. 1876), landmeter. Was van 1817 tot 1863 fabriek-landmeter en huisbewaarder van het Hoogheemraadschap van Schieland te Rotterdam. Zeer verdienstelijk was zijn voorbereiding en uitvoering van een plan (1842) voor waterverversing van de binnenstad van Rotterdam. Schreef verschillende rapporten w.o. Algemeen verslag van de doorbraak in de droogmakerij van Bleiswijk en Hilligersberg, voorgevallen den 26 sten December 1833 (1836), Gedachten over de wind- of stoombemaling voor polders, benevens eenige opmerkingen omtrent het stoomtuig de Leeghwater (1847-1848) en Statistieke opgave en beschrijving van den Alblasserwaard en de Vijf Heerenlanden (1850). Zie ook: D.J.Storm Buijsing
i BW

Schraver,

Andries
1754-1827

(Brouwershaven 27 feb. 1754 - Terneuzen 17 juni 1827), ingenieur (autodidact). Was aanvankelijk zeeman, later werkzaam in de bouw. Maakte studie van wiskunde en waterbouwkunde en won een prijsvraag over oeververdediging. Werd inspecteur van Schouwen, Duiveland, Tholen en Sint Philipsland. Schreef Over de uitloozing van het landwater uit het eiland Walcheren (1807).
Klik op naam links voor meer publicaties

i J.P.van den Broecke: Beschermd door dijk en duin (1975), EZ, JCBG, NBW2, OTAR 1950 n11 p97-104.
Schuuurman, Cornelis Bernardus
1846-1929
(Rijswijk 16 nov. 1846 - Den Haag 3 juni 1929), ingenieur. Werkte, na zijn studie aan de KA te Delft, bij RWS in Sluis, Terneuzen, Den Bosch en Dordrecht. Werd in 1898 HID in Limburg (Maastricht), twee jaar later in Overijssel (Zwolle) en in 1905 van de Directie der Groote Rivieren te Den Haag. Van zijn weinige publicaties noemen we: De Merweden (1897).
i ING 1929 n29 pA287-A288
Seeratt, van Thomas
1676-1736

Commies-provinciaal en vanaf 1721 rentmeester van de provinciegoederen in de provincie Groningen. Hij is van grote betekenis geweest voor de waterstaatsorganisatie in de provincie.
i Zijlma, NNBW
Servatius, Nicolaas Engelhard
1894-1979
(Kloosterveen gem. Smilde 31 dec. 1894 - Amsterdam 11 okt. 1979; begr. te Smilde), ingenieur. Studeerde in 1922 af als civiel ingenieur aan de TH in Delft. Werkte bij de Nederlandse Bank in Amsterdam, laatstelijk als hoofd van de technische adviesdienst. Daarnaast was hij vele jaren consul voor het watertoerisme bij de ANWB. Hij schreef onder meer: Oeverrecreatie (1965) en Beschrijving van een aantal bedreigde en afgesloten kanalen (1976).
i
Sieben, Willem Hermanus
1918-1980
(Meppel 18 feb. 1918 - Zwolle 22 okt. 1980; begr. Lelystad), ingenieur, agrohydroloog. Studeerde in 1948 af als landbouwkundig ingenieur aan de LHS te Wageningen. Was als landbouw-wetenschappelijk medewerker in dienst van de Directie van de Wieringermeer (Noordoostpolderwerken) te Kampen, sinds 1963 bij de RIJP te Zwolle. Bij de inrichting van de Flevopolders was hij degene die aanstuurde op de noodzaak van randmeren. Van zijn publicaties uit de periode van 1949-1983 noemen we: Over de landbouwkundige betekenis en de kartering van de kwel in de Noordoostpolder (met W.H. van der Molen; 1955) en Land in wording; het nieuwe hart van Nederland (met K.A. Bazlen en Sj. Groenman; 1964).
i

Simons,

Gerrit
1802-1868

(Uithoorn, 22 januari 1802 - 's-Gravenhage, 17 november 1868) Hij was een Nederlands wiskundige, natuurkundige, ambtenaar, hoogleraar, directeur van de Koninklijke Academie in Delft en politicus. Hij was Minister van Binnenlandse Zaken van 1 juli 1856 tot 19 januari 1857.Van 1846 tot 1856 was hij directeur van de Koninklijke Academie te Delft, als opvolger van Antoine Lipkens. In 1847 was hij medeoprichter van het Koninklijk Instituut van Ingenieurs, (KIvI). Simons was lid van de Haarlemmermeercommissie.
Illustratie van: www.parlementaircocumentatiecentrum.nl

Klik op naam links voor meer publicaties

i
Slagter, Jan Cor
1931-1999
(Oostwoud 7 jan. 1931 - Zeist 31 mei 1999), ingenieur. Werkte, na in 1958 te zijn afgestudeerd aan de TH in Delft, tot 1961 bij WL. Daarna tot 1982 bij de Dir. Sluizen en Stuwen in Utrecht, sinds 1976 als HID en opvolger van P. Blokland. Was van 1982 tot 1992 in dienst van de Hoofddirectie van de Waterstaat als plaatsvervangend DG van de Waterstaat. Schreef onder meer: Bouw van het stuwcomplex Amerongen (1962), Techniek indienst van het water: de bouw van grote gemalen door Rijkswaterstaat (1971) en Het Kreekrak vandaag; de stand van zaken bij de bouw van de Kreekraksluizen in de Schelde-Rijnverbinding (1973).
i
Sloet tot Oldhuis, Jan Adriaan Joost, baron
1783-1859

(Zutphen 19 okt. 1783 - Voorst 2 mei 1859), bestuurder. Was van 1818-1825 schout/burgemeester van Apeldoorn, van 1824-1844 lid van PS van Gelderland en van 1827-1851 districtscommissaris Over- en Middel-Veluwe. Heeft veel bijgedragen aan de verbetering van de infrastructuur, het onderwijs en de armenzorg en was een groot kenner van de Veluwe. Schreef over de regionale geografie en staathuishoudkunde, waaronder: Plan tot daarstelling van een nieuw uitwateringskanaal van den IJssel naar de Zuiderzee van even beneden het Katerveer in de rigting van de Dronthense Zeesluis (1861).
i
Slotemaker, Hubertus Nicolaas Antonius Lucretius
1816-1883
(roepnaam: Huibert, Molenaarsgraaf 11 aug. 1816 - Eefde 20 nov. 1883), ingenieur. Was vanuit zijn geboorteplaats werkzaam als civiel ingenieur en schreef onder meer: Voorstel tot verbetering van het voorgemaal in den Elshout door middel van een stoomwaterwerk voor deAlblasserwaard (1852).
i

Spaargaren,

Frank
1940-2020

(Haarlem, 20 december 1940 - Oosterbeek, 4 oktober 2020) Waterbouwkundig ingenieur. Na opleiding aan TH Delft in 1964 in dienst van de Waterloopkundig Afdeling van de Deltadienst. Na 1971 leiding over afsluiten van de Oosterschelde. Na besluit tot openhouden in 1974 maakt hij het plan voor de uiteindelijke keringsconstructie. In 1979 gaat hij naar Voker-Stevin, en stapt in 1987 over naar DHV en in 1995 naar het WL.
Klik op naam links voor meer publicaties

i PZC 10-7-2020, Technisch Weekblad 26-2-2004

Sprenger,

Frederik Jacob
1923-2004
(zoon van J.J.I. Sprenger; Pernis 26 juni 1923 - Den Bosch 21 jan. 2004), ingenieur. Werkte, na in 1952 aan de TH in Delft te zijn afgestudeerd als civiel ingenieur, vele jaren bij RWS in de Directie Zeeland, laatstelijk als hoofd van het arrondissement Goes. Van 1973 tot 1985 was hij HID in de Directie Noord-Brabant. Van zijn publicaties noemen we: Sluitgatdichting van dijken met en zonder caissons (1953) en Het Sloehavenproject (1964).
Klik op naam links voor meer publicaties
i
Sprenger, Jan Jacob Iman
1890-1976
(Middelburg 16 juli 1890 - Wageningen 28 aug. 1976), ingenieur, hoogleraar. Was, na in 1916 te zijn afgestudeerd als civiel ingenieur aan de TH in Delft, tot 1920 bij de Nederlandsche Mij. voor Havenwerken werkzaam in Chefoo, China. Van 1921-1931 was hij in dienst van GW Rotterdam bij het ontwerp van bruggen. Van 1931-1947 was hij hoogleraar aan de TH in Bandoeng, daarna werkzaam bij het Centraal Instituut voor Landbouwkundig Onderzoek te Wageningen. Hij schreef onder meer: De werken tot verbetering der Rotterdamsche oeververbinding in uitvoering (1926).
i WID 1-5
Springer, Jan Frederik
1912-1994
(Amsterdam 23 dec. 1912 - Voorburg 21 feb. 1994), ingenieur. Was, na in 1937 te zijn afgestudeerd als civiel ingenieur aan de TH in Delft, tot 1951 werkzaam als hoofdingenieur van het Waterschap Walcheren. Van 1944 tot 1947 had hij, bij de Dienst Droogmaking Walcheren, de leiding over het sluitingswerk bij fort Rammekens. Van 1951 tot 1967 was hij als hoofdingenieur in dienst van RWS in de Directie Wegen te Utrecht en tot zijn pensionering was hij hoofdingenieur voor bijzondere diensten bij de Algemene Dienst van RWS in Den Haag. Van zijn publicaties noemen we: De overstroming van het eiland Walcheren (1945)
i

Stamhuis,

Eize
1921-1998
(Loppersum 28 nov. 1921 - Bennekom 21 nov. 1998), ingenieur, hoogleraar. Studeerde in 1955 af als civiel ingenieur aan de TH in Delft en was daarna werkzaam bij de Deltadienst van RWS, laatstelijk als hoofd van de afdeling Kunstwerken, planning en kostprijsberekening. Van 1973 tot zijn pensionering was hij hoogleraar waterbouwkunde aan de Landbouwuniversiteit Wageningen. Zijn meest bekende publicatie is: Afsluitingstechnieken in de Nederlandse delta; een overzicht van de ontwikkeling van deze techniek (1997).
Klik op naam links voor meer publicaties
i

Stamkart,

Franciscus Johannes
1805-1882

(Amsterdam 25 jan. 1805 - Amsterdam 15 jan. 1882), wiskundige (autodidact), hoogleraar. Begon als onderwijzer in de wis- en zeevaartkunde te Antwerpen, daarna te Amsterdam. Vervolgens was hij ijker in Alkmaar, later in Amsterdam. Ontving in 1844 een eredoctoraat in de wis- en natuurkunde van de Universiteit van Leiden. Werd in 1867 hoogleraar in de zuivere en toegepaste wiskunde aan de PS te Delft. Was nauw betrokken bij de internationale driehoeksmeting en waterpassing. Schreef o.m. Over het Amsterdamsche Peil, het A.P. (1864).
Klik op naam links voor meer publicaties

i NBW 1
Stapert, Sjoerd
1735-1816

architect van 's lands werken in Friesland.
i Ramaer
Steenstra, Pibo
1731-1788

Hij was mathematicus te Franeker. In juni 1759 deed hij belijdenis[, en vertrok direct daarna naar Leiden. Hij was daar bij de universiteit benoemd tot Lector in de Nederduitsche Mathématique; hij begon zijn lessen in 1759 met een redevoering in het Nederlands (dus niet in het Latijn, wat heel bijzonder was). Na drie jaar vertrok hij. Zelf kondigt hij zich aan als ‘Doctor en Lector der Wiskunde, Zeevaart en Sterrenkunde’. Hij aanvaardde in 1763 dezelfde betrekking aan de Universiteit van Amsterdam, waarschijnlijk omdat hij dacht daar door te kunnen groeien naar een professoraat. Een poging daartoe in 1771 is vruchteloos gebleken. Steenstra schreef veel elementaire leerboeken op het gebied van de wis-, natuur- en sterrenkunde. Ook was hij actief bij het zoeken naar oplossingen voor het stinken van het IJ. Hij was lid van de Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen sinds 1771. Er zijn een tweetal boekjes verschenen van een "Liefhebber der Waterloopkunde". Door verschillende bibliotheken wordt aangenomen dat dit een pseudoniem is van Pibo Steensta. Op deze werkjes is inhoudelijk nogal wat kritiek gekomen door Laurens Brandligt. Maar omdat deze in zijn boekje onderscheid maakt tussen kritiek op de "Liefhebber" en kritiek op Pibo Steenstra, lijkt het voor de hand te liggen dat dit niet dezelfde personen zijn. Dit temeer omdat Brandligt in een latere publicatie over Den Helder nadrukkelijk steun vraagt en krijgt van Steenstra.
i
Steggewentz, Johan Heinrich
1896-1945
(Amsterdam 9 juni 1896 - Den Haag 18 mei 1945), mijnbouwkundig ingenieur. Werkte, na zijn studie mijnbouwkunde aan de TH in Delft, tot 1926 in NOI. Was sindsdien werkzaam bij het RID in Voorburg en promoveerde in 1933 in Delft opDe invloed van de getijbeweging van zeeën en getijrivieren op de stijghoogte van grondwater.
i

Stelling,

Pieter
1902-1991
(Midwoud 1 juli 1902 - Paterswolde 18 juli 1991), ingenieur. Studeerde in 1925 af aan de TH in Delft en werkte van 1927 tot 1946 bij RWS in Den Haag, Terneuzen en Dordrecht. Was van 1946 tot 1967 werkzaam als HID van PWS in Groningen. Schreef onder meer: De verbetering van de kanalen in oostelijk Groningen en de voeding der veenkoloniale kanalen (met J. van der Veen; 1956).
Klik op naam links voor meer publicaties
i LW 1961 n2 p56, WID6
Steuerwald, Ernst
1835-1884

(Tilburg 13 mei 1835 - Delft 2 apr. 1884), ingenieur, hoogleraar. Werkte, na in 1855 te zijn afgestudeerd aan de KA in Delft, enige jaren bij de AD van RWS, belast met het uitvoeren van waterpassingen en registratie van waterstaatkundige gegevens. Werd in 1860 arrondissementsingenieur in Den Bosch, daarna te Leeuwarden. Legde de basis voor de Waterstaatskaart, die na zijn dood, in 1891 gereed kwam. Werd in 1868 hoogleraar in de waterbouwkunde aan de PS in Delft. Van zijn publicaties noemen we: Waterpassingen over de Westerschelde van Vlissingen naar Breskens en van Neuzen naar Ellewoutsdijk (met J.M.F.Wellan; 1860) en De Rotterdamsche Waterweg (1881).

i NBW2
Steur, van der Johan Adrianus Gerard
1899-1966
(roepnaam: Job; Haarlem 9 feb. 1899 - Nijmegen 18 aug. 1966), ingenieur, architect. Studeerde zowel bouwkunde als weg- en waterbouwkunde aan de TH te Delft. Werkte sinds 1924 bij het ingenieursbureau J.van Hasselt en de Koning te Nijmegen, sinds 1928 als uitvoerend ingenieur van de Ontginningsmij. Land van Vollenhove te Steenwijk. Was deskundige op het gebied van zowel de bouw van boerderijen als de inrichting van het boerenland. Schreef o.m. Partiële bemaling van het waterschap Vollenhove (1934). Was voorzitter van de Orde van Ned. Raadgevende Ingenieurs. Zie ook: J.T.P.Bijhouwer.

i Hakoerier 1966 n4 p1-7, HM 2001 n3 p80, Honderd jaar Haskoning (1981), ING 1966 pA508, RHN p23

Stevin,

Hendrik
1614-1668

(tweede zoon van Simon Stevin; Den Haag 1614 - na 1668), wiskundige. Studeerde wiskunde in Leiden en was tot zijn dood 'ambachtsheer' te Alphen aan de Rijn. Heeft zich zeer verdienstelijk gemaakt door behoud, bewerken en uitgeven van zijn vaders manuscripten. Schreef zelf Wisconstich filosophisch bedrijf (14 boeken; 1664-1668) waarin, in het Twaalfde Boek, het oudst bekende voorstel voor afsluiting van de Zuiderzee voorkomt (25e voorstel, blz 47)
Klik op naam links voor meer publicaties
i GPZ, NBW5, WP7.
Stieltjes, Emil Hendrik
1853-1923
(tweede zoon van T.J.Stieltjes; Gramsbergen 26 sep. 1853 - Den Haag 23 dec. 1923), ingenieur. Was, na in 1874 te zijn afgestudeerd aan de PS te Delft, twee jaar werkzaam bij RWS belast met opmetingen voor de kanaalplannen. Werkte vervolgens tot 1882 bij de spoorwegen, tot 1886 bij het Rijnvaart Comité te Amsterdam, tot 1892 als redacteur van De Ingenieur en tot 1918 als lid van de raad van toezicht op de spoorwegdiensten. Schreef diverse artikelen in De Ingenieur alsmede de rapporten De ontwerpen tot verbetering der vaart van Amsterdam naar Rotterdam(1877) en Een Rijnvaartkanaal voor Amsterdam (1881).
i
Stieltjes, Thomas Joannes
1819-1878

(Leuven 19 mei 1819 - Rotterdam 23 juni 1878), artillerie-officier, ingenieur. Na samenwerking met W.C.H.Staring voor verbetering van de afwatering en aanleg van scheepvaartkanalen in Overijssel, werd hij ingenieur-directeur van de Overijsselse Kanaalmaatschappij te Zwolle. Zijn bekendste werk is De Nederlandsche hoofdrivieren en de plannen tot hunne verbetering, in populairen toon beschreven door een oud soldaat (2 dln., 1850-1851). Adviseerde bij de aanleg van spoorwegen in NOI, een kanaal door Denemarken, de waterhuishouding van Rijnland en de afsluiting van de Zuiderzee. De Universiteit van Leiden verleende hem een eredoctoraat in de wis- en natuurkunde. Zie ook: A.J.Brevet, J.G.van Gendt, N.H.Henket, L.van de Kasteele, W.C.H.Staring.

i AWN3, DB1, GPZ, NBW2, WG

Stieneker,

Jan Willem Gustaaf
1840-1888

(Groningen 13 nov. 1840 - Zutphen 12 okt. 1888), ingenieur. Werkte na zijn studie aan de KA in Delft bij de aanleg van de Staatsspoorwegen. Was daarna werkzaam bij de waterstaat in Breskens, Roermond, Maastricht en Terneuzen. Was vanuit Nijmegen betrokken bij de verbetering van de bovenrivieren en schreef daarover: Verslag over de stroomsnelheidsmetingen in 1881 op den Boven-Rijn en zijne takken (1883). Overleed op jonge leeftijd aan een psychische stoornis.
Klik op naam links voor meer publicaties

i NBW7
Stoel, Willem Frederik
1869-1931
(Alkmaar 3 dec. 1869 - Alkmaar 25 april 1931), ingenieur. Zoon van de gelijknamige oprichter van bouwmaterialenhandel W.F. Stoel te Alkmaar. Werkte bij RWS en was sinds 1917 hoofdingenieur bij de Algemene Dienst van RWS in Den Haag. Schreef: Afdamming van het Sloe met de kanalen door Walcheren en door Zuid-Beveland (1897).
i
Stok, van der Johannes Paulus
1851-1934
(Zuilen 14 jan. 1851 - Utrecht 29 mrt. 1934), oceanograaf. Was, na zijn studie en promotie in de wijsbegeerte te Utrecht, vele jaren directeur van het Kon. Magnetisch en Meteorologisch Observatorium in Batavia (NOI). Was daarna directeur van het KNMI in De Bilt en een erkend deskundige op het gebied van getijden. Was lid van de Staatscommissie Zuiderzee. Hij schreef o.m. Getijverschijnselen op de Nederlandsche kust (1901) en Wind en Water (1906). Werd in 1923 benoemd tot erelid van het KNAG.

i HJ, NP 1976

Storm Buijsing,

Duco Johannes
1802-1870

(Leeuwarden 30 sep. 1802 - Den Haag 16 aug. 1870), ingenieur, hoogleraar. Na zijn studie aan de artillerie- en genieschool te Delft, werkte hij voor de waterstaat te Zwolle. Schreef in die tijd het leerboek Handleiding tot de kennis der waterbouwkunde(2 dln., 1844-1845). Werd leraar waterbouwkunde te Medemblik, daarna te Breda en in 1847 hoogleraar aan de in 1842 opgerichte KA te Delft. Schreef o.m. Memorie over de verbetering van Delfland's waterstaat (met L.J.A.van der Kun en J.A.Scholten; 1852).
Klik op naam links voor meer publicaties

i JCBG, NBW1.
Storm van Leeuwen, Johannes Adriaan
1912-2009
(roepnaam: Jan; Jogjakarta 28 mei 1912 - Utrecht 12 mei 2009), ingenieur. Studeerde in 1937 af als ingenieur in de koloniale landbouw aan de LHS in Wageningen. Werkte van 1938 tot 1951 in NOI, vervolgens als hoofd van de Inspectie Utrecht van de DUW en tot zijn pensionering bij de Cultuurtechnische Dienst in Utrecht. Schreef in de periode van 1970-2002 over de waterstaatkundige ontwikkeling ten westen van de stad Utrecht onder meer: Van Oude Rijn tot Leidse Rijn; de afwatering van de gronden in en rondom Vleuten-De Meern in de loop der tijden (1985).
i
Straat, Pieter
1685-1760

(ca. 1685-1760), dichter te Bovenkarspel. Schreef: Ontwerp tot een minst kostbaare, zeekerste en schielijkste herstelling van de zorgelijke toestand der Westfriesche zeedijken, zonder dat het voortknagend zeegewormte daaraan eenige hindernis kan veroorzaken (met P.van der Deure; 1733; nader ontwerp: 1735).
i BW

Stroband,

Henricus Johannes
1914-1985
(Leeuwarden 26 juli 1914 - Bennekom 7 okt. 1985), waterbouwkundige. Werkte, na zijn opleiding aan de MTS te Leeuwarden, sinds 1935 onafgebroken bij RWS in Den Haag. Kreeg in 1944 de leiding van de rekenafdeling bij de Studiedienst van de Directie Benedenrivieren, later bij de Waterloopkundige Afdeling van de Deltadienst. Ontwikkelde een elektrisch analogon voor de simulatie van de getijbeweging in het Nederlandse deltagebied. Was sinds 1956 tevens wetenschappelijk hoofdambtenaar bij de TH in Delft. Schreef o.m. De voortplanting van het getij bepaald met behulp van de elektrotechniek, met inachtneming van de kwadratische weerstandswet (1948).
Klik op naam links voor meer publicaties

i DBD 1985 n114 p171, TWG 1996 p7, WND.
Strootman, Johan
1824-1895

Waerboouwkundige, aanleg van de faciliteiten bij Nieuwediep en Willemsoord.

i Ramaer
Stuten, Jacob Zacharias
1857-1933
(Doesburg 29 juli 1857 - Den Haag 30 nov. 1933), genie-officier. Volgde na de HBS in Leiden een opleiding aan de KMA in Breda. Doorliep alle militaire rangen en werd in 1910 hoofd van de Genie te Den Haag in de rang van luitenant-generaal. Schreef o.m. Over den bouw van vestingen, forten, sluizen en verdere werken t.b.v. de landsverdediging in Nederland van 1847-1897 (1897)
i ING 1934 n17 pA151

Svašek,

Ján Nepomucký
1926-1994
(roepnaam Honzo,5-5-1926 Nové Mesto nad Váhom - Slowakije - 30-8-1994, Miliře, Pilsen, Slowakije). Na zijn komst naar Nederland is hij gaan studeren aan de TU in Delft waar hij in 1955 afstudeerde. Daarna is hij gaan weken bij Rijkswaterstaat, heeft daar de nodige studies naar kustbescherming gedaan. In 1969 is hij voor zichzelf begonnen als adviseur, omdat hij zag dat er veel werk voort zou komen uit de aanleg van de Maasvlakte. In 1998 is hij teruggetreden als directeur van Svasek bv. Svasek heeft in 1979 de gedachte bouwen met de natuur gemunt, en deze gedachte uitgewerkt voor een kustuitbreiding van de kust van Delfland (Hoek van Holland - Den Haag).
Klik op naam links voor meer publicaties

i
Swets, Johannes
1830-1899
(Hardinxveld 6 okt. 1830 - Utrecht 12 juli 1899), waterbouwkundige. Werkte aanvankelijk in Wijhe en was van 1866 tot 1881 directeur van Stadswaterwerken in Kampen. Was daarna werkzaam te Vreeland, Loenen en Nichtevecht en sinds 1890 in Utrecht. Schreef een aantal technische verhandelingen over o.m. sluisdeuren alsmede De Zuiderzee en de Kamper eilanden c.a. van voorheen en thans (1363-1882) (1886), De brug over de rivier den IJssel voor Kampen van voorheen en thans (1448-1881) (1887) en De Zuiderzeeplannen; bijdrage omtrent uitwatering en scheepvaartbelangen in het algemeen en die langs de kust- en havenplaatsen in het bijzonder in verband met de ontworpen afsluiting en gedeeltelijke droogmaking binnen de lijn Wieringen-Friesland (1888).
i
Tamminga, Meile
1925-2007
(Gerkesklooster 17 juli 1925 - Assen 10 nov. 2007; begraven te Boksum), ingenieur. Was, na in 1955 te zijn afgestudeerd als civiel ingenieur aan de TH in Delft, werkzaam bij de PWS van Drenthe, de laatste jaren als adjunct-directeur. Van zijn publicaties noemen we: Verruiming Hoogeveensche Vaart (1968), Grondwaterplan Drenthe (met J.A. Los; 1985) en enkele bijdragen aan het boek Geschiedenis van Emmen en Zuidoost-Drenthe (1989).
i

Teixeira de Mattos,

Jhr. Louis Frederik
1872-1945

(Amsterdam 18 mei 1872 - Den Haag 30 okt. 1945), ingenieur, wethouder, publicist. Na zijn studie aan de PS te Delft vervulde hij diverse functies bij de waterstaat en in commissies van de overheid. Liet te Beekbergen landhuis Het Spelderholt bouwen, was wethouder van OW te Apeldoorn en bestuurslid van de Ned. Heidemij. Wijdde zich aan studie en publicatie op het gebied van de waterstaat en schreef o.m. Twee bescheiden met betrekking tot het dijkwezen in de provincie Overijsel (1900), De Dedemsvaart (2 dln., 1903) en zijn levenswerk De waterkeeringen, waterschappen en polders van Zuid Holland (10 dln. in 14 bdn., 1906-1961), waarvan de voltooiing postuum door anderen heeft plaatsgevonden.
Klik op naam links voor meer publicaties

i BWN2, HOL 1983 n3-4 p159-163, ING 1945 pA127, PKN.

Telders,

Jean Marie
1842-1900

(Den Bosch 24 mei 1842 - Delft 30 okt. 1900), ingenieur, hoogleraar. Was, na zijn studie aan de KA te Delft, vele jaren betrokken bij de bouw van spoorlijnen en het ontwerp van vele spoorbruggen over de Grote Rivieren. Werd hoogleraar en van 1897 tot zijn dood directeur van de PS te Delft, opgevolgd door J.Kraus. Redigeerde, met N.H.Henket en C.M.Schols, het handboek Waterbouwkunde(1885). Ontving voor zijn kundig advies inzake het herstel van de brug te Kampen in 1886 de Conrad-medaille. Was lid van het dagelijks bestuur van de Zuiderzeevereniging.
Klik op naam links voor meer publicaties

i DLW, NBW7, WG
Tellegen, Cornelis
1889-1960
(roepnaam: Cees; Arnhem 7 nov. 1889 - Den Haag 15 dec. 1960), ingenieur. Schreef, in het jaar waarin hij aan de TH in Delft afstudeerde als civiel ingenieur, in het tijdschrift De Natuurtwee artikelen: Strandverdediging (1913) en De aanleg en constructie van strandhoofden (1913). Werkte tot 1920 bij de spoorwegen in NOI, tot 1925 voor RWS bij de bouw van de Noordersluis te IJmuiden en tot 1951 bij de HBM. Schreef daarna, als mede-redacteur van De Ingenieur, diverse artikelen.
i ING 1961 n6 pA77-78, NP 1947
Terluin, Gerrit
1908-1985
(Midlum 16 mrt. 1908 - Den Haag 6 sep. 1985), genie-officier, ingenieur. Was van 1928 tot 1941 in dienst van de Genie, laatstelijk te Gorinchem. Was daarna als ingenieur werkzaam bij de PWS van Zuid-Holland, sinds 1948 als hoofdingenieur, sinds 1962 als adjunct-directeur en van 1965-1973 als directeur. Schreef: Toepassing van asfaltbekledingen in de dijksbouw op Goeree en Overflakkee (1954) en De watersnood van 1953 (1975). Ref.: J.L. van der Gouw Honderd jaar Provinciale Waterstaat in Zuid-Holland (1975).
i

Thierry,

John William
1883-1963
(Leiden 23 juli 1883 - Den Haag 27 sep. 1963), ingenieur, hoogleraar. Werkte, na in 1908 te zijn afgestudeerd aan de TH te Delft, als ingenieur bij de PW van Noord-Holland, van 1919 tot 1930 bij de Dienst der ZZW en daarna als hoogleraar in de waterbouwkunde aan de TH te Delft. Schreef o.m.: De strijd tegen Nederlands erfvijand (inaugurele rede; 1930) en Grasmat op dijken (1954). Was lid van de Raad van Bestuur van het KIVI. Zie ook: W.J.H.Harmsen.
Klik op naam links voor meer publicaties
i BJ64, DLW, ING 1963 pA589, WID1-6, WND.

Thijsse,

Johannes Theodoor
1893-1984

(roepnaam: Jo; oudste zoon van J.P.Thijsse; Amsterdam 11 april 1893 - Leiderdorp 30 april 1984), ingenieur, hoogleraar. Studeerde in 1917 met lof af aan de TH in Delft en trad in dienst van de Staatscommissie Zuiderzee waar hij een belangrijk aandeel had in het meet- en rekenwerk en in de eindrapportage: Verslag Staatscommissie Zuiderzee 1918-1926 (1926). Begon in 1920 zijn werkzaamheden bij de Dienst der ZZW als begeleider van het waterloopkundig onderzoek bij de TH in Karlsruhe. Was in 1927 oprichter en eerste directeur van het WL in Delft. Was van 1948 tot 1958 HID-titulair bij de Dienst der ZZW. Was van 1938 tot 1963 hoogleraar in de hydraulica aan de TH te Delft. Bij de droogmaking van Walcheren was hij adviseur en figureerde als "Van der Molen" in Het verjaagde water(1947) van A.den Doolaard. Thijsse was lid van de Deltacommissie. Het KNAG benoemde hem in 1953 tot erelid en de Universiteit van Luik verleende hem in 1967 een eredoctoraat. Hij schreef o.m. Theorie en experiment in de hydraulica (inaugurele rede; 1938), Herstellings- en verbeteringswerken na de ramp van 1 feb. 1953 (met J.J.Dronkers, H.A.Ferguson, G.Terluin en J.F.R.van de Wall; 1954) en Een halve eeuw Zuiderzeewerken (1972). Zie ook: M.Klasema, J.H.Telders, J.E.de Vries, J.F.R.van de Wall.
Klik op naam links voor meer publicaties

i J.A.BattjesJohannes Theodoor Thijsse(1985), BJ85, BWN4, Delfts Goud (2002), DLW, LW 1958 n2 p99, TWG 1996 p5, WID1-6, WND, WP7, WWN63, ZZP
Thijsse Jr, Jacobus Pieter
1896-1981
(zoon van J.P.Thijsse; Amsterdam 27 april 1896 - Den Haag 6 jan. 1981), ingenieur, hoogleraar. Werkte, na in 1919 te zijn afgestudeerd aan de TH te Delft, korte tijd bij de Dienst der ZZW. Verbleef van 1921 tot 1958 in NOI, eerst bij OW te Bandung en van 1949 tot 1954 als hoogleraar aan de TH in Bandung. Was daarna in Nederland werkzaam: vier jaar als algemeen adviseur van de Rijksdienst voor het Nationale Plan, daarna bij het Instituut voor Sociale Wetenschappen in Den Haag. Schreef o.m. Zal in het IJsselmeer de Markerwaard dan wel Zuidelijk Flevoland het eerst voor inpoldering in aanmerking komen? (1959).

i ING 1981 n7 p29, LW 1961 n5 p180, WWN63.
Thomèze, de Jan Willem
1787-1873

na zijn opleiding werkte hij in Kampen en Henegouwen. In 1825 standplaats Den Haag en kreeg daar de leiding over het ontwerp en uitvoering van het kanaal door Voorne. Hij werkte de laatste jaren als hoofdingenieur in de provincie Overijssel
i Ramaer, NNWB

Thoorn, van den

Nikolaas Anthony Marinus
1851-1929
(Zierikzee 17 juni 1851 - Den Haag 13 juni 1929), ingenieur. Was van 1878-1916 in dienst van RWS, tot 1891 met standplaats Goes, tot 1898 Amsterdam, daarna Leeuwarden en tot 1906 Den Haag als Ingenieur voor de Groote Rivieren. Van 1906-1916 was hij HID van RWS Directie Zuid-Holland. Schreef: De verdediging der kanaal- en dijksbeloopen van het Merwedekanaal in de slappe veengronden tusschen Amsterdam en Maarssen (1893) en Rapport betreffende de wateronttrekkung aan, en de afzanding van de duinen langs de Nederlandsche kust, uitgebracht 1912 (met J.C. Ramaer en H. Wortman; 1915)
Klik op naam links voor meer publicaties

i ING 1929 pA295
Til, van Klaas
1914-1998
(Alkmaar 23 nov. 1914 - Arnhem 3 juni 1998), ingenieur. Werkte, na in 1939 te zijn afgestudeerd aan de TH in Delft, tot 1941 bij het WL. Was de rest van zijn werkzame leven in dienst van RWS bij de Directie Bovenrivieren te Arnhem, gespecialiseerd in zandtransportberekeningen. Volgde in 1958 E.M.H.Schaank op als HID en als Rijnvaartcommissaris bij de Hoofddirectie van de Waterstaat in Den Haag. Werd op zijn beurt in 1978 als zodanig opgevolgd door D.Vreugdenhil. Schreef, als deskundige op het gebied van de Nederlandse bovenrivieren, daarover diverse rapporten en artikelen w.o. Algemeen overzicht van de Rijnkanalisatie (1961) en De verontreiniging van Boven-Rijn en Waal (1973). Zie ook: P.Blokland en E.M.H.Schaank.
i
Tillema, Jan Albert Cornelis
1904-1999

(Rotterdam 22 juli 1904 - Leiden 1 juli 1999), ingenieur, architect. Werkte, na in 1928 te zijn afgestudeerd als bouwkundig ingenieur aan de TH in Delft, van 1931-1938 als hoofd Bouw- en Woningtoezicht in Leeuwarden. Daarna was hij in eenzelfde functie werkzaam in Rotterdam. Sinds 1945 was hij in dienst van GW Rotterdam, eerst als waarnemend directeur, sinds 1946 als directeur en van 1953-1969 als hoofddirecteur. Onder zijn leiding werd het havenherstel aangepakt en het Botlekgebied, het vliegveld Zestienhoven en Europoort aangelegd. Hij schreef in de periode van 1935-1986 biografieën van architecten en over ruimtelijke ordening, architectuur en erfgoedbeheer. We noemen: De ontluistering van ons land (met A.C. Veth en J. Jans; 1936), Het oeververbindingsvraagstuk in Rotterdam (1961) en Plan 2000+: ontwikkeling Noordelijke Delta (het "Gele Boek"; 1969).
i A.B.M. van der Plas Ir. J.A.C. Tillema, voormalig hoofddirecteur van Gemeentewerken Rotterdam (2000); WID6.

Toorn, van der

Jacobus
1828-1888

(Den Haag 7 aug. 1828 - Den Haag 25 feb. 1888), ingenieur. Was na zijn studie aan de PS te Delft werkzaam bij de waterstaat, o.m. als hoofd van het arrondissement Nijmegen en als hoofdingenieur voor de Grote Rivieren in Den Haag, met Cornelis Lely als assistent. Op voorstel van voorzitter van de Zuiderzeevereeniging, Age Buma, werd van der Toorn aangezocht om de leiding van het technisch bureau van de vereniging op zich te nemen. Van der Toorn's financiële eisen - een jaarsalaris van 7000 gulden - vormden geen bezwaar. Op voorspraak van Van der Toorn werd Cornelis Lely aangesteld als diens assistent. Op 1 november 1886 ging het onderzoek officieel van start. Pogingen van de Zuiderzeevereeniging om het onderzoek, waarvoor Van der Toorn in totaal ruim 100.000 gulden nodig achtte, gefinancierd te krijgen, verliepen moeizaam. Op een waarborgfonds van 30.000 gulden werd slechts voor 13.850 gulden ingetekend. Subsidieverzoeken bij gemeenten en provincies leverden onvoldoende op. Slechts dankzij een geldlening van 30.000 gulden, voorschotten uit een tweede waarborgfonds en de lagere kosten kon het onderzoek van het technisch bureau van de Zuiderzeevereeniging in 1891 worden voltooid. Een van de financiële meevallers was het vroegtijdig vertrek van Van der Toorn per 1 november 1887, omdat hij een overstapte naar de functie van hoofdingenieur bij RWS in Middelburg. Lely nam daarop de leiding van het technisch onderzoek op zich. Na slechts vier maanden in Middelburg overleed hij. Hij schreef o.m. Ontwerp van een kanaal van Amsterdam langs Utrecht over Wijk bij Duurstede naar Tiel en voor een kanaal van Amsterdam over Gouda naar Rotterdam(1880).
Klik op naam links voor meer publicaties

i NBW2, WG, ZZP, marismits.nl
Tuin, van der Hendrik
1927-2012
(roepnaam: Henk; Leiden 15 juni 1927 - Schuddebeurs 11 jan. 2012), ingenieur. Studeerde in 1955 af als civiel ingenieur aan de TH in Delft. Werkte sinds 1956 bij de Deltadienst van RWS, eerst bij de Waterloopkundige Afdeling, sinds 1966 als hoofdingenieur bij de Directie Afsluitingswerken. Was sinds 1971 werkzaam bij de Directie Noordzee, later als hoofd van het district Zuidwest-Nederland te Dordrecht. Schreef een aantal onderzoeksrapporten en artikelen in Land en Water en De Ingenieur waaronder: De Deltawerken (1965).
i

Valken,

Karel Ferdinand
1920-2005
(Bagoe NOI 1 juli 1920 - Aerdenhout 12 nov. 2005), ingenieur. Werkte, na in 1948 te zijn afgestudeerd aan de TH in Delft, bij RWS, van 1953-1960 als adjunct-secretaris van de Deltacommissie, daarna bij de Hoofddirectie van de Waterstaat in Den Haag. Schreef: Deltawerken en waterhuishouding (1959).
Klik op naam links voor meer publicaties

i

Veen, van

Johan
1893-1959

(Uithuizermeeden 21 dec. 1893 - Voorburg 9 dec. 1959), ingenieur. Was, na zijn studie aan de TH in Delft, van 1919 tot 1926 werkzaam bij de PWS van Drenthe en twee jaar bij de Surinaamse Bauxiet Mij. Sinds 1929 werkte hij voor RWS aan de bouw van de dam in het Hellegat (1931) en sinds 1933 als hoofd van de Studiedienst bij de directie Benedenrivieren in Den Haag. Promoveerde te Leiden op Onderzoekingen in de Hoofden in verband met de gesteldheid der Nederlandsche kust(1936). Was van 1938 tot 1943 lid en secretaris van de Stormvloedscommissie, sinds 1953 van de Deltacommissie en was sinds 1958 hoofd van de Algemene Dienst van RWS. Hij wordt algemeen erkend als de geestelijke vader van het Deltaplan. Hij schreef verder: De Fivel en hare verzanding (1930), Dredge, drain, reclaim, the art of a nation (1948) en Waterhuishouding in Nederland (met F.P.Mesu; 1957). Zie ook: J.J.Dronkers, A.G.Maris.
Klik op naam links voor meer publicaties

i BWN5, W.van der Ham Meester van de Zee, Johan van Veen, waterstaatsingenieur 1893-1959 (2003), ING 1960 n1 pA1-2, ING 1990 n1 p15-19, LW 1958 n4 p202-203, LW 1960 n1 p6-9, H.J.Stuvel De som van een leven(1972), TWG 1996 p6, TWG 2001 p16-20, WID6, WND, WT.
Veen, van Andries Theun
1869-1952
(Groningen 13 mei 1869 - Bloemendaal 21 feb. 1952), waterbouwkundige. Was in dienst van RWS als opzichter in achtereenvolgens Gennep, Alphen aan den Rijn, Velsen, Den Helder, Sneek en Velsen. Van hem zijn twee publicaties bekend: Geschiedenis van eneenige beschouwingen over het Marsdiep c.a. (Zeegat van Texel) (1909) en Het Marsdiep c.a. (Zeegatvan Texel): nadere beschouwingen in verband met de afsluiting van de Zuiderzee (1929).
i

Velde, van der

Pieter Abraham
1913-2001

(Utrecht 22 nov. 1913 - Alblasserdam 10 mei 2001), ingenieur, hoogleraar. Werkte, na in 1937 te zijn afgestudeerd aan de TH in Delft, twee jaar bij het WL in Delft en van 1938 tot 1967 in verschillende functies bij RWS. Was in 1945/1946 toegevoegd aan de Dienst Droogmaking Walcheren; figureerde als "Schonebloem" in Het verjaagde water (1947) van A.den Doolaard. Was na de Februariramp van 1953 werkzaam bij de Dienst Dijkherstel Zeeland belast met dijkdichtingen te Terneuzen, Kruiningen, Rilland-Bath en leidde de afsluiting van het zeer grote stroomgat bij Schelphoek. Was van 1954 tot 1967 HID van de Deltadienst Noord van RWS en van 1967 tot 1980 hoogleraar waterbouwkunde aan de TH in Delft. Schreef o.m. Afsluiting stroomgat Schelphoek (met F.Gerritsen; 3 dln., 1955), Fortse en soeticheijt in de waterbouwkunde (inaugurele rede, 1967) en Kritische beschouwingen bij het rapport van de Commissie Oosterschelde (1974).
Klik op naam links voor meer publicaties

i AB, Dertien maal Delta (1981), LW 1967 n3 p166.

Velsen,

Cornelis
1703-1755

waterbouwkundige. Schreef enkele werken op rivierkundig gebied w.o. Rivierkundige verhandeling afgeleid uit waterwigt- en waterbeweegkundige grondbeginselen en toepasselijk gemaakt op den Rhijn, de Maas, de Waal, de Merwede en de Lek (1749, 2e dr. 1768).
Klik op naam links voor meer publicaties
i BW, WND.

Verhees,

Hendrik
1744-1813

(Boxtel 9 nov. 1744 - Boxtel 23 apr. 1813), aannemer. Werkte als landmeter, architect en aannemer, actief in de politiek en lid van de TK. Schreef: Verhandeling over de hinderpaalen tot het graaven van een kanaal van 's-Hertogenbosch tot Maastricht of Luik (1787). Dit kanaal, de Zuid-Willemsvaart, is in 1826 onder het bewind van Koning Willem I tot stand gekomen.
Klik op naam links voor meer publicaties

i BB3, NBW9
Verheij, Hendrik
1934-2013
(roepnaam: Henk; Vlissingen 2 okt. 1934 - Zierikzee 9 nov. 2013), waterbouwkundige. Volgde zijn opleiding aan de HTS in Vlissingen en werkte van 1953 tot 1997 bij RWS in de dienstkringen Terneuzen, Vlissingen, IJmuiden en Zierikzee, laatstelijk als hoofd van de dienstkring Deltakust. Was, als opvolger van B. Hakkeling, van 1975-1993 hoofdredacteur van het tijdschrift OTAR en sinds 1980 van het Jaarboek Provinciale Waterstaat van Nederland. Schreef onder meer: Het Mark-Vlietkanaal (1981) en De stormvloedkering in de Oosterschelde (1986).
i WWN1.

Verhey,

Bastiaan Adrianus
1883-1947
(Den Helder 2 mei 1883 - Amersfoort 7 okt. 1947), ingenieur. Werkte, na in 1904 te zijn afgestudeerd aan de PS te Delft, van 1908 tot 1916 bij de marine. Richtte in 1917 met A.W.C.Dwars en A.Groothoff te Rotterdam een ingenieursbureau op waaruit DHV te Amersfoort is ontstaan. Was, als opvolger van A.W.C.Dwars, van 1934 tot zijn dood directeur van DHV. Schreef o.m. Dijkverzwakkingen bij stormvloed (met J.W.Thierry; 1918).
Klik op naam links voor meer publicaties

i D.Hillenius: De geschiedenis van het Technisch Adviesbureau voor de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (1992).
Verhoeven, Bastiaan
1917-2001
(Rijswijk NB 14 dec. 1917 - Ens 18 feb. 2001), bodemkundige, hoogleraar. Werkte, na zijn studie aan de LHS in Wageningen, als landbouwwetenschappelijk onderzoeker bij de Directie Wieringermeer (Noordoostpolderwerken), later bij de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders te Kampen. Promoveerde in 1953 op Over de zout- en vochthuishouding van geïnundeerde gronden. Was in de jaren zeventig hoogleraar aan de LHS te Wageningen. Schreef vooral over bodemkundige aspecten van landaanwinning en werkte mee aan het boek In het spoor van de pioniers; 35 jaar Noordoostpolder (1977).
i

Verhoeven,

Adriaan Gerrit
1886-1976

(Sprang 27 feb. 1886 - Den Haag 1 mrt. 1976), ingenieur. Werkte, na in 1910 te zijn afgestudeerd aan de TH te Delft, bij de Domeinen in Zeeland, later tevens voor de landaanwinningswerken aan de Friese en Groningse kust. Na de 2e WO werkzaam bij het Departement van OW en Wederopbouw en sinds 1948 als HID bij RWS. Na pensionering adviseur op het gebied van bedijking en landaanwinning. Gaf, met J.de Hullu, het Tractaet van Dijckagie door Andries Vierlingh uit (1920; heruitgave 1973). Schreef verder o.m. Aanteekeningen over landaanwinning en dijksbouw in Zeeland (1924), Ontstaan en inpoldering van den Zuid-Hollandschen Biesbosch (1929) en Wijzen van bevordering van de landaanwinning (1938).
Klik op naam links voor meer publicaties

i

VerLoren van Themaat,

Reep
1882-1982

(Warnsveld 1 sep. 1882 - Nijmegen 20 okt. 1982), ingenieur. Was, na in 1908 te zijn afgestudeerd aan de TH te Delft, werkzaam bij Waddell bruggenbouwers te Kansas City, van 1910 tot 1918 bij de gemeente Rotterdam en van 1918 tot 1963 als firmant van het Ingenieursbureau v/h J.van Hasselt en de Koning te Nijmegen. Schreef diverse artikelen in De Ingenieur zoals: Drooglegging in de Noorder Buurtschen polder (1941). Werd in 1942 lid van de Raad voor de Waterhuishouding en in 1949 van de Zuiderzeeraad. Was sinds 1953 lid van de Deltacommissie. Zijn naam is onlosmakelijk verbonden met het stroomgebied van de Oude IJssel, waarover hij schreef:De Oude IJssel; de veelzijdige rol van het water (1966).
Klik op naam links voor meer publicaties

i Hakoerier (1981, 1982), HM 2001 n3 p81, Honderd jaar Haskoning (1981), RHN p22, WID5
Vermaes, Stefanus Johannes
1839-1902

(Hellevoetsluis 2 mei 1839 - Leeuwarden 10 dec. 1902), ingenieur. Werkte, na zijn studie aan de KA te Delft, bij de aanleg van spoorwegen te Leeuwarden, Groningen, Enschede en Dordrecht. Bij Moerdijk bouwde hij de in 1872 gereedgekomen spoorbrug over het Hollands Diep. Was vele jaren hoofdingenieur van de PWS in Friesland, waar hij in belangrijke mate bijdroeg aan de verbetering van de Friese zeedijken en vaarwegen. Was geducht voorstander van afsluiting van Lauwerszee en Zuiderzee en was lid van de Staatscommissie Zuiderzee. Schreef o.m. De Lauwerszee en hare geulen in verband met de verbetering van den binnenlandschen waterstaat in Friesland (1879) en Verbetering en kanalisatie van de Tjonger (1890)

i EF, NBW6.

Vermuyden,

Cornelis
1590-1677

(Sint-Maartensdijk, 1590 - Londen, oktober 1677) Vermuyden werd geboren op het Zeeuwse eiland Tholen. Hij volgde een opleiding tot landmeter en werkte tijdens het Twaalfjarig Bestand mee aan bedijkingen in Zeeuws-Vlaanderen en op de Bevelanden. In 1619 haalde zijn zwager hem over naar Engeland te komen en introduceerde hem bij het Engelse hof. Kort daarop kreeg hij de opdracht een doorgebroken dijk bij Dagenham aan de Theems te dichten en de koninklijke tuinen bij Windsor Castle te ontwateren. Hij werd beroemd vanwege zijn werkzaamheden in Hatfield Chase en The Fens. Cornelis Vermuyden werd in 1633 tot Engelsman genaturaliseerd. Doordat enkele projecten financieel mislukten raakte hij in de schulden en belandde hij in de gevangenis. Hij werd op 15 oktober 1677 begraven in Westminster. Zijn grootste bekendheid kreeg Vermuyden echter met de drooglegging van The Fens (ook: "Great Fen", thans "Bedford Level"), een veengebied in East Anglia aan The Wash tussen King's Lynn, Cambridge en Lincoln groter dan de provincie Overijssel. Onder zijn leiding ontstond een uitgebreid stelsel van ontwateringskanalen, afvoerleidingen en sluizen.
Klik op naam links voor meer publicaties
i wikipedia
Versluys, Jan
1880-1935
(Groningen 4 sep. 1880 - Amsterdam 1 mrt. 1935), hydrogeoloog, hoogleraar. Studeerde in 1905 af als mijnbouwkundig ingenieur aan de TH in Delft en promoveerde daar cum laude op De capillaire werkingen in den bodem(1916). Werkte van 1907-1912 als mijningenieur in NOI, van 1915-1919 als hydroloog bij het RID in Den Haag. Was, met J.F. Steenhuis, samensteller van de Hydrologische bibliographie van Nederland (1915-1919) en schreef Duinvorming aan het Marsdiep (1917) en Hydrologie van het Nederlandsche kustgebied (1918). Werkte van 1919-1924 in NOI als directeur van de gemeentelijke waterleiding in Soerabaja. Was van 1926-1927 tijdelijk hoogleraar in de praktische geologie aan de TH in Delft en adviseur bij de aanleg van waterleiding in Suriname en op Curaçao.
i WID 1

Vierlingh,

Andries
1507-1597

(ca. 1507 - ca. 1579), waterbouwkundige, dijkgraaf. Was o.m. schepen te Breda, rentmeester van Steenbergen en dijkgraaf aldaar. Schreef het vermaarde Tractaet van Dyckagie (onvoltooid, beëindigd ca. 1578) dat in 1920 werd uitgegeven door J.de Hullu en A.G.Verhoeven. Het geeft een beeld van de waterstaatkundige praktijk en het dijkwezen in de 16e eeuw. In 1973 verscheen daarvan een herdruk, uitgegeven door de Ned. Ver. van Kust- en Oeverwerken te Rotterdam
Klik op naam links voor meer publicaties
i EZ, GTW, JCBG, NGL, OTAR 1958 n3 p231-234, PT 1982 n2, SWW 1976 n2 p31-33.

Vinjé,

Joannes Jacobus
1928-2013
(roepnaam: Jo; Scherpenisse 24 december 1928 - Lelystad 10 april 2013), ingenieur. Werkte, na in 1955 als civiel ingenieur te zijn afgestudeerd aan de TH in Delft, van 1957 tot 1990 bij het WL, van 1968 tot 1985 als hoofd van het Laboratorium De Voorst. Schreef in de periode van 1966-2008 diverse onderzoeksrapporten en enkele artikelen in De Ingenieur, Land en Water en Weg- enWaterbouw, waaronder: De afsluiting van het Haringvliet (met F. Spaargaren; 1971).
Klik op naam links voor meer publicaties

i
Visser, Jacobus Cornelis
1909-1990
(Kruiningen 31 aug. 1909 - Zeist 6 nov. 1990), waterbouwkundige. Werkte sinds 1931 bij de directie Sluizen en Stuwen van RWS te Utrecht, vervolgens op Terschelling, in Den Helder - waar hij in de jaren vijftig de leiding had over de uitbreiding van de marinehaven - en te Alkmaar. Was daarna werkzaam als hoofdwaterbouwkundige bij de Grontmij in De Bilt. Was een productief schrijver die uitstekende artikelen schreef in OTAR zoals: De schutsluis c.a. te Wijk bij Duurstede (met B.Hakkeling; 1939) en De Noordzeekust van Vlieland (1946). Schreef ook enige monografiëen: Rijshout-, riet- en stroconstructies (1953) en het bekende boek Asfalt in de waterbouwkunde (1955), dat diverse herdrukken beleefde.
i
Volbeda, Bertus
1926-2010
(roepnaam: Bert; Rotterdam 4 aug. 1926 - Assen 11 sep. 2010), ingenieur. Na in 1950 te zijn afgestudeerd als civiel ingenieur aan de TH in Delft, werkte hij tot 1970 bij de PWS van Friesland. Na functies bij de Ned. Heidemij. in Arnhem en DHV in Amersfoort, was hij van 1976 tot 1988 HID van de PWS van Drenthe. Van zijn publicaties noemen we: Het J.L. Hooglandgemaal te Staveren (1968).

i WWN 1
Volker, Adriaan
1917-2000

(Rotterdam 3 juli 1917 - Zoetermeer 3 sep. 2000), ingenieur, hoogleraar. Bracht een deel van zijn jeugd door in Le Havre en studeerde in 1940 af als civiel ingenieur aan de TH te Delft. Werkte daarna tot 1956 bij de Dienst der ZZW in Den Haag. Bracht in 1954, met P.Ph.Jansen, advies uit over de inpoldering van de HachiroGata lagune in Japan. Werd in 1956 hoofd van de Dienst voor de Waterhuishouding van de DWW en droeg bij aan de activiteiten van de Commissie voor Hydrologisch Onderzoek TNO en de oprichting van de Dienst Grondwaterverkenning TNO. Was in 1957 mede-oprichter van het IHE en gaf tot 1992 colleges Polders en Hydrologie aan studenten uit ontwikkelingslanden. Was van 1965 tot 1982 buitengewoon hoogleraar hydrologie aan de TH te Delft. Ontving in 1984 de International HydrologyPrize van de IAHS, Unesco en WMO. Schreef o.m.Geohydrologische gesteldheid van het oude land langs de Noordoostpolder, tussen Lemmer en Blokzijl (1948), Het randmeer langs de Veluwe (1954), De Afsluitdijk 1932-1982 (1982) en De twee belangrijkste uitdagingen in de geschiedenis van de waterbeheersing en de inpoldering in Nederland (1995) en was voorzitter van de commissie die het boek Leefbaar Laagland (1993) uitgaf.

i LW 1965 n2 p107, LW 2000 n10 p10, Opinie 11 okt. 2000.

Volker,

Filippus
1890-1969
(Sliedrecht 31 juli 1890 - Den Haag 28 mei 1969), ingenieur. Was, na in 1916 te zijn afgestudeerd aan de TH in Delft, tot 1955 in dienst van RWS. Werkte aanvankelijk bij het Noordzeekanaal en van 1928 tot 1935 bij de aanleg van het Julianakanaal, en was daarna tot 1946 als hoofdingenieur gedetacheerd bij PWS van Friesland. Was als zaakkundige belast met de verbetering van de Friese kanalen, als hoofdingenieur opgevolgd door A.Burger. Schreef o.m. Enige mededelingen betreffende de aanleg van het Julianakanaal (1933).
Klik op naam links voor meer publicaties
i EF
Volkers, Johan
1904-1973
(Zutphen 21 juli 1904 - Ruurlo 1 sep. 1973), ingenieur. Werkte, na in 1928 te zijn afgestudeerd aan de TH in Delft, enkele jaren bij het Waterschap de Regge te Almelo. Was sinds 1930 werkzaam bij RWS, achtereenvolgens te Brielle, Middelburg, Assen en Haarlem. Was in 1945 gedetacheerd bij de Dienst Droogmaking Walcheren. Volgde in 1962 P.Ph.Jansen op als HID van de Deltadienst en droeg deze taak bij zijn pensionering in 1969 over aan H.A.Ferguson.
i DBD 1969 n50 p515, ING 1962 pA677, ING 1973 n42 p836, LW 1962 n5 p184, WID6, WWN63

Vos, de

Franciscus Jacobus
1922-2014
(Leiden, 9-8-1922 - Hilversum, 2-8-2014) Ir. F.J. de Vos was een medewerker van de studiedienst benedenrivieren. Hij was van 1970-1983 HiD in de Directie Noord Holland.
Klik op naam links voor meer publicaties
i

Vreedenburgh,

Cornelis Gijsbert Jan
1895-1975

Hij werd geboren in Sumedang, West-Java, 18 november 1895, als zoon van Jan Vreedenburgh - de architect van Burgerlijke Openbare Werken (BOW - Rijkswaterstaat in de koloniale tijd) en Louise Constance Emelie Hornung.[1] In 1908-1913 vervolgde hij zijn middelbareschoolopleiding aan de HBS Batavia - Koning Willem III School te Batavia. In 1913-1918 vervolgde hij zijn hogere opleiding aan de Technische Hogeschool te Delft en studeerde in 1918 cum laude af als civiel ingenieur. In 1926 wered hij hoogleraar aan de TH in Bandung
Klik op naam links voor meer publicaties

i
Vreugdenhil, Daniel
1927-1997
(roepnaam: Daan; Delft 2 juni 1927 - Velp 6 juni 1997), ingenieur. Was, na in 1952 te zijn afgestudeerd in de weg- en waterbouwkunde aan de TH Delft, werkzaam bij RWS in de directies Limburg, Gelderland, Zuid-Holland, Benedenrivieren en Bovenrivieren, in beide laatste als HID. Was daarnaast Rijnvaartcommissaris bij de Hoofddirectie van de Waterstaat in Den Haag. Schreef artikelen over o.m. oude scheepvaartkanalen, waterradmolens en waterkracht in Nederland en enkele biografiëen; een selectie hieruit werd postuum uitgebracht in Grepen uit de waterstaatsgeschiedenis (2000), waarin ook in het kort zijn levensloop. Zie ook: K.van Til.
i
Vreugdenhil, Arend Cornelis
1902-1980
(Rotterdam 29 januari 1902 - Rotterdam 1 juni 1980), waterbouwkundige. Was, in dienst van GW van Rotterdam, als technisch ambtenaar nauw betrokken bij de bouw van de Maastunnel. Schreef daarover het boek De Maastunnel, voorgeschiedenis en bouw, bezetting en verzet, exploitatie en verkeer (1942).
i

Vries, de

Matthijs
1930-2008
roepnaam: Tijs; Leeuwarden 23 juni 1930 - Schiedam 10 juli 2008), ingenieur, riviermorfoloog, hoogleraar. Was, na in 1954 te zijn afgestudeerd aan de TH in Delft, werkzaam bij het WL. Onderzoeker en internationaal deskundige op het gebied van (bodem-)transportprocessen in rivieren. Promoveerde in 1966 op de toepassing van luminoforen in zandtransportstudies. Was van 1974 tot 1995 hoogleraar in de vloeistofmechanica aan de TU in Delft. Schreef onder meer: De riviermodellen voor de Maas (1962) en: Over water en wind (inaugurele rede: 1975).
Klik op naam links voor meer publicaties
i
Vries , de Johannes Eliza
1898-1978
(roepnaam: Jan; Hooge Zwaluwe 9 mei 1898 - Hoogeveen 8 feb. 1978), ingenieur, leraar. Studeerde in 1922 af als werktuigbouwkundig ingenieur aan de TH in Delft en werkte tot 1928 als constructeur in de industrie. Was daarna tot 1964 werkzaam als leraar aan de MTS (later HTS) te Haarlem, van 1941 tot 1946 te Dordrecht. Schreef een aantal leerboeken voor het hoger technisch onderwijs en was één van de redacteuren van De Technische Vraagbaak, in het bijzonder ook van deel W: Weg- en Waterbouwkunde (met A.P.Potma en J.Th.Thijsse; 1951).
i
Vries, de Jan Jeronimo
1871-1954
(Wormerveer 10 feb. 1871 - Den Haag 14 feb. 1954), marine-officier. Was, vanuit zijn functie bij de marine, sinds 1919 gedetacheerd bij de Directie der ZZW, belast met de uitvoering van dieptemetingen in de Zuiderzee. Werd in 1922 chef van de hydrografische dienst bij de ZZW. Schreef daarover o.m. De getijbeweging in de Zuiderzee en de afsluiting en drooglegging van de Zuiderzee (1918) en Hydrografische beschouwingen over de afsluiting van de Zuiderzee (1921)
i NP1941

Vries, de

Jan Wilbrandus
1891-1978
(Smilde 22 jan. 1891 - Den Haag 3 jul. 1978), ingenieur. Was, na in 1915 te zijn afgestudeerd aan de TH in Delft, tot zijn pensionering in dienst van RWS. Begon in Den Helder, werkte daarna bij de kanalisatie van de Maas waar hij in 1932 de leiding overnam van C.W.Lely. Was vervolgens werkzaam bij de Directie Benedenrivieren, van 1942 tot 1956 als HID en enige jaren als HID van de directie Zeeland. Was sinds 1953 lid van de Deltacommissie en bij de oprichting van de Deltadienst in 1956 HID, nog datzelfde jaar opgevolgd door P.Ph.Jansen. Schreef diverse artikelen w.o. Het ontwerp voor de stuw in de Maas te Linne (1921), Bouw van de stuw te Belfeld (1925), De Maasverbetering voltooid (1947) en Het plan tot afsluiting der zeearmen (Deltaplan) in het bijzonder bezien in verband met de voorgeschiedenis ervan (1954). Zie ook: P.Ph.Jansen, A.G.Maris
Klik op naam links voor meer publicaties
i ING 1978 n30/31 p598, Levend Verleden 2005 n2 p18-22.
Vries Broekman, de Gérard Henri
1866-1954

(Bergen op Zoom 26 mrt. 1866 - Arnhem 17 juli 1954), ingenieur, hoogleraar. Werkte, na in 1888 te zijn afgestudeerd aan de PS te Delft, achtereenvolgens bij de spoorwegen in NOI, te Winterswijk en in Utrecht. Was van 1897 tot 1901 directeur van GW te Leiden en daarna tot 1936 hoogleraar in de aanleg en exploitatie van wegen en de theoretische hydraulica aan de TH in Delft. Naar aanleiding van de stormvloed in 1916 ontwikkelde hij een grondslag voor de berekening van getijden in ondiepe wateren en rivieren: Invloed van eb en vloed op de benedenrivieren (1916).

i ING 1954 n31 pA397, WID1, WND.
Waalewijn, Adolf
1923-2006
(roepnaam: Dolf; Haarlem 19 okt. 1923 - Leidschendam 7 juli 2006), geodetisch ingenieur. Was van 1946 tot 1950 als landmeter in dienst van het Ingenieursbureau Van Steenis en studeerde in 1952 af aan de TH in Delft. Werkte vanaf 1950 bij de Meetkundige Dienst van RWS in Delft, sinds 1974 als HID. Van 1981 tot 1985 verrichtte hij historisch onderzoek bij de Hoofddirectie van de Waterstaat en promoveerde aan de RU van Leiden op: Achter de bres: de Rijkswaterstaat in oorlogstijd (1990). Schreef enkele biografische bijdragen en verder: Een halve eeuw Meetkundige Dienst (1981) en Drie eeuwen Normaal Amsterdams Peil (1985).

i A. Waalewijn. Achter de bres (p. 337; 1990)

Waldorp,

Jan Abel Adriaan
1824-1893

Nederlands civiel ingenieur, die vooral voor de waterstaat gewerkt heeft. HIj heft veel werk verzet voor de bovenrivieren,en een belangrijke rol gespeeld tijdens de overstromingen van 1855. Na zijn loopbaan bij de Waterstaat was hij actief bij de aanleg van spoorwegen
Klik op naam links voor meer publicaties

i
Wall, van de Jacques Frederik Raymond
1891-1968
(Den Haag 1 feb. 1891 - Wassenaar 24 apr. 1968), ingenieur. Studeerde in 1918 af aan de TH in Delft en werkte korte tijd bij de PWS van Drenthe en vanaf 1920 bij de Dienst der ZZW. Volgde in 1946 V.J.P.de Blocq van Kuffeler op als HID en werd in 1956 in die functie opgevolgd door F.J.B.G.Geers. Was na de stormramp van 1953 hoofd van de herstelwerkzaamheden bij Schelphoek en Ouwerkerk op Schouwen-Duiveland. Schreef diverse artikelen over de ZZW zoals De zuidelijke inpolderingen in het IJsselmeer (1951). Zie ook: J.Th.Thijsse.
i ING 1968 pA409, WID6.
Walther, George Ludwig
1897-1959
(Katwijk aan Zee 18 sep. 1897 - Leeuwarden 16 nov. 1959), ingenieur. Was, na in 1921 te zijn afgestudeerd aan de TH te Delft, in dienst van de PWS te Assen, daarna van een architectenbureau uit Coevorden te Borger. Werkte vanaf 1929 bij de PWS van Friesland waar hij in 1947 D.F.Wouda opvolgde als hoofdingenieur. De verbetering van het kanalenstelsel in Friesland behoort tot zijn grootste verdiensten. Hij schreef verschillende bijdragen over de ontwikkeling van het dijkenstelsel in Friesland en het boek Binnendiken en slieperdikenynFryslan (met K.A.Rienks; 2 dln., 1954)
i EF, ING 1959 pA645, LW 1959 n6 p226.
Wamel, van Petrus Hendrikus Antonius
1857-1916
(Cuijk 20 jan. 1857 - Den Bosch 17 juni 1916), ingenieur. Studeerde in 1880 af aan de PS te Delft en was van 1894 tot zijn dood werkzaam als ingenieur bij de PWS van Noord-Brabant. Schreef o.m. Belangen van Oss en omstreken; ontwerp van een scheepvaartkanaal ter verbinding van Oss met de Maas te Lithoijen (1889), Plan tot watervrijmaking, haven- en rioolverbetering van Bergen op Zoom (1911) en Een voornaam scheepvaartbelang van Noord-Oostelijk Noord-Brabant en van Nederland (1916). Overleed in de trein, van zijn werk huiswaarts.
i
Weeda, Jacob Johannes
1915-1996
(MinjakItam NOI 14 dec. 1915 - Barendrecht 17 okt. 1996), ingenieur. Studeerde in 1942 af als werktuigbouwkundig ingenieur aan de TH in Delft. Was van 1962 tot 1980 werkzaam als hoofdingenieur van de afdeling Werktuigkunde van de Dienst der Zuiderzeewerken. Als opvolger van L. Monhemius was hij verantwoordelijk voor het functioneren van de gemalen in Flevoland. Van zijn weinige publicaties noemen we: Vijftig Zuiderzeejaren (met M. Klasema, J.Th. Thijsse, J. Middelburg en J.C. le Nobel; 1969).
i
Weele, van der Pieter Huibert
1925-2000
(Colijnsplaat 12 mrt. 1925 - Goes 23 mrt. 2000), ingenieur. Werkte, na in 1955 te zijn afgestudeerd aan de TH in Delft, vele jaren als hoofdingenieur bij de Directie Afsluitingswerken van de Deltadienst. Hij schreef onder meer: De uitvoering van hetDrie-Eilandenplan; de werken ter afsluiting van de Zandkreek (1960) en The tidegoes out (met P. Ph. Jansen, J.E. Prins en Evert Werkman; 1972).
i
Weijdt, Lambertus Johannes
1923-1999
(roepnaam: Bert; Oudeschild 6 apr. 1923 - Den Hoorn 3 sept. 1999), technisch hoofdambtenaar. Werkte sinds 1947 bij RWS in de Directie Noord Holland, aanvankelijk als opzichter op Vlieland, sinds 1954 op Texel. Hier had hij in 1962 de dagelijkse leiding bij de aanleg van de veerhaven 't Horntje. Hij was in 1959 medeoprichter van de Texelse Museum Vereniging en vele jaren voorzitter van Visserijvereniging DETV Texel. Hij schreef: Voorontwerpen kunstmatige mosselverwaterplaatsen in de Westelijke Waddenzee (1973), De zeedijken van het eiland Texel (1980) en een hoofdstuk in het boek Texel en de zee, een strijd van eeuwen (1980).

i
Welcker, Johan Wilhelm
1845-1918
(Arnhem 2 dec. 1845 - Oosterbeek 15 dec. 1918), ingenieur. Doorliep, na in 1866 te zijn afgestudeerd aan de PS te Delft, alle rangen bij RWS vanuit diverse standplaatsen. Was van 1908 tot zijn pensionering in 1911 HIG van de RWS. Welcker was lid van de raad van bestuur en van 1903 tot 1906 voorzitter van het KIVI en sinds 1911 erelid. Daarnaast was hij lid van vele Staatscommissies en in 1905 van de internationale commissie voor het Panamakanaal. Welcker gold als één der meest bekende waterbouwkundigen in ons land. Van zijn publikaties noemen we: De Noorder LekdijkBovendams en de doorsteking van den ZuiderLekdijk bij Culemborg 1803-1813; eene bijdrage tot de geschiedenis van den Nederlandschen Waterstaat (1880). Zie ook: J.F.W.Conrad.
i GGK, ING 1907 n18 p324, ING 1918 n51 p984 en n52 p1013, WND.
Wellan, Jean Marius Frédéric
1834-1912
(Haarlem 25 dec. 1834 - Den Haag 2 dec. 1912; begraven te Nijmegen), ingenieur. Was, na in 1857 te zijn afgestudeerd aan de KA te Delft, betrokken bij waterpassingen voor de provincie Groningen. Werkte sinds 1859 bij RWS in Vlissingen, Utrecht, Nijmegen, Alkmaar, Den Bosch en Utrecht. Toetste in 1866 J.A.Beijerincks plan tot afsluiting van de Zuiderzee. Was lid van de Zuiderzeevereniging. Zijn grootste bekendheid verwierf hij door de aanleg van het Merwedekanaal (1881-1892). Werd in 1892 inspecteur- en in 1894 HIG van RWS. Schreef o.m. Waterpassingen over de Westerschelde van Vlissingen naar Breskens en van Neuzen naar Ellewoutsdijk(met E.Steuerwald; 1860) en Overzicht van de in het tijdvak 1847-1897 aangelegde kanalen(1897)
i ING 1913 n3 p42-44

Wemelsfelder,

Pieter Jacobus
1907-1995

(Goes 18 nov. 1907 - Almen 1 juli 1995), ingenieur. Werkte, na in 1930 te zijn afgestudeerd aan de TH te Delft, bij het WL te Delft, daarna bij RWS. Was hoofd van de Hydrometrische Afdeling van de DWW. De ontwikkeling van methoden en instrumenten voor het meten van waterstanden, golven en getijden was één van zijn grote verdiensten. 'Niet tot weten zonder meten' is een van hem afkomstige zinspreuk. Schreef verhelderende artikelen in technisch-wetenschappelijke tijdschriften w.o. Wetmatigheden in het optreden van stormvloeden (1939) en enkele monografieën zoalsPlan voor een redelijke Nederlandse samenleving(1946) en Zeespiegelbeweging en bodemdaling (met S.Jelgersma en H.Smits; 1965).
Klik op naam links voor meer publicaties

i
Wenmaekers, Jerome
1830-1910
(wrsch. Maastricht ca. 1830 - Brussel ca. 1910). Diende een plan in voor afsluiting van de Zuiderzee: Ontwerp tot het droogmaken der Zuiderzee en een gedeelte der Friesche Wadden (1863; herhaald in 1876 en 1883). Schreef ook over kanalen w.o. het Suez-kanaal. Stelde in 1876 eveneens een plan op voor een spoelrioolstelsel voor de stad Amsterdam.
i GPZ

Wentholt,

Ludolph Reinier
1885-1946

(Nieuwediep 22 mrt. 1885 - Den Haag 6 feb. 1946), ingenieur. Studeerde aan de TH te Delft en promoveerde op Stranden en strandverdediging (2 dln., 1912). Werkte in diverse functies bij RWS, leidde de herstelwerkzaamheden na de overstroming van de Maas in 1926 en schreef o.m. Rapport inzake een scheepvaartweg van Amsterdam naar den Rijn (1927). Leidde de aanleg van de Twenthekanalen (1928-1935), bracht het tweede Rijkswegenplan tot stand (1938) en was van 1940 tot 1943 DG van RWS. Langdurige opsluiting door de bezetter tastte zijn gezondheid aan, en leidde in 1945 tot zijn ontslag en overlijden kort daarna. Als DG werd hij opgevolgd door W.J.H.Harmsen.
Klik op naam links voor meer publicaties

i AB, BWN1, WND
Wentink, Henricus Cornelis
1912-1982
(Utrecht 3 juni 1912 - Bilthoven 16 dec. 1982), ingenieur. Werkte, na in 1936 te zijn afgestudeerd aan de TH in Delft, korte tijd bij GW van Amsterdam, bij de Kon. Ned. Hoogovens en Staalfabrieken te IJmuiden en als zelfstandig adviseur. Was van 1953 tot 1977 in dienst van RWS, sinds 1973 als hoofd van de afdeling tunnelbouw van de directie Sluizen en Stuwen te Utrecht, opgevolgd door A. Glerum. Schreef o.m. Kanalisatie van Nederrijn en Lek; een voorontwerp voor het stuwcomplex te Hagestein (1956), De Velsertunnels (1957) en De rijkstunnel onder de Oude Maas bij Barendrecht en Heinenoord (1967).
i

Werker,

Hendrik M.W.
1882-1929
Is begonnen als spoorwegingenieur bij de Hollandsche Spoorwegmaatschappij, waar hij het station van Haarlem heeft gebouwd en later bij de Ned.-Indische Spoorwegen. Hij ging in 1919 naar Zuiderzeewerken. Hij werd in 1922 eerstaanwezend ingenieur van de Zuiderzeewerken.
Klik op naam links voor meer publicaties
i NRC 1929 - Eemlandeer, 1 en 4 oktober 1929
Wesdorp, Jan Gerrit
1920-2008
(Ridderkerk 12 juli 1920 - Soest 18 juli 2008), waterbouwkundige, redacteur. Werkte van 1949-1985 bij de PWS van Zuid-Holland in Den Haag, waarbij hij na de watersnoodramp van 1953 negen maanden meehielp aan de herstelwerkzaamheden van Goeree-Overflakkee. Tijdens zijn loopbaan was hij tot zijn pensionering werkzaam als hoofdredacteur van het Polytechnisch Tijdschrift (Editie Bouwkunde en Civiele Techniek). Schreef daarin diverse artikelen waaronder: Het beheer onzer dijken van 1795-1813 (1959), Deltaplan en Oosterschelde (1967), De Waddenzee veilig (1974) en Droogmaking van de Markerwaard (1974). Publiceerde daarnaast ook in Waterschapsbelangen en Driemaandelijks Bericht Deltawerken en was coauteur van de PBNA-leergang Kennis van de Nederlandse Waterstaat.
i
Wiebes, Antonie
1903-1973
(Oud-Beijerland 12 juli 1903 - Den Haag 21 okt. 1973), ingenieur. Was, na in 1926 te zijn afgestudeerd als civiel ingenieur aan de TH in Delft, in dienst van RWS. Werkte vanaf 1933 bij het Bruggenbureau, in 1945 bij de Dienst Droogmaking Walcheren, sinds 1946 bij het Arrondissement Vlissingen en sinds 1954 bij de Directie Zuid Holland, van 1956-1968 als HID. Hij schreef in De Ingenieur: Het herstel van het behoudengedeelte van de Westkapelse dijk (met H.A. Ferguson; 1948) en De vernieuwing van hetbuitenhoofd der grote schutsluis te Veere (1951).
i
Wieringa, Hendrik
1924-2011
(Veendam 12 maart 1924 - Zwolle 1 juni 2011), ingenieur. Na in 1950 te zijn afgestudeerd als civiel ingenieur aan de TH in Delft, was hij werkzaam bij RWS in de Directie Zeeland, de laatste jaren als hoofd van het arrondissement Vlissingen. Van 1967 tot zijn pensionering in 1985 was hij werkzaam als HID van de PWS van Overijssel. Van zijn publicaties noemen we: De ontwikkeling van de zeehaven aan het Sloe; technisch, economisch en natuurlijk beschouwd (met B. Kolff en M.C. Verburg; 1962), Honderd jaar Kanaal door Zuid Beveland (1966) en Waterstaat in Overijssel (1983).
i
Wiersma, Albert Gerrit
1901-1988
(Goes 17 aug. 1901 - Doorn 26 okt. 1988), ingenieur. Werkte, na in 1925 te zijn afgestudeerd aan de TH in Delft, tot 1928 bij het ingenieursbureau J.van Van Hasselt en De Koning te Nijmegen en tot 1939 bij de PWS van Noord-Holland. Was daarna ingenieur bij de Polder Walcheren te Middelburg, na de inundatie van 1944 belast met de herverkaveling van dat eiland. Van 1955 tot 1966 was hij directeur-ingenieur van de Technische Dienst bij het Hoogheemraadschap van Delfland. Schreef enkele artikelen in het tijdschrift Land en Water w.o. Delfland's aandeel in de bescherming van Centraal Holland tegen overstroming (1958). Vestigde zich na pensionering te Holten als adviserend ingenieur op het gebied van rivierdijkverzwaring.
i LW 1961 n2 p68

Wijck, van der

Harmen Jan
1769-1847

(Deventer 7-11-1769 - Mannheim 18-1-1847). Hij werd ook wel Herman Jan genoemd. Legerofficier en waterstaatkundige. In de Franse tijd is benoemd tot baron, in 1814 benoemd tot jonkheer. Is begonnen as militair cartograaf. Na de omwenteling van 1795 door de zuivering van het leger snelle carriere en in 1801 in opdracht van Krayenhoff verantwoordelijk voor de versterking van Den Helder.Na oprichting van het Koninkrijk der Nederlanden werd hij Adjudant-Generaal bij de genie. Na een conflict met Krayenhoff verliet hij Nederland en ging in Mannheim wonen. In deze periode (1820-1847) schreef hij verscheidene studies over bodemkunde en waterstaat. Wat het laatstgenoemde vakgebied betreft toonde hij zich onder meer een voorstander van stroomverbetering van de grote Nederlandse rivieren. In 1823 publiceerde hij bijvoorbeeld zijn kritische Aanmerkingen en bedenkingen op een twee jaar eerder door Krayenhoff gepubliceerde studie over de sluiting van de rivier den Neder-Rhijn en Leck en het storten van derzelver water op den IJssel; overigens zonder daarin zijn oude vijand ook maar eenmaal met naam te noemen. Krayenhoff reageerde hierop furieus, en in het woord vooraf bij een volgend waterstaatkundig geschrift van zijn hand (Proeve van een ontwerp tot scheiding der rivieren de Whaal en de Boven-Maas (1823)) betichtte hij hem ervan een persoonlijke vete uit te vechten.Naast deze wetenschappelijke activiteiten was hij al direct na aankomst in Duitsland, ook actief als landschapstekenaar.
Klik op naam links voor meer publicaties

i Gabriëls, A.J.C.M., Wyck, Harmen Jan van der, in: Biografisch Woordenboek van Nederland
Wijers, Antonie
1922-2015
(roepnaam: Ton; Amsterdam 23 apr. 1922 - Velp 1 juni 2015), ingenieur. Was, na in 1953 als civiel ingenieur te zijn afgestudeerd aan de TH in Delft, werkzaam bij RWS. Tot 1975 was hij hoofd van het arrondissement Maastricht, daarna tot 1985 werkzaam als HID in de Directie Friesland. Van zijn publicaties noemen we: Rijkswaterstaatswerken in Limburg 1944-1969 (1969-1970) en Zandwinning in de Waddenzee (1981).
i
Wijtenhorst, Johan Peter
1862-1940
Deventer 21 okt. 1862 - Velp 18 apr. 1940), ingenieur. Was, na in 1887 te zijn afgestudeerd aan de PS te Delft, werkzaam bij RWS achtereenvolgens bij stroommetingen in het Krabbersgat, bij de aanleg van het Merwedekanaal, te Vlissingen en Den Bosch. Heeft, van 1915 tot 1928 in dienst van RWS Directie Groningen en sinds 1918 als HID, veel bijgedragen aan de ontwikkeling van de haven van Delfzijl. Was lid van de Staatscommissie Lorentz. Schreef enkele korte artikelen w.o. Strand- en oeververdediging van het eiland Vlieland (1897) en De uitbreiding van de haven van Urk (1903).

i ING 1940 n35 pA289-A290, PKN.

Wilderom,

Marinus Hendrik
1914-1990

(Wissenkerke 27 feb. 1914 - Vlissingen 4 okt. 1990), waterbouwkundige. Werkte, na zijn opleiding aan het Zeeuwsch Instituut te Goes, bij RWS in Dordrecht, de PW van Zuid-Holland, de Dienst Wederopbouw te Katwijk aan Zee, sinds 1948 bij de Dir. Zeeland en tot zijn pensionering bij de Studiedienst Vlissingen. Schreef vele nota's en artikelen over de toestand van de Zeeuwse oevers en gaf in eigen beheer uit: Tussen afsluitdammen en deltadijken(4 dln., dl.1 met M.P.de Bruin, 1961-1973).
Klik op naam links voor meer publicaties

i EZ
Wisboom, Dibbet Willem Peter
1860-1939

Nederlands waterbouwkundige, wethouder in Arnhem en commissaris bij verschillende bedrijven.

i Ramaer
Witteveen, Cornelis Josephus
1882-1960
(Heerenveen 19 apr. 1882 - Maastricht 9 okt. 1960), ingenieur. Werkte, na in 1905 te zijn afgestudeerd aan de TH in Delft, bij verschillende directies van RWS en van 1914 tot 1919 als directeur van OW in Suriname. Daarna bij RWS te Utrecht, Terneuzen en Den Haag. Was van 1933 tot 1948 HID van RWS in de directie Limburg en leidde de werkzaamheden aan het Julianakanaal en de gekanaliseerde Maas. Zette zich na 1945 in voor het herstel van de rivieren en kanalen en de droogmaking van Walcheren waarvoor P.Ph.Jansen met de uitvoering werd belast. Schreef Verslag van de Staatscommissie ingesteld bij KB van 7 januari 1921, no. 39 inzake den aanleg van een verbeterden scheepvaartweg van Amsterdam naar den Boven-Rijn (met J.Limburg; 1924).
i WID 5-6
Witteveen, Willem Gerrit
1891-1979
(Deventer 1 maart1891 - Vught 24 april 1979), ingenieur. Werkte, na in 1914 te zijn afgestudeerd als civiel ingenieur aan de TH in Delft, bij de Staatsspoorwegen. Trad in 1924 in dienst van de gemeente Rotterdam als hoofd van de afdeling Stadsuitbreiding en Gebouwen, waar hij schreef: Richtlijnen voor de ontwikkeling van Groot-Rotterdam (1930). Direct na de verwoestende bombardementen van de stad ontwierp hij het eerste wederopbouwplan: Opbouwplan van Rotterdam (1941). In 1945 werd hij aangesteld als Rijksadviseur voor stedenbouwkundige vraagstukken bij de Wederopbouw. Was in 1946 oprichter van Ingenieursbureau Witteveen en Bos in Deventer, waarvan hij tot 1958 met G.S. Bos de directie voerde.

i G.S. Bos W.G. Witteveen (1891-1979); zijn tijd, zijn werk (1980).

Wolterbeek,

Cornelis
1892-1952
(Haarlem 19 juni 1892 - Bloemendaal 18 okt. 1952), ingenieur. Werkte, na in 1914 te zijn afgestudeerd aan de TH in Delft, met verschillende onderbrekingen bij RWS te IJmuiden. Was van 1946 tot 1957 in dienst als hoofdingenieur bij de Kon. Ned. Hoogovens en Staalfabrieken te IJmuiden. Schreef o.m. De verruiming van het Noordzeekanaal (1939).
Klik op naam links voor meer publicaties
i WID 5

Wortman,

Hendrik
1859-1939

(Amersfoort 25 mrt. 1859 - Den Haag 21 okt. 1939), ingenieur. Was, na in 1880 te zijn afgestudeerd aan de PS te Delft, werkzaam bij verschillende diensten van RWS, achtereenvolgens te Nijmegen, Zwolle, Assen, Haarlem en Den Haag. Was de eerste DG van de in 1919 opgerichte Dienst der ZZW, in 1929 in die functie opgevolgd door V.J.P.de Blocq van Kuffeler. Verkreeg in 1927 een eredoctoraat van de TH in Karlsruhe. Was ondervoorzitter van de Staatscommissie Zuiderzee, van 1933 tot zijn dood voorzitter van de Zuiderzeeraad en erelid van het KIVI. Zijn naam werd gegeven aan het gemaal van Oostelijk Flevoland bij Lelystad. Schreef diverse rapporten en artikelen en, met G.J.van den Broek, Geschiedenis en beschrijving van het Noordzeekanaal (1909).
Klik op naam links voor meer publicaties

i ING 1929 n11 pA443, ING 1939 n47 pA443-A444, PKN, WND, ZJI.
Wouda, Dirk Frederik
1880-1961

(Noordhorn 5 apr. 1880 - Leeuwarden 11 juni 1961), ingenieur. Was, na zijn studie aan de PS te Delft, van 1903 tot 1908 werkzaam bij het Waterschap De Regge te Almelo, daarna tot 1947 bij PWS van Friesland, sinds 1912 als hoofdingenieur. Heeft veel bijgedragen aan de verbetering van de waterhuishouding in Friesland. Ontwierp en leidde de bouw van het zeer grote stoomgemaal bij Lemmer dat in 1920 in gebruik werd genomen en naar hem werd vernoemd. Onder zijn leiding kwam ook de verbetering van de Linde tot stand. Was lid van de Staatscommissie Zuiderzee. Schreef: Over de afwatering van Friesland en hare geschiedenis(1951). Zie ook: G.L.Walther.

i EF, ING 1961 pA536, WID5-6.

Zijlstra,

Klaas Cornelis
1917-1993
(Leeuwarden 19 jan. 1917 - Lelystad 18 apr. 1993), ingenieur. Studeerde in 1942 af als civiel ingenieur aan de TH in Delft. Was daarna werkzaam bij het WL in Delft, de Haagse Duinwaterleiding en de PWS van Zuid-Holland. Van 1963 tot 1980 was hij HID van het RIZA te Voorburg, sinds 1975 te Lelystad. Hij stond aan de wieg van de Wet Verontreiniging Oppervlaktewateren en speelde een belangrijke rol in de bestuurlijke uitvoering ervan. Van zijn weinige publicaties noemen we: Watervervuiling en haar bestrijding (1958) en: Eisen te stellen aan de kwaliteit van het oppervlaktewater waarin waterdierenleven die voormenselijke consumptie kunnen dienen (1976).
Klik op naam links voor meer publicaties

i

Zillesen,

Cornelis
1736-1828

(1736 - Rotterdam 25 mrt. 1828), ambtenaar, landmeter. Werkte als belastingbeambte in Schoonhoven en Schiedam, als patriot verbannen. Maakte tijdens jarenlange omzwervingen notities die hij na 1800, woonachtig te Rotterdam, publiceerde. Schreef over financiële onderwerpen, vaderlandse geschiedenis en waterstaat, w.o. Plan hoe alle rivieroverstroomingen bij open water of ijsverstopping ... zouden kunnen worden voorgekomen ...(1821).
Klik op naam links voor meer publicaties
i NBW9, WBV
Zuurdeeg, Joan
1911-2004
(roepnaam: Hans; Leiden 13 sep. 1911 - Middelburg 29 dec. 2004), ingenieur. Werkte, na in 1935 te zijn afgestudeerd aan de TH in Delft, van 1937 tot 1941 bij de Genie in Den Haag en daarna bij verschillende diensten van RWS: het Bureau Sluizen en Stuwen in Utrecht, van 1949 tot 1953 bij het arrondissement Breda en daarna Maastricht. Was van 1961 tot 1976 HID van de Directie Zeeland. Schreef technisch-historische artikelen in Historisch Jaarboek voor Zuid- en Noord-Beveland, Land en Water, OTAR en Zeeuws Tijdschrift w.o. Wegen in Nederland (1970) en De Westerschelde, zeearm en scheepvaartweg (1975).
i AB, LW 1962 n4 p131.
Zwiers, Lambertus
1871-1953

(Oldemarkt 20 dec. 1871 -Voorburg 24 dec. 1953), architect, grafisch ontwerper, schrijver. Begon als technisch ambtenaar bij de Waterstaat in Drenthe en van 1895-1899 in NOI. Was daarna tot 1928 directeur van het Nederlandsch Bouw- en Ingenieursbureau in Amsterdam. Woonde en werkte daarna in Den Haag, Rotterdam en Voorburg. Schreef in de periode van 1904-1933 diverse leerboeken voor het technisch onderwijs, waaronder: Waterbouwkunde (5 dln, en atlas, 1905).
i