Achtergrondinformatie bij het Trésor
Onderstaande tekst is overgenomen uit het boek Waterschrijvers van Joop van der Tuin (2020).Romanschrijvers
Enige algemeen-bekende schrijvers
De reeks te presenteren schrijvers wordt geopend door niemand minder dan de bekende advocaat, schrijver en dichter Jacob van Lennep (1802-1862). Met zijn vriend Dirk van Hogendorp heeft hij in 1823 voettochten door ons land gemaakt. Het dagboek daarvan werd in 1942 door Lili Kluit gepubliceerd en geeft een goed beeld van de toenmalige geografische gesteldheid van ons land. Vermeldenswaard is zeker ook dat hij baanbrekend werk verricht heeft om Amsterdam op duinwater aangesloten te krijgen. Niet minder kleurrijk was de letterkundige J.G. Ottema (1804-1879) die vooral bekendheid kreeg door zijn pleidooi voor de echtheid van ThetOera Linda Bok, maar ons meer interesseert door enkele historisch-geografische artikelen uit het midden van de negentiende eeuw. Een man van grote verdienste op het gebied van de geschiedschrijving was de algemeen rijksarchivaris R.C. Bakhuizen van den Brink (1810-1865). Hij was het die in 1856 een voorstel deed de waterstaatsgeschiedenis van ons land te beschrijven.
We komen nu aan bij schrijvers van twee generaties jonger; daarbij maakt het romantische plaats voor het historische. Van vele markten thuis was de leraar, dichter en regionaal historicus Obe Postma (1868-1963). Qua opleiding een bètamens, sinds middelbare leeftijd een alfaman die thans beschouwd wordt als de belangrijkste twintigste-eeuwse Friese dichter. Hij verrichtte historisch onderzoek en publiceerde onder meer over de oorsprong en betekenis van Friese waternamen. Een sterk sociaal bewogen journalist en schrijver was M.J. Brusse (1873-1941) die, naast vele andere publicaties, een beschrijving gaf van de leef- en werkomstandigheden van de werkende bevolking in de Biesbosch omstreeks 1900, postuum uitgegeven in 1990. Destijds algemeen bekend als boekbespreker voor de radio was P.H. Ritter jr. (1882-1962), romanschrijver en vele jaren hoofdredacteur van het Utrechts Dagblad. Daarnaast schreef hij een aantal inleidingen en boeken over land en volk rondom de voormalige Zuiderzee. De zeer veelzijdige J.W.F. Werumeus Buning (1891-1958), journalist en dichter, beschreef karakteristieke gebieden, plaatsen en monumenten in het Nederlandse waterlandschap. Het echtpaar Jan en Annie Romein (1895-1978), hij historicus en hoogleraar - zij historica en schrijfster, verwierf in de jaren dertig grote bekendheid met De Lage Landen bij de zee en het vierdelige Erflaters van onze beschaving.
Met de volgende zes schrijvers steken we over van de algemene geschiedenis naar de streekgeschiedenis. Als eerste moet genoemd worden de journalist en schrijver Antoon Coolen (1897-1961), een groot verteller over land en volk van oostelijk Noord-Brabant. Hij verwierf vooral bekendheid met streekromans als Peelwerkers, Dorp aan de rivier en Stad aan de Maas. Van dezelfde leeftijd, minder groot, maar niet minder menselijk in zijn werk was Jan Mens (1897-1967). Hij had vooral het Amsterdamse volksleven als onderwerp van zijn romans. Daarnaast schreef hij onder meer Waterland, over de geboortestreek van Leeghwater. De veel te jong overleden Herman de Man (1898-1946) mag terecht als waterschrijver worden gekwalificeerd. Hij geldt als een uitstekend schrijver van streekromans over het Hollands-Utrechts poldergebied. Zijn grootste bekendheid verwierf hij met de op jonge leeftijd geschreven romans Rijshout en rozen en het bekende Het wassende water, dat ook als hoorspel werd uitgebracht. Een schrijver van heel andere aard was A. den Doolaard (1901-1994), aanvankelijk boekhouder, later journalist en schrijver van reisverhalen. Hij schreef in 1947 in opdracht van de overheid een reportage over de droogmaking van Walcheren, dat in oktober 1944 om strategische redenen door de Engelsen onder water was gezet, Het verjaagde water. Deze roman werd in 2001 bewerkt en van annotaties voorzien door de ingenieurs K. d'Angremond en G.J. Schiereck. Over hetzelfde onderwerp schreef hij, met Jef Last en Ed Hoornik (1910-1970), het boekje Dit is Walcheren ten bate van de droogmaking na de inundatie. Als hekkesluiter en schrijver van enkele kleine romans zoals Muziek over het water noemen we de voorlichter en romanschrijver C.C.S.Crone (1914-1951).
Andere bekende schrijvers
Helaas niet opgenomen in de biografische woordenboeken, maar van voldoende gewicht voor vermelding in één of meer van de letterkundige lexicons, zijn de volgende schrijvers. We beginnen met zes onderwijzers. Allereerst mag genoemd worden Johan Hendrik van Dale(1828-1872), bekend geworden door het door hem bewerkte Nieuw Woordenboek der Nederlandsche Taal (1864). De nog altijd zeer bekende natuurkenner J.P. Thijsse (1865-1945) was niet alleen een groot verteller, maar werd ook hoog gewaardeerd als schrijver over de natuur. Simon Abramsz (1867-1924), onderwijzer en schrijver van kinderboeken en leesboekjes voor het basisonderwijs. Zijn meest bekende boek is wel Veertien dagen op een ijsschots, het waargebeurde verhaal over de hachelijke tocht van drie Durgerdammer vissers op een op drift geraakte ijsschots in de voormalige Zuiderzee. Van hem is ook het onsterfelijke lied:
Holland, ze zeggen: je bent maar zo
klein,
Maar wijd is je zee en je lucht is zo rein
En breed zijn je krachtige stroomen.
Goud is je graan op je zand en je klei,
Purper het kleed van je golvende hei,
Stoer zijn je ruischendeboomen.
Holland, ik min je om je heerlijken tooi,
Holland, mijn Holland, ik vind je zoo mooi!
Maar wijd is je zee en je lucht is zo rein
En breed zijn je krachtige stroomen.
Goud is je graan op je zand en je klei,
Purper het kleed van je golvende hei,
Stoer zijn je ruischendeboomen.
Holland, ik min je om je heerlijken tooi,
Holland, mijn Holland, ik vind je zoo mooi!
Velen hebben leesgenot beleefd aan het werk van Cor Bruijn (1883-1978), onderwijzer en schrijver. Ook hij schreef vele jeugdboeken en schoolboekjes en had een belangrijk aandeel in de onderwijsvernieuwing. Van zijn romans noemen we De dijken breken, over de strijd tegen het water door de bevolking in Noord-Holland tijdens de stormvloedramp van 1916. Ook Evert Zandstra (1897-1974) begon als onderwijzer en ontwikkelde zich als schrijver op populair-wetenschappelijk niveau. Hij maakte veel studie van landschap en natuur en schreef romans waarin zijn sociale bewogenheid en liefde voor de natuur tot uiting komen. We noemen Het klotsende meer, Volk van waterland en de populaire geografische verkenning Onbekend Nederland. Verder voerde hij de redactie van Het Princehof, een boek over het waterlandschap van midden Friesland. Het wordt eentonig, ook leeftijdgenoot Piet Bakker (1897-1960) begon als onderwijzer, maar stapte al snel over naar de journalistiek. Hij schreef in vertellende trant boeken over ons land zoals Holland, ze zeggen je bent maar zo klein, Storm op de kust en Wij en het water.
Een heel ander mens was dichter en schrijver Jef Last (1898-1972). Hij studeerde Chinese letteren en promoveerde daarin na eerst in verschillende werelddelen een zwervend bestaan te hebben geleid. In Zuiderzee beschrijft hij het leven van de werkers aan de Afsluitdijk en neemt daarbij zelfs stelling tegen verdere inpoldering. Heel boeiend is ook de biografie Leeghwater maalt de meren leeg. Een prominent waterschrijver was Klaas Norel (1899-1971), aanvankelijk kantoorbediende, later journalist. Hij schreef talloze romans en jongensboeken over de scheepvaart en het leven op het water. Over de met afsluiting bedreigde Zuiderzee schreef hij Land in zicht!, Het getij verloopt, Aan dood water en Rondom het land van morgen. Ook voltooide hij van Herman de Man, na diens dood, de roman Mannen van Sliedrecht. De bekende Friese romanschrijver Abe Brouwer (1901-1985) was aanvankelijk straatmaker, later journalist en kleinkunstenaar. Zijn driedelige roman Springtij handelt over de vissers van Wierum tijdens de stormramp van 1893. Eveneens een Fries in hart en nieren is de schrijver/dichter Theun de Vries (1907-2005). Tot zijn omvangrijke oeuvre behoren ook enige publicaties over Nederland als waterland. Zo schreef hij in de verhalenbundel De gesprenkelde vogel over de overstroming van de Groote- of Zuidhollandse Waard in 1421 en bij het honderdjarig bestaan van het Noordzeekanaal in 1976: Eene plaats van grooten omvang, over IJmuiden en het Noordzeekanaal. De bioloog, schilder en schrijver Jos Ruting (1909-1987) heeft veel geschreven vanuit zijn grote bezorgdheid over de bedreigingen voor het natuurlijk milieu. Een merkwaardig en boeiend geschreven verhaal van hem is Het wondere water. De journalist en schrijver Anthony van Kampen (1911-1991) was oprichter en redacteur van het tijdschrift De Blauwe Wimpel en schreef vele jongensboeken, avonturen en artikelen over de zee en de zeevaart. Meer bekend als acteur dan als schrijver was Alexander Pola (1914-1992). Naast grappige en satirische teksten voor radio en TV, schreef hij het VARA-boek Wad nu... Wat later?; de Nederlandse Wadden. Van meer dan nationale bekendheid is de zeeschrijver Jan de Hartog (1914-2002) die als tienjarige naar zee ging en in 1940 grote bekendheid kreeg door zijn boek Hollands Glorie. Van zijn vele boeken noemen we nog De kleine ark, waarin hij de belevenissen van kinderen tijdens de overstromingsramp van 1953 beschrijft. Een productief waterschrijver was Evert Werkman (1915-1988), die vele jaren werkzaam was als journalist bij Het Parool en zijn bekendheid vooral te danken had als schrijver van de strip Kapitein Rob. Behalve gedichten heeft hij ongeveer dertig boeken geschreven - veelal over het water - waaronder Nederland en het water, een gevecht van tweeduizend jaar en, met foto's van Kees Scherer, Nederland - leven met het water. Max Dendermonde (1919-2004) schreef, naar aanleiding van de stormvloedramp van 1953, twee gedenkwaardige boeken: De dijken (met H.A.M.C. Dibbits; 1953) en Het water tot de lippen (1958). Een zeer veelzijdig en productief schrijver was Pieter Terpstra (1919-2006). Over leven en werk van Nederlandse waterbouwkundigen in het buitenland, schreef Louis van Gasteren (1922-2016) het verfilmde boek In een Japanse stroomversnelling. Als bekend schrijver van historische jeugdboeken noemen we Jaap ter Haar (1922-1998). Deze paragraaf wordt afgesloten met de bekende bioloog en schrijver Dick Hillenius (1927-1987), conservator van het Zoölogisch Museum te Amsterdam. Hij schreef vele publicaties op zijn vakgebied en was bijzonder actief op het gebied van natuur- en milieubehoud.
Minder-bekende schrijvers
Niet opgenomen in de biografische woordenboeken, noch in de letterkundige lexicons, zijn de volgende markante schrijvers. De predikant V. Rijckelsma (1589-?) schreef een lofdicht op de droogmaking van de Beemster. De ingenieur P.J. Neyt (1839-1900) schreef onder de pseudoniemen Scaldis en Peter Simple. De ingenieur R.P.J. Tutein Nolthenius (1851-1939) schreef, nadat hij in 1902 de waterstaat had verlaten, verschillende biografiëen en publiceerde onder meer in De Gids. De pedagoog J.J. Kleefstra (1860-1929) schreef onder meer over het Friese waterlandschap. Eibert den Herder (1876-1950) schreef twee boeiende boeken over de vergane glorie van de Zuiderzee. U.G. Dorhout (1879-1959) was, naast zijn beroep als inspecteur voor bijzondere jeugdzorg, schrijver van diverse artikelen en romans die zich afspelen in het Friese merengebied. Zijn meest bekende werk is Volk aan den plas; een boek van de Friesche meren. Zijn leeftijdgenoot M. van der Staal (1879-1946) werd bekend als schrijver van stoere jongensboeken en populaire historische romans. Ten bate van de slachtoffers van de stormvloedramp van 1916 schreef hij Januari-vloed 1916. Voor wie gelooft dat in elke legende een kern van waarheid kan schuilen, noemen we ook graag de naam van schrijver en folklorist Simon Franke (1880-1957). Hij schreef diverse jeugdboeken, gedichten, romans en boeken waaronder Sagen rond de Zuiderzee en Legenden langs de Noordzee. De onderwijzer J.J.Moerman (1880-1954) schreef enkele plaatjesalbums waaronder Der vaderen erf. Ook de journalist D.Hans (1882-1946) schreef een vaderlandslievend boek: Ons Vaderland. De onderwijzer C. Grilk(1885-1961), ook bekend als C. Goudriaan, schreef tientallen jongensboeken en artikelen over de taal en cultuur van Schiermonnikoog. De schrijfster R.J. van Oven (1885-1969) schreef jeugdboeken en biografisch werk. Kapitein P.H.G. Verhoog (1893-1984) verwerkte zijn belevenissen op de grote vaart in romans zoals Van havens en zee-en, een toneelstuk en zijn poëzie getiteld Wolken en Water. De veelzijdige Jan Poortman (1897-1984) was leraar, schrijver, fotograaf en radio-amateur. Hij was redacteur van de NDV en beoefenaar van de regionale geografie van Drenthe. De journalist en musicus G.L.A. Ott (1898-1987), sinds 1946 hoofdredacteur van het Rotterdams Nieuwsblad, schreef diverse artikelen en romans waaronder De haven en De rivier.
Lest best van deze paragraaf zijn de volgende schrijvers. De romanschrijver Cornelis Baardman (1899-1976) heeft zeer veel geschreven over de streekgeschiedenis en het leven in - en om de Alblasserwaard. De schrijfster en dichteres Louise Mellema (1900-1990) schreef over het eiland Schiermonnikoog en het leven op zee. Een grote passie voor de zee had ook de journalist-schrijver Age Scheffer (1900-1980). De leraar P.H. Schröder (1900-1983), schrijver van romans, toneelstukken en hoorspelen, schreef een boek over de geschiedenis van de Haarlemmermeerpolder. De zeevaarder Klaas van der Geest (1903-1964) schreef sinds 1937 romans, later ook kinderboeken en over het leven en werken in het noorden van ons land. De leraar G.H. Ligterink (1901-1980) schreef sinds 1954 streekromans en boeken over uiteenlopende onderwerpen. De journalist Herman Besselaar (1904-1994) schreef romans, een novelle, diverse reisgidsen en enkele boeken waaronder Molens van Nederland. De predikant K.O. Finkensieper (1905-1960) schreef over zijn evangelisatiewerk in de pas drooggevallen Wieringermeer twee novellen in de bundel Holland, zoo ben je. De burgemeester en dijkgraaf A.F. Kamp (1905-1987) schreef een aantal opmerkelijke gedichtenbundels. Het natuurtalent Dirk Kerst Koopmans (1906-1998) ontwikkelde zich tot een erkend schilder en verdienstelijk schrijver over het Weststellingwerfse waterlandschap, die zijn werk van eigen illustraties voorzag. De jurist, schilder en schrijver Dirk Vis (1906-2002) schreef zowel over de teloorgang van de Zuiderzee als over het ontstaan van de Johannes Kerkhovenpolder. De journalist en schrijver Fred Thomas (1906-1959) legde veel belangstelling aan de dag voor de bewoners rondom de in 1932 afgesloten Zuiderzee. Hij schreef daarover enkele boeken en sprak regelmatig voor de radio. Leeftijdgenoot en eveneens journalist en schrijver H.J. Looman (1906-2004) schreef, naast kinderboeken en avonturen, onder meer het aanschouwelijke boekje Wij en het water. Vergelijkbaar werk is geschreven door de Friese onderwijzer Taeke Straatsma (1907-1966). Piet Broere (1908-1992), nazaat van een Zeeuwse vissersfamilie, schreef streekromans over de werkers aan de Afsluitdijk en Groningse kustbewoners. Jan Tjittes Piebenga (1910-1965) was aanvankelijk onderwijzer, later journalist en hoofdredacteur van de Leeuwarder Courant. Hij schreef gedichten, artikelen over kerkgeschiedenis en sociografisch werk waaronder De havens aan de Waddenkust. Kees Hana (1910-1975) was, naast zijn beroep als journalist, een zaakkundig schrijver van diverse boeken op historisch-geografisch, geologisch en biologisch gebied. De onderwijzer Aart Grimme (1911-1984) schreef een aantal jeugdboeken met historische of biografische inslag. Gerhard Werkman (1912-1991) was journalist voor verschillende dag- en weekbladen en schreef verscheidene boeken waaronder het onvolprezen Kent gij het land der zee ontrukt; enige hoofdstukken uit de waterstaatkundige geschiedenis van ons woongebied. J.Th. Balk (1912-1995), eveneens journalist, schreef een aantal boeken met toeristische informatie over het Nederlandse landschap en de monumenten. Eén van zijn laatste en beste boeken is Onze havens, vroeger en nu. De journalist en schrijver J.W. Ooms (1914-1974) schreef, evenals Cornelis Baardman, streekromans over de Alblasserwaard. Grote bekendheid kregen zijn romans Water over Holland en Dijkleger. De journalist Klaas Graftdijk (1916-1997) schreef een aantal boeken over ontwikkelingen in de Nederlandse waterbouw. Adriaan Buter (1918-2000) was journalist en publicist. Hij schreef talloze artikelen over de streekcultuur en natuur van Twente en de Achterhoek en boeken over de rivieren en beken in het oosten van ons land. Als diens Drentse evenknie valt te denken aan de ambtenaar en schrijver Gerrit Kuipers (1918-2011). J.H.W. Arnoldus (1919-2002) schreef, naast vele kinderverhalen, het vermeldenswaardige boek Veertig eeuwen scheepvaart. Hans Bakker (1923-2016), Lize Stilma (1923-1999), Piet Terlouw (1923-2006) en W.J. Simons (1926-2005) waren veelzijdige schrijvers van beknopte boekjes, streekbeschrijvingen en tijdschriftartikelen. De onderwijzer Will Conijn (1926-2002) schreef over de geschiedenis van de eilanden Texel en Terschelling. Een zeer productief maritiem schrijver was Hans Vandersmissen (1950-2009).