|
Gerard Moll
(1785 - 1838)
(roepnaam Gerrit, Amsterdam 18 jan. 1785 - Amsterdam 17 jan. 1838, sterrenkundige, hoogleraar. Studeerde in 1809 af in de wis- en natuurkunde te Leiden. Was sinds 1812 hoogleraar wis- en natuurkunde te Utrecht en directeur van het observatorium aldaar. Bedacht in 1820 een nieuw type duiktoestel. Had daarnaast grote belangstelling voor het zeewezen en de waterstaat en schreef o.m. Over het Amsterdamsche peil en de geschiedenis van hetzelve (1826), had zitting in de commissie tot onderzoek van de beste rivierafleidingen (1827). Hij schreef ook Over waarnemingen der getijden langs de Nederlandsche kusten (1838)
Meer info via:
Illustratiebron: Wikimedia Commons - Universieit Utrecht
Voor een kaart met locaties van alle publicaties van deze auteur klik hier
|
Publicaties digitaal beschikbaar via het Trésor der Hollandsche Waterbouw
klik op de titel voor de publicatie
De link leidt naar een metadata bladzijde op de TU repository, Google Books, of elders, waar de pdf gedownload kan worden.
In sommige gevallen wordt de pdf direct gedownload.
Als er een bibliotheek-logo staat is het origineel is beschikbaar bij deze bibliotheek (klik voor reservering).
geeft link naar het boek in Delpher (of vergelijkbare viewer).
opent een kaartje met de locatie.
Klik op de organisatienaam voor een overzicht van alle publicaties van deze organisatie.
Klik op de onderwerpnaam voor een overzicht van alle publicaties over dit onderwerp.
Klik op de projectnaam voor een overzicht van alle publicaties over dat project
datum |
org |
|
|
|
titel |
project |
onderwerp |
bron |
1819 |
Utrecht |
|
|
|
Beschouwing over de uitstrooming der Opper Rijn- en Maas-wateren door de Nederlandsche rivieren tot in zee : benevens de overwegingen dezer beschouwing van de heeren Goudriaan, Van Utenhove, Moll en Donker Curtius |
|
|
Piper en Ipenbuur, Amsterdam |
1820 |
Utrecht |
|
|
|
Berigt omtrent de werken te Plymouth met de duikelaarsklok uitgevoerd |
|
kademuren |
Uit: Alg. Konst- en letterb., via KB |
1822 |
Utrecht |
|
|
|
Iets over stoombooten : en eenig berigt aangaande die, welke aan den Moerdijk zal worden aangelegd |
|
kademuren |
Overdr. uit: Algemeene kunst- en letterbode 1822 no. 30-32 |
1823 |
Utrecht |
|
|
|
Het hellend scheprad door een stoommachine gedreven |
|
gemalen |
Uit: Alg. Konst- en letterb. |
1824 |
Utrecht |
|
|
|
Eenig berigt aangaande den onderaardschen weg, welke onder het bed van den Theems zal gegraven worden |
|
tunnels |
Overdr. uit: Alg. Konst- en Letterbode, no. 45 en 46 (1824) |
1827 |
Utrecht |
|
|
|
Raport aan zijne majesteit den koning uitgebragt door de commissie tot onderzoek der beste rivier-afleidingen (voor de atlas, klik op Delpher) |
|
rivierwerken |
Landsdrukkerij, Den Haag |
1829 |
Utrecht |
|
|
|
Antwoord van G. Moll, lid der gewezene Commissie tot onderzoek der beste rivier-afleidingen, aan den wel-edelen gestrengen heer Mr. J.G. van Nes, hoogheemraad van den Lekdijk Bovendams, wegens eene memorie van het Collegie van den Lekdijk Bovendams, over |
|
rivierverbetering |
Amsterdam : Johannes van der Heij en zoon |
1835 |
Utrecht |
|
|
|
Over waarnemingen der getijen langs de Nederlandsche kusten op last van Zijne Majesteit gedaan van 9 tot 28 Junij 1835 door officieren der Nederlandsche Marine |
|
waterstanden |
Overdr. uit: Werken van het Koninklijk Nederlandsch Instituut |